- ja wordt half nee, woorden worden weer modder in de bek, waar de taal braak komt te liggen als aarde voorheen en nadien, de tong als een amfibie in de natte klei weggekropen. Maar dat zijn beelden uit een tussentijd, vergeet ze.
De centaur stormt voorwaarts - voor ons zijwaarts - met zijn vernielzuchtige geslacht gestrekt, gedreven door de razernij van de uitdrukking.
Mor verviel van kwaad tot erger, van tongetaal tot linguïstische nominaties. Omdat de ware natuur verloren is gegaan, citeerde hij Pascal danwel Lezama Lima, kan alles natuur worden; maar, sprak hij profetisch - hij, de ziener van stripschap of videotheek - het horribele interval kàn alleen met het beeld worden opgevuld, en zo vulde hij zelf onophoudelijk met praatjes en plaatjes aan wat hij vaag gezien en gehoord had.
We hebben het met eigen ogen gezien, maar wat het voorstelde weten we alleen van horen zeggen (probeer Echo maar eens een tongzoen te geven).
Stel de geharnaste op zijn paard liever voor als insekt, de ridder in de gedaante van een blinkende skarabee die ten strijde trekt tegen een schorpioen. Daarna zijn de verhoudingen misschien weer wat hersteld. Heilige mestkever en schorpioen van de zelfvernietiging, op juiste schaal getekend of gezien, zijn te zamen niet meer dan een detail onder details - maar, geen zin zonder details - een stuiptrekking te midden van een zichzelf genererende oorlog tussen cultuur en natuur, op een slagveld te midden van schedelbergen, ezelskaakbeenderen en kadavers, ribbenkasten en losse ledematen, kruipend ongedierte - op handen en voeten het paradijs uit of plat op je buik of nog liever als beest met de twee ruggen door begeerte met elkaar verkleefd, rollend en parend tegelijk, op de drempel voor de voeten van een aartsengel zaad stortend en jubelend klaarkomend - tussen hagedissen, slangen, kikvorsen die tongbrekend de adamitische taal oefenen, ammonieten en andere taal- en schaaldieren, en de nodige symbolen niet te vergeten, de oester als parelmoeren kosmos ter herinnering aan de schoot die zonder krimp te geven haar weekdier leeggeslobberd zag en met het hele onderlijf verslonden werd.
Als we toch eens konden zien wat zich in de buik van de hydra afspeelt, opperde Mor en gebaarde alsof hij, gewapend met koevoet, dommekracht en kalfstouw, een veulen wilde halen, maar hij verstrikte zich heilloos in gedachtenkronkels rond Pasifae en haar tochtige kunstkoe. Hoor de echo van de kinkhoorn! Nagalm van een lingaal verhaal.