Hans E. Mol
Pennevruchten
Notities bij de vertaling van enige pennevruchten van Francis Ponge
‘Il faut choisir des mots qui ajoutent à la pensée.’
Francis Ponge
Aanvankelijk schrijft Francis Ponge (1899-1988) gesloten prozagedichten, die het eindresultaat zijn van zijn onderzoek in taal naar dingen die hij tot spreken wil brengen. Naast deze gesloten, enigszins cryptische teksten schrijft hij vanaf 1938 open prozagedichten waarin hij inzage geeft in het ontstaan van de tekst.
Zijn wantrouwen ten opzichte van de taal heeft hem daartoe aangezet. Als hij in '41 het script van Le mythe de Sisyphe van A. Camus van kommentaar voorziet begint hij met op te merken dat een van de belangrijkste thema's betreffende het absurde ontbreekt: dat van de onbetrouwbaarheid van de uitdrukkingsmiddelen, de onmogelijkheid voor de mens om zich uit te drukken, om wat dan ook uit te drukken. Hij vraagt zich af wat hij moet doen. Moet hij zwijgen? Hij heeft de onbetrouwbaarheid van de taal aan den lijve ervaren. Iedere beschrijving loopt uit op een échec... Hij besluit beschrijvingen te publiceren van het échec van beschrijven, zodat de lezer inzage krijgt in het ontstaan van de tekst. Voorlopige formuleringen, kommentaar, tussentijdse overwegingen, te rade gaan in de dictionaire Littré, voor alles wordt plaats ingeruimd. Hij zal niet alleen de eindformule publiceren maar de volledige geschiedenis van het onderzoek, het journaal van de ontdekkingsreis (La mounine, '41).
Toch bevat zijn eerste bundel, ‘Le parti pris des choses’, uit 1942, uitsluitend gesloten gedichten. De herdruk in '44 verschaft hem bekendheid als J.P. Sartre zijn niet gemakkelijke teksten onder de loupe neemt in ‘L'homme et les choses’ (Poésie 44). Ponge woont dan in het bevrijde Parijs. Het valt hem niet mee het hoofd boven water te houden. Hij geeft leiding aan de literaire pagina's van het kommunistische weekblad Action, raakt verzeild in schilders- en beeldhouwerskringen, schrijft indringende teksten over Braque, Picasso, Fautrier e.a.
Zijn faam heeft de vraag naar uitleg van zijn prozagedichten opgeroepen. Die vraag wordt hem gesteld en tijdens een verblijf in Algiers in de winter van '47-'48 gaat hij er welgemoed op in: ‘My creative method’ en ‘Po-