Anton Haakman
Blik
Ze bevindt zich in een bos, en haar klederdracht doet denken aan die van een meisje dat straks een boze wolf gaat ontmoeten: rood rokje met zwarte rand, wit schort, zwart keurslijfje over witte blouse. Aan haar rechter elleboog hangt een mand, ook dat, maar op haar hoofd draagt ze een gele doek van niet nader te bepalen stof in plaats van een rood fluwelen kapje, en het bos is een olijfgaard. Haar mand lijkt tot over de rand gevuld met zwarte olijven.
Meer naar rechts staat haar tweelingzus, eender gekleed, maar dichterbij. Of is ze het zelf?
Van zo nabij kan ik haar gelaatstuitdrukking beter bestuderen. Een regelmatig, niet bijzonder expressief gezicht, omlijst door zwart haar, een echt permanent kapsel dat van onder de gele doek naar buiten golft. Als haar zwarte ogen, haar ietwat opgetrokken neus en haar bijna ronde mondje al iets uitdrukken is het voorzichtigheid; haar blik is die van iemand die iets heel breekbaars vasthoudt.
Ze draagt zilveren oorringen en ze bevindt zich binnen een zilveren cirkel. Onder haar staat in zilveren letters op een karmijnrode band Saldanha & C.a L.da Lisboa - Portugal. En boven haar, ook zilver op rood, maar half bedekt onder roest, zijn met moeite de woorden Azeituna Preta te lezen. Daar bovenuit steken wanordelijk de groene en zwarte doppen van een groene en een zwarte rollerpen, een paar gele zeshoekige potloden die nodig geslepen moeten worden, een dikke rode en een nog dikkere zwarte viltstift, de glimmende oren van een schaar, het doorzichtige handvat van een schroevendraaier met binnenin de spanningzoeker 110-380 V; eromheen, op de brede vensterbank, bevindt zich de chaos van plakband, een nietmachine, een kleine cassetterecorder die dienst kan doen als presse-papier, een paar losse velletjes papier gescheurd uit een notitieboekje en de voet van een bureaulamp. Daarachter, achter de enigszins beslagen ruit, het kleine bos met de kale iepen, in de mist, en aan de rand van dat bos een pad met een moderne lantaarnpaal. Onder de lantaarnpaal staat een vrouw geduldig een hond uit te laten. Ze draagt een rode hoofddoek.
Wat de vrouw dichtbij, het meisje met de gele hoofddoek, zo voorzich-