Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1982 (nrs. 21-24)(1982)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Gerrit Kouwenaar Drie gedichten aire Laat in het najaar tot stilstand gekomen is het nog niet laat het gegeven bos dat uit bomen bestaat de gelezen steil oplopende akker daarachter die de verte opheft uitstappend loopt het verhaal vast in een komma: windschaduw, sela, wit regel tussen aankomst en weggaan de betrapte brief op het pad een blad tussen bladeren, echo noch oor, geen woord dat verwijst, zelfs geen hek ergens voor verraadt dat het later, hoe het ontknoopt - [pagina 38] [p. 38] uitzicht Meetlint opgerold, uitgeteld, alle afstand opgemeten: het uitgelegd pad maar de bron die de wolken herhaalt of gelest in zijn bed ligt voetstap na voetstap geboekt, tijdstip na tijdstip geledigd in lengte: dicht gegroeid, uitgeroeid, bitterzoet, wespen: alles zichzelf, overbodig, aanwezig in het huis, het blindst van de vlek in de oogappel van zijn bord eten zit men voor zijn uitzicht ziet men dag na dag de vervulde bergen grondig als weinig, bevend van verte, haast totaal uit de lucht gegrepen - [pagina 39] [p. 39] tuin Achter het oog gezeten, opengezet op alles wat al gebeurd is, de bliksem waarmee de wimper het boek dichtslaat hoor hoe de roodstaart onzichtbaar zich in de bruidsluier opwindt en ontzeg het potlood het doodgaan de hond die opkijkt naar de verbazing zijn licht dat blind op niets nieuws wacht de boom waaruit langzaam een slang valt, steeds langer tot hij ophoudt - Vorige Volgende