mieters
Frankrijk is mieters, het weer is mieters, Chamfort is mieters, de toren van Siena is mieters, de film Dead of night is mieters, Den Haag is mieters, een muur met daarachter een soort moestuin is mieters... Wat is er goed beschouwd niet allemaal mieters of verdomd mieters in de roman Bij nader inzien van J.J. Voskuil. Mieters is in de gesprekken van de generatie Amsterdamse studenten rond 1950 van dit boek een onmisbaar woord. Mieters is een soort wachtwoord, waarmee de leden van de studentengroep elkaar herkennen. Een goed verstaander heeft maar een half woord of het tussenwerpsel mieters nodig. De verstandhouding lijkt optimaal, er is geen misverstand, de vriendschap is volkomen, omdat de groep precies weet wat mieters is en niet. Maar bij nader inzien blijken er misverstanden te zijn, is de vriendschap onvolkomen. Mieters is dan zo mieters niet.
Van Dale geeft als eerste betekenis voor mieters ‘vervloekt’, als tweede betekenis ‘fijn’, ‘heerlijk’, ‘uitstekend’. Twee betekenissen, die tegengesteld aan elkaar zijn. Gebruiken de studenten om de tegenstelling te overbruggen daarom vaak verdomd mietersl
Mieters suggereert een toestand van verrukking, een toestand van grote gevoelsintensiteit. Zo'n toestand moet, wil zij kwaliteit hebben en behouden, zeldzaam zijn. Maar in Bij nader inzien is het tegendeel waar. Mieters is er een stopwoord, dat in bijna elk gesprek wel een paar keer opduikt. Ja, het is een modewoord in de trant van gaaf of te gek. Vooral voor de hakkelend sprekende, o zo intelligente Henriette uit de roman, die slecht kan communiceren en slechts in anakoloeten spreekt, is mieters een uitkomst. Niets behoeft meer te worden uitgelegd of nader aangeduid; mieters is genoeg. Haar wereld moet subtiel zijn, meent de groep om haar heen, want hoevele keren zijn kleine nuances of dingen bij haar niet mieters. Als mieters met overtuiging uitgesproken wordt, is verder commentaar overbodig.
Ik heb in dezelfde jaren als in de tijd van Bij nader inzien meermalen mieters gebruikt. Welk woord kwam er voor in de plaats? Wanneer ben ik er mee opgehouden? Was het in 1961, toen Remco Campert het leven niet meer mieters maar verrukkuluk vond?
Jan Fontijn)