Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1982 (nrs. 21-24)

[p. 199]

Over de medewerkers

J. Bernlef, geb. 1937. In 1981 verscheen van hem de roman Onder ijsbergen, dit jaar de dichtbundel Alles teruggevonden / niets bewaard.

S. Dresden, geb. 1914. Is emeritus hoogleraar van de Rijksuniversiteit te Leiden, waar hij sinds 1947 doceerde (Franse letterkunde en ten slotte Algemene literatuurwetenschap). Publiceerde na zijn proefschrift over Valéry en Proust (L'artiste et l'absolu, 1941) tal van studies over onderwerpen uit de Franse letterkunde en vooral over theoretische problemen, o.a.: De structuur van de biografie (1956), Wereld in woorden. Beschouwingen over de romankunst (1965), Symbolisme (1981).

Remco Ekkers, geb. 1941 in Bergen (N.H.). Publiceerde gedichten in De Gids en in Vrij Nederland (‘De blauw geruite kiel’). Is sinds 1976 vast medewerker aan de Poëziekrant. In 1979 verscheen de cyclus Buurman.

Rutger Kopland, geb. 1934. Debuteerde met de dichtbundel Onder het vee (1966). Zijn laatst verschenen bundel is Dit uitzicht (1982).

Henri Michaux, geb. 1899 in Namen. Dichter en schilder, woont in Parijs. Na gewerkt te hebben als matroos en taxichauffeur begint hij in 1925 te schilderen en te tekenen. Reizen naar Equador (Equador, 1929), Noord-Afrika, India, China, Indonesië (Barbaar in Azië, 1933, nederl. vert. 1976). In 1955 eerste mescaline-experimenten en daardoor geïnspireerde tekeningen en teksten. 1964 overzichtstentoonstelling in Het Stedelijk Museum. Publikaties o.m. Un certain Plume (1930), Exorcismes (1943), La vie dans les plis (1949), Face aux verrous (1954) Passages (1950). Van Poteaux d'angle verschenen eerdere versies in 1971 en 1978.

In 1972 verscheen in het Nederlands de bundel Verschijningen, een keuze uit zijn werk, waaronder Plume. In het volgende nummer van Raster zullen gedeelten gepubliceerd worden uit de recente bundel Chemins cherchés Chemins perdus Transgressions (1981).

Hans van Pinxteren, vertaalde werk van onder meer Artaud, Flaubert, Rimbaud en Vaché. Hij publiceerde de dichtbundels Verstuivend gebied (1979) en Vluchtig schuinschrift (1981). Een prozawerk onder de titel Moord in de onvoltooide tijd is in voorbereiding.

Peter Rosei, geb. 1946 in Wenen, waar hij ook leeft. Publiceerde verhalen (gebundeld in Frühe Prosa, 1981), essays en romans, waarvan Die Milchstrasse de omvangrijkste en meest recente is. Het hier gepubli-

[p. 200]

ceerde essay verscheen nog niet eerder in druk.

Gerard Verbart, studeert Engelse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en debuteert in dit nummer.

Paul Valéry, 1871-1945. Studeerde rechten en hield zich daarnaast bezig met architektuur, wiskunde, muziek en schilderkunst. Begint in 1894 aan De avond met Mijnheer Teste. Na Introduction à la méthode de Léonard de Vinci (1895) en Monsier Teste (1896) zou hij pas in 1897 weer nieuw werk publiceren, de gedichtenbundel La jeune Parque. In 1921 hield het tijdschrift Connaissance een enquête die Valéry aanwees als grootste hedendaagse dichter. Op initiatief van generaal de Gaulle kreeg hij in 1945 een staatsbegrafenis; al vele jaren was Valéry een van de meest vooraanstaande letterkundigen in Frankrijk geweest. Tot het weinige dat er van hem is vertaald behoort Mijnheer Teste (1975).

Eddy van Vliet, geb. 1942 in Antwerpen. Ontving in 1967 de Reina Prinsen Geerligsprijs. In 1975 ontving hij de Jan Campertprijs voor zijn in 1974 verschenen bundel Het Grote Verdriet. Recente publikaties: Na de wetten van Afscheid & Herfst (1978), Glazen (1979).

J.F. Vogelaar, geb. 1944. Meest recente boekpublicaties: Raadsels van het rund (1978) en Alle vlees (1980). Schrijft literaire kritieken in De Groene Amsterdammer.