Willem van Toorn
Over Franco Loi
Tijdens een vertaalprojekt dat deel uitmaakte van een klein poëziefestival in Faenza in Noord-Italië, maakte ik kennis met het werk van de dichter Franco Loi. Een elegante, maar ook zwaarmoedige poëzie, die door- trokken is van het besef van vervreem- ding, van de beperktheid van de menselijke communicatie en van verlies.
De taal van Loi is gecompliceerd, niet alleen doordat hij een expressionisti- sche neiging tot nieuwvormingen en contaminaties vertoont, maar (zeker voor een buitenlandse lezer) ook doordat hij zich van een mengsel van dialecten bedient - vooral Milanees, maar soms ook van andere dialecten uit de Milanese smeltkroes: Venetiaans, Napolitaans, Lombardisch. Zijn werk wordt (in hoofdzaak door Einaudi) in Italië tweetalig uitgegeven. De vertalingen hieronder kwamen tot stand via vertalingen in het Italiaans en werkvertalingen in het Nederlands van de hand van Charles van Leeuwen, docent Nederlands aan de universiteit van Bologna.
Franco Loi was werkzaam in het theater en schreef theaterstukken en essays, o.a. in Teater (Turijn 1978). Andere recente publicaties: L'angel (Genua 1981), Bach (Milaan 1986), Liber (Milaan 1988).