| |
| |
| |
Simon Vinkenoog aan Jan Hanlo
9 april 51
Beste Jan (Hanlo),
Het blijft toch een literair contact! Misschien - ik denk daar opeens aan - schreef ik als aanhef steeds je naam voluit omdat ik dan gemakkelijker de doorslag op kon bergen: er zijn immers zoveel jannen...
Goed, om te beginnen zond ik je vanochtend een exemplaar van het Appel-Claus boekje, ik zag Hugo gedurende het weekend veel. We sliepen er zelfs een dag niet van. Om het ding steun te verlenen legde ik het tegen een Unesco-uitgave aan die je gerust weg mag gooien. Interessant is het waarschijnlijk toch niet.
En dan wil ik je vast mededelen dat Blurb/7 morgen uitkomt. Ik stuur je dan direct 5 exemplaren. Het gedicht de dans gedriedaveld staat erin, en op de laatste pagina je protest niets met Fowley te maken te hebben. Het is jammer, zeer jammer dat ik in Blurb zo weinig ruimte heb, dan zou ik elke dichter op de gehele pagina zetten waar hij recht op heeft. Nu moeten de inzenders er rekening mee houden dat ik met ruimte woeker en woekeren blijf, oude afzetter Simon.
Dan - ik bewaar altijd het belangrijkste voor het laatste - ik ontmoette bij mijn bezoek aan Amsterdam de uitgever Stols, die me verzocht een bloemlezing van de nieuwe poëzie te bezorgen. Ik accepteerde en ben met het ding bezig. Ik had er ook aan gedacht jou hierin op te nemen en hoop dat er geen bezwaren voor jou aan verbonden zijn. Ik heb een inleiding te schrijven waarin ik me op de vlakte wil houden, ik praat niet over de dichters zelf, ik geef slechts een beeld van de situatie. Over de financiële zijde is nog niets definitiefs vastgesteld omdat het nog onder 10 personen verdeeld moet worden hetgeen zijn moeilijkheden met zich brengt. Het ding moet de tiende mei persklaar zijn, opdat het in December verschijnt. Tegen die tijd zal jouw bundel in de Windroos wel verschenen zijn en eerlijk gezegd prefereer ik van de medewerkers nog ongepubliceerd, meer recent werk. Jij bent een enigszins particulier geval, al ben je wel een echte dichter. Daarom heeft het denken zolang geduurd en anders zou ik je in mijn eerste brief die ik vorige week schreef daarover
| |
| |
wel gepraat hebben. Maar goed, ik wil graag dat je meedoet en ik heb uit wat ik ken - en ik keek je bundel bij Ad door, ik kende het meeste wel - al een kleine keuze gemaakt: Het Riet, de St. Louis Blues, Naar Archangel, een der gedichten uit Apollo en nog een dat geloof ik: Misschien heet. Ik schrijf deze brief uit tijdnood op kantoor, ik weet dus de titels niet uit mijn hoofd. Als je met deze keuze eens bent, is het prachtig en schrijf je me alleen maar even een briefkaartje, indien niet wil ik wel graag dat je me p.o. andere suggesties geeft, eventueel gedichten insluitende. Ik dacht er ook opeens aan je een stukje in de nieuwe toon te vragen, het seizoenenstukje maar toch niet dat wat in Libertinage stond. Meer iets dat met poëzie te maken heeft; maar ik weet niet of je dat t.g. van deze bloemlezing zou kunnen schrijven. Wij zijn allemaal zeer kwetsbare mensen. Zeer, zeer jij.
Schrijf je wel even direct zodat ik aan de slag kan slaan? Bij voorbaat mijn dank, maar wees wel zeer vlug. Dat is het, beste Jan, al met al vond ik het toch prettig heus ja heus in Amsterdam met je te hebben kennis gemaakt. Dagdag, hartelijke groeten van
t.à.t. Simon
| |
17 April 1951
Beste Jan,
Even een vlug gauw en kortademig antwoord op je brief plus bijdragen waarvoor dank.
Hierbij mijn definitieve keuze die echter van plaats afhangt, het gedicht het riet namelijk kan meer dan één pagina bedragen en ik ben het nog niet met me eens of we dan op de helft van die 2e pagina nog een ander gedicht zullen zetten. Laat je dit even weten?
Keuze dus: Jossie, 's Morgens, Zo meen ik dat ook jij bent, Het Riet, Aan.. onbekend. (Waar verschenen onderstreepten?)
Waarbij de volgende opmerkingen: Jossie is mooi, maar als je mij een ander dergelijk stukje gaat sturen en ik prefereer, zoals ik je schreef,
| |
| |
zo'n stukje dat tegelijkertijd iets over je poëzie zou zeggen, zou dat in de plaats van Jossie komen. Dat ook ik de titel Opschrijf mooier vind, doet niets terzake. Je denkt er nog maar eens over. 's Morgens, ik gebruikte jouw doorslag. In Zo meen ik.. haalde ik een o in de laatste regel weg plus de punt aan het einde. Het Riet. Tegen het einde heb je twee woorden met een'''' ik bedoel accent erop, dit vind ik uitermate lelijk, in de Libertinageversie zijn ze nog eens gespatieerd ook. Ik wilde ze cursief laten zetten, dat zijn dan de woorden in en ook. Het woord Riet in drie regels daarvoor in hoofdletters, nietwaar?
Aan.. onbekend, De eerste versie is mooier, ik bedoel de kortere met het meisje tussen gedachtestreepjes. Die wil ik dus nemen.
Voor de rest stuurde je me natuurlijk veel teveel voor een bloemlezing waarin van iedere dichter slechts vier of vijf gedichten komen. Wat wil je dat ik met al die gedichten doe? Ik zou ze wel graag willen houden en onder de H van Jan H. opbergen, maar heb je ze liever terug, schrijf me dat dan even in je volgende brief en ik stuur ze je per omgaande.
Hoe vind je deze keuze? Ik hoop dat je het ook hier mee eens bent. Als je in een halve pagina iets over je poëzie wil zeggen kun je je gang gaan en me dat sturen. In jouw nieuwe stijl nog mooier. Zeg iets over je mikro-productie, anders doe ik het!
Hartelijks
Simon
Andere dichters: Andreus, Campert, Claus, Lodeizen, Lucebert, Rodènko, ik. Misschien Elburg, Kouwenaar.
NIEMAND MEER!
Dank voor artikel.
Kreeg je het PODIUM dat ik stuurde?
Claus - Appel? En Blurb?
| |
| |
| |
Simon Vinkenoog
7, rue de Duras
paris-8
Dinsdag 19 Juni 1951
In een brief van de 12e Juni vraagt Stols mij: Bezit U van al de dichters van Atonaal foto's? Dan kunnen we de cliché's laten maken, tenminste als de Vries er de goede oplossing voor vindt.
(Atonaal is de titel van de bloemlezing, de Vries (Han de V.) is de typograaf, mij onbekend).
Ik heb de foto's van al de dichters niet, maar ik geloof wel dat het de moeite waard is ze Stols in elk geval te zenden. Doet gij, Aldedichters, dit even? Elburg ook een van Schuur, indien mogelijk? Adres: Van Blankenburgstraat 71, Den Haag. Hij kent jullie nu wel, al geloof ik niet dat hij een der gedichten van de bloemlezing heeft gelezen. Hij krijgt binnen veertien dagen de maquette, in de tussentijd kreeg hij van Karel en Corneille twee tekeningen.
Ik citeer uit een zeer officieus contract dat S. mij zond:
1. | De bloemlezing zal zo mogelijk nog in 1951, en anders vòòr de Boekenweek in 1952 verschijnen. |
2. | Als honorarium betaal ik aan de dichters fl.6. - per gedicht, daarbij aannemende dat geen verdere kosten van overnemen aan derden moeten worden betaald. |
5. | Iedere medewerker ontvangt twee gratis exemplaren. |
6. | De medewerkers zijn gerechtigd meer exemplaren bij de uitgever te bestellen met een korting van 33⅓% gladaf, mits deze contant worden betaald. |
7. | De oplage wordt voorlopig bepaald op éénduizend exemplaren., in de handel. De uitgever heeft het recht deze vóór het verschijnen te verhogen of te verlagen en zal de juiste oplage aan den heer Vinkenoog mededelen. |
8. | De uitgever zal trachten van den drukker gedaan te krijgen dat het zetsel bewaard blijft, en zal bij herdruk de in de punten 2, 3, 5 en 6 bepaalde condities wederom nakomen, tenzij inmiddels anders wordt overeengekomen. |
9. | Het auteursrecht der gedichten blijft bij de medewerkers. |
Tot zover meneer Stols. Ik schreef hem al terug (en hoop dat hij het
| |
| |
aanneemt) dat in geval van verhoging van de voorlopige oplaag het honorarium evenredig verhoogd hoort te worden. Bij 1250 exemplaren f 7.50, bij 1500 f 9. - enzovoort. Het zou n.l. anders voor hem een mogelijkheid zijn een soort herdruk uit te geven die hem geen cent aan honorarium kost. Bovendien heb ik gestipuleerd dat onder gedicht een pagina gedicht wordt verstaan, dit omdat er enige langere gedichten in voorkomen.
Natuurlijk verandert het honorarium niet, als de oplage verkleind zou worden, het is trouwens onmogelijk een zo miniem bedrag alsnog te verlagen! Maar ik geloof anderszijds niet dat hij er veel aan verdient. Misschien überhaupt niet.
Ik voel er tegen die tijd weinig voor om als bankier te fungeren. Stols zal de honoraria aan de medewerkers apart uitbetalen, per postwissel ofzo, ik lever hem de lijst met adressen (Waar zou wijlen Lodeizen wonen?), wanneer gij mij opgeeft hoeveel extra-exemplaren van Uw dienst zijn, buiten de 2 gratis-exemplaren om, dan kunnen die meteen besteld worden en het verschuldigde bedrag van het honorarium worden afgetrokken. Laat dit - er is geen haast bij - even weten alstublieft, menigte.
Tot ziens, het allerbeste (En stuur die foto's zo gauw mogelijk naar Stols, mooie vooral!)
Hartelijk,
Simon Vinkenoog
ps Blurb verschijnt niet meer, ik heb er geen zin meer in. Ik ga ook (weer) verhuizen. En ik ben evenmin bloemlezer van mijn vak! Maar dat geeft allemaal niet.
Beste Jan,
Wanneer je me even het papiertje stuurt dat ik je zond, dat papiertje met je bizonderheden, kan ik dat veranderen met de aanwijzingen van je brief naast me. Dan vraag ik Stols, die het ms al enige tijd in zijn bezit
| |
| |
heeft, het alsnog te willen opnemen in de plaats van wat ik hem zond (het afschrift stuurde ik je). Begrijpje? Vlug, ik heb echter zelf geen tijd te schrijven. Hartelijk, hartelijk, Blurbgroeten,
Simon
Hotel de Verneuil
29, rue de verneuil
Paris-vii
Jan Hanlo,
Dank voor je onaangename brief. Bijgaand de vertaling, gemaakt, zoals je ziet, door de vrouw van je vriend Rudy. Dat we dit genomen hebben inplaats van het andere, is na onderling overleg: Rudy, Ethel, Remco en ik.
Maar ik vind het o.k., dat je je terugtrekt. Als deze vertaling je niet bevalt dan zeg je dat maar, en dan zal ik dat blad laten weten dat de auteur dit niet verkiest. Het schijnt je te ontgaan dat ik totnutoe uitsluitend voor anderen heb werkgemaakt, me voor ze ingespannen e.d.
Vanaf heden scheid ik hiermee uit. Ik wacht wat deze Amerikaanse publicaties betreft op het resultaat en dan zeg ik: dag aan de Nederlandse literatuur en ga me aan de ereativiteit van de heer Vinkenoog wijten.
Ik neem je niets kwalijk, je wilt trouwens geen excuses aanbieden, dus dat is ok. Ik neem het je bovendien niet kwalijk, omdat Jossie het niet waard is. Daarentegen loop je nog wel vrij rond dus je bent verantwoordelijk voor wat je zegt, doet en schrijft.
Ik neem je alleen de uitdrukking kwalijk ‘dat je dit alles stilletjes zo bekokstoofd hebt’, die een indrukwekkend overzicht van je gedachtengang aangeeft. Ik dacht dat je me beter kende, maar wellicht zijn o.a. de Critieken op Atonaal je niet mooi of gunstig genoeg. Dat wist je anders
| |
| |
vantevoren en je had je ook dààr terug kunnen trekken.
Simon V.
26 Februari 1952
| |
St. Ay...., Maart 1952 (...)
Beste Jan,
ik had voor mijn vertrek uit Parijs geen tijd meer je lange brief te beantwoorden. Dus nu even, wel sommair.
Met je nieuwe regelindeling heb ik rekening kunnen houden voor de herdruk van Atonaal die binnenkort in 1000 ex. uitkomt. De voorwaarden zijn dezelfde als voor de eerste druk: f 6, - per pagina plus 2 ex. Je krijgt dus je honorarium en de ex. zo spoedig mogelijk. Ik weet niet of ik nog drukproeven krijg, in elk geval heb ik jouw brief om nauwkeurig mee te vergelijken!
Wat betreft de Aap publicatie - ik weet nog steeds niet, dit in tegenstelling tot wat Rudy je schreef, of deze doorgaat - als ik drukproeven krijg, breng ik de veranderingen aan, en in elk geval ligt het in mijn bedoeling om na mijn vacantie, aan het eind van deze maand naar het blad te schrijven en dan stel ik ze meteen op de hoogte van de veranderingen in je tekst.
Als ze zijn gaan drukken en publiceren zonder mij daarvan eerst op de hoogte te stellen, ben ik ten opzichte van jou de schurk, nietsnut en idioot die je in me schijnt te zien en dan wacht ik met spanning af wat je tegen me gaat ondernemen zoals aangekondigd.
In elk geval, hier aan de zonnige Rivièra is er niets dat me verder afstaat dan de Nederl. poëzie en haar complicaties, ik voelde het echter als een plicht je brief te beantwoorden. Dag Jan,
je Simon V.
| |
| |
Beste Jan,
Het is een lange tijd geleden dat wij elkaar spraken, schreven of anderszins communicatie-middelen gebruikten, de levens die wij leiden brengen ons niet daartoe in elkaars armen te vallen en te snikken van vreugde. Helaas.
Ik doe je misschien wel plezier door je te vertellen dat ik een amerikaans vrouwspersoontje heb, wier haarkleur doet aannemen dat zij, indien zij man ware, jouw baard zou kunnen dragen, bovendien komen wij beiden in Maart/April naar Amsterdam en hopen je te zien, misten je de laatste keer.
Dan de zaken: Barth, de vertegenwoordiger van Stols, die zelf in Guatemala de bevolking opruit, gaat een nieuwe druk van Atonaal maken. Ik ben de bijdragen aan het bezien, jij schrijft als ik het wel heb, weinig - nu doen alsof ik niets weet - maar je hebt in een rood pamflet een mooi sonnet gepubliceerd dat begint ‘goeden nacht mandarijn’, dat ik in de nieuwe druk gaarne in de plaats van ‘Aan.. onbekend’ wilde opnemen. Kan dat? Ik deel de andere medewerkers, die een vervloekte hekel aan schrijven hebben, mede, dat als ik geen antwoord van ze krijg, zij het met mij eens zijn naar ik aanneem, dit geldt dus ook voor jou, vooral waar ik kopij aan het eind van de maand beloofd heb. Wil je het met mij eens zijn? Maar als je me gaat antwoorden, wat ik hoop, kun je me dan laten weten wat je in je bio-bibliografie wilt hebben? Wat er nu staat? Dat gevleid/begrepen/criticus/werk/iets dergelijks/ doet me nu onaangenaam aan, om de een of andere reden.
Ik heb het gevoel iets verschrikkelijks verzuimd te hebben, d.i. je hebt van mij geen exemplaar van mijn boek gekregen. Als je het hebben wilt, kun je Bert Schierbeek om een ex. vragen, indien niet gratis, dan op mijn rekening, en mij deze onelegante handelwijze vergeven? De opdracht 'in herinnering aan onze briefwisseling in 1950' komt dan later, zoals alles in dit luizenbestaan later komt. Dag beste Jan,
als steeds je
Simon
18 Februari 1955
| |
| |
| |
3/3/55
Beste Jan,
Hoewel ik je zeer erkentelijk ben voor je brief die ik in het amerikaans vertaalde voor de rode Rory, en eveneens erkentelijk voor de bijlagen in de vorm van Zuidelijke Galerijen en Oote, waarvan ik al een exemplaar bezat, moet ik toch tot de overtuiging komen dat aan mijn (mijn?) keuze niets meer te veranderen valt.
Ik hoop dat ik je daar niet mee teleurstel. Je Sonnet (in Oote), dat ik al van je koos, lijkt mij het enige gedicht dat je in je nieuwe periode over het voetlicht doet komen.
Misschien zou je je proza-boek moeten afmaken? Ik weet dat men er met smart op wacht. Ik las het fragment dat je eruit publiceerde in de Schrijversalmanak.
Overigens wordt de nieuwe druk van Atonaal simpeler, geen uitgebreide bio-bibliografietjes meer, maar een luttele vermelding van de geboortedata en zo, en de lijst van uitgaven. Voor jou dus de dichtbundel, de twee pamfletten ‘Oote’ en ‘Het Vreemde Land’ en medewerking aan de bloemlezing Zes Minnaars & Galerie Zuid. Dat is al meer dan ik van de anderen vermeld, mensen met een omvangrijker oeuvre negligeren hun medewerking aan bloemlezingen e.d. te vermelden; zelfs ik. Ik bedoel maar zo, ik moet je weer bedanken voor de moeite, ik ben ook zo moei/zeggen ze.
Voor het samenstellen van de derde druk heb ik van Uitg. Stols twee exx. van de tweede druk gevraagd, en voor hen waarvan ik gedichten opnam die al in die druk stonden, nam ik de desbetreffende paginaa en plakte hem op een blad papier, zodat al jouw gedichten - behalve het Sonnet, dat ik zeer zorgvuldig overtikte met het oog op de komma in het midden - precies zo worden als in de tweede druk. Daar stonden toch geen fouten in? Zelfs al zal jij misschien niet de proeven corrigeren, je hebt toch wel dit beetje vertrouwen in me? Heb ik al niet in mijn jeugd
| |
| |
van Blurb en Atonaal je belangen ten opzichte van de zetduivels goed behartigd? Ze hebben je, onder mijn naam, nooit lastiggevallen, ik liet ze op het papier een schielijke dood sterven, enzovoort; je weet wat we niet bedoelen, evenmin als een ander. Waarom publiceer je niet een proza-fragment in Podium? Ja, waarom niet, waarom wel in Galerie Zuid? Dat is toch geen goed blad? Nee? Beste Jan, tot in de Cineac, Zaterdagmiddag 19 Maart, binnen 17 dagen komen we met de klm op het Museumplein aan. Je organiseert de optocht en de arc de triomphe voor ons wel? Fotografen, handelaars in voorbehoedsmiddeltjes en dominees van harte welkom. Dahdag, groeten ook van de rooie,
Simon
| |
Simon Vinkenoog
Bloemgracht 8
Amsterdam-C.
tel. 67540
12 november 1962
Beste Hans, Remco, Hugo, Jan, Rudy, Gerrit, Hans, Lucebert, Sybe, Paul, Bert, Koos(?),
In de serie schrijvers prentenboeken verschijnt volgend jaar - liefst nog voor de boekenweek, eind maart - een uitgave gewijd aan de eerste jaren van de Vijftigers. Gerrit Borgers heeft mij gevraagd hiervoor fotografisch en ander materiaal te willen inzamelen; gaarne doe ik een beroep op je mij hierin behulpzaam te willen zijn.
Gezien de aard van deze uitgave zijn wij vooral op zoek naar foto's, liefst onbekende. Kun je mij voor enige tijd afstaan foto's van jezelf en/of anderen uit de jaren 1948-1953? Als afsluitdatum stelde de redactie van de Prentenboeken voor de bekroning van Lucebert in het Stedelijk; daarnaast stelde ik voor het boek te openen met foto's van Ued. uit het jaar 1950 of daaromtrent, en te sluiten met foto's van Ued.
| |
| |
anno nu. Recente foto's zijn dus éven welkom, of opgave van de fotograaf(en), die alsnog door mij zal (zullen) worden benaderd.
Bovendien zag ik graag spoedig tegemoet een antwoord op de vragen onder deze brief; het spreekt vanzelf dat de tekst je t.z.t. ter inzage en eventuele correctie zal worden gestuurd of overhandigd - misschien is daar een mooie avond van te maken!
In afwachting van spoedig tegenbericht, met beste groeten,
Simon V
1. | Waar vond je debuut plaats, en onder welke omstandigheden? Zowel officieel (gedrukt, in ts. of elders) als minder officieel, gestencild of clandestien. |
2. | Kun je in het kort aangeven waar je je literaire collega's onder de Vijftigers voor het eerst hebt ontmoet? Indien in de vorm van een anekdote te beschrijven, heel graag! |
3. | Wie hebben je het meest beïnvloed, denk je, op het ogenblik dat je tot schrijven, resp. publiceren kwam? |
4. | Wie heeft volgens jou het best over je geschreven, en wie het slechtst? Graag knipsels ter inzage en/of opgave naam/datum/plaats. |
5. | Wat vind je op het ogenblik van ‘de vijftigers’? Heb je in de beginjaren over je generatie een oordeel geveld, dat nu nog te publiceren is? Graag wat betreft de eerste alinea van deze vraag een citeerbaar antwoord! |
6. | Graag ontvang ik andere suggesties, ideeën, citaten, namen fotografen e.d. plus mening over dit plan.
Mocht het schriftelijk beantwoorden van deze vragen op moeilijkheden stuiten, dan wil ik graag de antwoorden komen noteren. Deze brief werd verzonden aan de medewerkers van de derde druk (groene uitgave) van Atonaal. |
Het boekje van 40 pagina's wordt geen studie, maar een illustratie!
Dag Jan! Ik ga deze week (of de volgende) naar Den Haag onze brieven zoeken. Borgers vindt 't een mooi plan en de Bij wil wel uitgeven!
|
|