Matthijs van Boxsel
De bevrijding in de paradox
De natuur liegt niet, maar verraadt een waarheid. Het ontbreekt de wolken aan de intentie om ons te bedriegen. De mens daarentegen kan liegen. Hij is in staat tegen de regels en wetten te handelen. Zijn strafbaarheid verheft hem nou juist tot zedelijk mens. (moe, 242)
Menselijk gedrag kan niet los worden gezien van bedoelingen. Dan is beschrijven en duiden niet voldoende, maar moeten we interpreteren, kijken naar de regels die men volgt.
De paradox van de leugenaar is nu juist dat hij zijn best doet om zo natuurlijk mogelijk over te komen. Hij doet alsof er geen vuiltje aan de lucht is, hij speelt mooi weer. Willen bewijzen dat hij liegt is dan ook een probleem omdat het de interpretatie van zijn woorden stelt tegenover het duiden van bepaalde onvervalsbare trekjes. Bij wantrouwen stokt de dialoog. Wij stellen ons niet langer begrijpend op, maar vallen terug op onze eigen vooroordelen. Tegenover de volhardende leugen stellen we de logos voor wie er maar één waarheid is, en die is bitter. Wij zoeken het theoretische gelijk. Wij zien de mens niet alleen als mens, maar in de eerste plaats als een fenomeen. Wij kijken niet alleen naar wat de spreker schijnbaar bedoelt, maar vooral naar wat hij onbedoeld verraadt. Wij proberen iemand te betrappen op een discrepantie tussen zijn woorden en de harde feiten, een logische fout, of een onvervalsbaar symptoom. Vooral naarmate de leugen betrekking heeft op meer onweegbare zaken als een gevoel zijn we aangewezen op het diagnostiseren van de natuurlijke tekens.
Het volksgeloof dat de leugenaar zou barsten, zwart zou worden, een kruis op het voorhoofd zou vertonen, een snelgroeiende neus zou krijgen, of dat er zich spontaan een rookpluim boven zijn kop zou verheffen, is wetenschappelijk onjuist bevonden. En ook de leugendetector die reageert op het zweten dat de angst van de leugenaar moet verraden, is onbetrouwbaar, omdat het ook kan wijzen op hoge bloeddruk, een slechte nier-functie of angst voor machines.
Juist in het geval van menselijk gedrag moeten we een grotere ruimte