In welk jaar heb je Cortázar leren kennen?
In het begin van de zeventiger jaren, ik geloof 1971. In 1978 heeft hij toen Carol Dunlop leren kennen met wie hij samen is gaan wonen. Maar wij zijn tot zijn dood dik bevriend gebleven, vooral ook omdat Carol een goede vriendin van mij geworden is. Carol is toen in 1982 plotseling aan kanker overleden en toen heb ik natuurlijk geprobeerd, vooral omdat hij zelf in die tijd ook al erg ziek was, om hem eh... goede moed te geven, laten we het zo zeggen. Want de dood van Carol heeft hem zeer geschokt. En twee jaar nadien overleed hij zelf aan leukemie. Dat was in 1984. Daarom heeft hij het boekje met de foto's en zijn teksten helaas niet meer kunnen zien.
Zijn ze dan al eerder uitgegeven?
Ja, er is een klein uitgaafje geweest in Mexico. Heel slecht gedrukt. Het boek zou eerst uitkomen in '82 of '83, maar die éditeur, Nueva Imagen, heeft het enorm lang laten zeuren en ik heb toen verschillende telegrammen gestuurd omdat Julio nog maar heel kort te leven had en de uitgave nog zo graag zelf wou zien. Maar toen is hij overleden. En een maand later was het boek klaar. Ik ben toen maar in mijn eentje naar Mexico gegaan, want gelijktijdig met het verschijnen werd er een tentoonstelling geopend van de foto's. Maar het was een vreselijke teleurstelling. Het boek was heel slecht gemaakt en lelijk gedrukt. Iedereen was woedend. Er waren nogal wat vrienden van hem in Mexico en ook allerlei mensen die hem goed kenden als literaire figuur en die hebben toen tegen de uitgever gezegd dat hij onmiddellijk alles over moest doen. Maar dat is er nooit van gekomen en intussen is die hele uitgever verdwenen. Weg.
Zijn die foto's en teksten later nog in Europa gepubliceerd?
Nooit, dat boekje is de enige uitgave geweest.
Hoe is het opgebouwd? Heeft Cortázar bij elke foto een aparte tekst gemaakt?
Nee, het is een doorlopend verhaal geworden waar die foto's dan inzitten. Zijn verbeelding is aan de gang gezet door die foto's en die foto's keren er dan later vanzelf weer in terug. Het is eigenlijk een imaginaire conversatie tussen ons beiden. Hij spreekt me soms rechtstreeks toe en ik antwoord ook, terwijl we het dus zoals ik al zei in werkelijkheid nooit over die foto's gehad hebben. Maar dat kon hij ook doen, mij sprekend invoeren, omdat hij me zo goed kende. Verder is de tekst typisch Cortázar, met van die surrealistische wendingen en verschuivingen.
Had Cortázar niet sowieso een grote interesse voor fotografie?