Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1991 (nrs. 53-56)

[p. 196]

Over de medewerkers

Tinke van Daalen debuteerde met een brief en een gedicht op de kinderpagina van NRC/Handelsblad (2 maart 1990). Zij schrijft vooral veel brieven.

Janna Reinsma (1981) schreef het hier gepubliceerde verhaal toen ze bijna 9 was, op de Burghtschool in Amsterdam.

Maria van Daalen (1950) is moeder van Tinke van Daalen en publiceerde de dichtbundel Raveslag (1981).

Nicolette Smabers studeerde Nederlands en filosofie in Amsterdam. Ze publiceerde in De Revisor, Raster, De Gids en NWT. Boekpublicaties onder andere De Franse tuin (1983) en Portret van mijn engel (1987).

J. Bernlef (1937). Recente publicaties: De noodzakelijke engel (gedichten 1990), Doorgaande reizigers (verhalen 1990), Verborgen helden (de verhalen 1991), Ontroeringen (essays 1991). In 1992 verschijnt zijn roman De witte stad.

Willem van Toorn (1935). Eindredacteur van De hele Bibelebontse berg (1989). Recente publicaties: Rooie (jeugdboek 1991), Eiland (gedichten 1991). In 1992 verschijnt De Waal, gedichten bij litho's van Willem den Ouden.

Cyrille Offermans (1945). Recente publicaties: Een evenwichtskunstenaar, Paul Klee (1989), Lichtenberg. Scènes op de drempel van de moderne tijd (toneel, 1990) en Openluchtconcert (essays 1991).

Nicolaas Matsier (1945) schreef twee kinderboeken: A is een aardappel (1985) en Ida stak een zebra over (1986). Over zijn kinderen R. en J. schreef hij Een gebreid echtpaartje (1989). Hij vertaalde De avonturen van Aardje Stapper (1981), Meneer Bruis bouwt zijn huis (1983), beide van Stefan Themerson, en De avonturen van Alice in Wonderland (1989), van Lewis Carroll. Met Bregje Boonstra, Marja Roscam Abbing en Marjoleine de Vos publiceerde hij De allermooiste boeken voor kinderen, van Rupsje Nooitgenoeg tot Kees de jongen (1990).

Lewis Carroll (1832-1898) C.L. Dodgson. Als Lewis Carroll kinderboekenschrijver, als C.L. Dodgson logicus. Beide namen gebruikte hij in zijn drukke correspondentie met kinderen. Zie verder de Inleiding.

Kees Nieuwenhuijzen (1933) is grafisch ontwerper. Hij is vanaf het eerste nummer (april 1967) vormgever van Raster. Publiceerde samen met Ella Reitsma Het paradijs in pictogram - Het werk van Dick Bruna (1989).

J.F. Vogelaar (1944). Het geheim van de bolhoeden (Kinderboek 1986). Jurylid Libris Woutertje Pieterse-prijs (1990-1992). Recente publicaties: De dood als meisje van acht (roman 1991), Speelruimte (vier lezingen over kritiek en essay, lezen en schrijven, 1991).

Paul Biegel (1925) schreef een groot aantal kinderverhalen, waaronder Het sleutelkruid (1964), De kleine Kapitein (Gouden griffel 1971), De twaalf rovers (Nienke van Hichtumprijs 1971), De tuinen van Dorr (1976), De zwarte weduwe (1984). Biegel ontving in 1973 de Staatsprijs voor jeugdliteratuur en in 1991 de Libris Woutertje Pieterse-prijs voor Anderland-Een Brandaan Mythe.

[p. 197]

Sjoerd Kuyper (1952) is dichter en prozaschrijver. Hij publiceerde onder andere Dagen uit het leven (gedichten 1977), Het nieuwe proza (1987, interviews met schrijvers, samen met Johan Diepstraten), Een reisgenoot (gedichten 1985), Het boek van Ko de boswachter (1975, met B. Bos en G. Brands); hij schreef tv-series als Max Laadvermogen en De freules. In 1992 verschijnt zijn poëziebundel Nachtkind.

Els Pelgrom (1934) kreeg haar eerste Gouden griffel voor De kinderen van het Achtste Woud (1977), dat in veel talen werd vertaald. Met The Tjong King samen maakte ze Kleine Sofie en Lange Wapper, dat haar een tweede Gouden griffel en de Duitse jeugdliteratuurprijs opleverde (1985). Verder verschenen van haar o.a. De zwervers van Zakopane, De straat waar niets gebeurt en De eikelvreters.

Toon Tellegen (1941) is dichter en prozaschrijver. Poëzie o.a. De aanzet tot een web (1981), Beroemde scherven (1982), De andere ridders (1984). Zijn intrigerende dierenverhalen met de eekhoorn en de mier als hoofdpersonen nemen een speciale plaats in in de (jeugd)literatuur; o.a. Toen niemand iets te doen had (1987), Langzaam, zo snel als zij konden (1989).

Guus Kuijer (1942) schreef vier boeken voor volwassenen; zijn eerste kinderboek, Met de poppen gooien, verscheen in 1975 en werd bekroond met een Gouden griffel. Het was het eerste deel in de ‘Madelief’-reeks, waarvan ook Krassen in het tafelblad werd bekroond. Andere titels: De tranen knallen uit mijn kop, Een gat in de grens, Hoe Mieke Mom haar maffe moeder vindt, Grote mensen, daar kan je beter soep van koken, De zwarte stenen, Olle.

Imme Dros (1936) kreeg een zilveren griffel voor haar jeugdboek De zomer van dat jaar (1980). En een tijd van vrede werd in 1983 bekroond met de Nienke van Hichtumprijs. Verder verschenen o.a. Het paard Rudolf (1971), Duif maar dapper (1974) en Lange maanden (1982). Ze bewerkte de Odyssee voor jonge lezers; in 1991 verscheen haar Odyssee-vertaling.

Lies Janssen (1950, politicoloog) is producent en redacteur van het rvu televisieprogramma De Literatuurmachine.

Peter van den Hoven (1945) is werkzaam aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem. Hij schreef over jeugdliteratuur in diverse kranten en tijdschriften. Boekpublicaties o.a. Achter de keukendeur (Zestien gesprekken over jeugdliteratuur, 1980) en De geschiedenis van Kris-Kras (Een documentaire over het jeugdtijdschrift, 1981).

Loek Zonneveld (1948) is toneelmedewerker van De Groene Amsterdammer. Tot 1990 leidde hij de regie-opleiding aan de Amsterdamse Theaterschool, waar hij ook theatergeschiedenis doceerde. Sinds 1991 werkt hij als freelance-journalist, o.a. als toneelrecensent voor De Volkskrant en voor de Amsterdamse Uitkrant. Hij bereidt publicaties voor over de Russische theatervernieuwer Meyerhold en over de Nederlandse acteur/regisseur Ton Lutz.

Yves van Kempen (1944) is leraar Nederlands. Hij publiceerde over onderwijs (o.a. in Het Parool) en is literair medewerker van De Groene Amsterdammer. Mede-auteur van ‘Materialistiese literatuurteorie’, 1973.