Dat schuiven met het bakelieten schijfje gaf een scherp geluid. De potjes werden bijgevuld uit een mooie grote fles, die had een dop van kurk waar twee metalen tuitjes uitstaken. De kleinste van de twee was recht, de grootste was gebogen. Het was een hele eer om met die fles de klas rond te mogen gaan en iedereen bij te schenken. Het straaltje dook in een elegante boog uit de tuit. Prachtig donker was de inkt.
Hoe associaties zich met elkaar verbinden en een meanderend patroon vormen, weetik niet. Gisteren fietste ik langs een opgebroken brugopgang, daar was men bezig om de waterleiding te repareren. In het voorbijgaan rook ik een geur die mij deed denken aan schelpenbedden en aan het diepbruine zeewier op de dijkkeien langs de Schelde. Ze noemen dat zeewier ‘klakkers’ omdat het een knappend geluid maakt als je op de blaasjes stapt.
Op de zelfde onnavolgbare wijze doet het dropwater mij denken aan het zwarte land van de Peel en aan het werk van Gerrit van Bakel, dat nauw met die streek verbonden is. Hij was de man van het voorwerpelijk denken; de kunstenaar die de meest prachtige voorwerpen en machines heeft gemaakt. Grote robuuste dingen die heel preciezig zijn afgewerkt. Zoals bijvoorbeeld de Tarim machine. Een langwerpige insektvormige machine met acht ‘pootjes’ die de afstand van iioo kilometer, het wereldsnelheidsrecord zoals dat door de racemobiel ‘The Blue Flame’ was afgelegd in een uur, in 30 miljoen jaar zou volbrengen. Een technisch wonder van gracieuze sloomheid.
Op vergelijkbare wijze getuigt zijn werk in andere beelden van een liefdevolle aandacht, van een lome peinzende blik op de dingen. Het straalt een wijze affiniteit met de traditie uit. Zijn werk is vervuld van een milde ironie en van een verlangen naar harmonie. Je wordt er opgewekt van en een beetje weemoedig.
Jammer, heel jammer, dat hij zo vroeg stierf.
Achterin de catalogus van het Kröller Muller Museum, waar onlangs een postume tentoonstelling plaatsvond, staat een klein fotootje van een beeld. Een hoge driezijdige vorm die uitmondt in een punt. Het beeld heeft wel iets van een kroontjespenpunt of van een pijl met staartveren. Maar door het kleine formaat en de grijzigheid van de foto, valt het niet goed te zien. De titel van het werk is ‘Trofee (Monument voor de overwinning op het smalste denken)’. En dat brengt zijn eenmansstrijd tegen de moderne rechtlijnigheid in gedachten. Het smalste denken verwijst waarschijnlijk naar het smalle spoor dat de moderne technologie volgt, Gerrit van Bakel was vóór technologie, maar tégen het eenzijdige gebruik ervan. Volgens hem waren er meerdere soorten van rationaliteit mogelijk; hij achtte het