Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1982 (nrs. 21-24)(1982)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Hans Tentije Uit de cyclus ‘Nachtwit’ (2) Om ook maar iets op elkaar in te lopen of op de over 't asfalt jagende wolken eindelijk een voet te kunnen zetten de weg langs die soms helt, uit zichzelf een helling neemt, in zichzelf besloten 't uitzicht opent alles onveranderlijk verandert - ik wachtte op haar in Arles, op een grijzige kade in de bocht tussen 't station en 't museum Réattu kolkte de Rhône, opgezweept door de noordenwind ondermijnde stenen pijlers - een verdwenen brug van oever tot oever de hemelboog daarboven de tijd zoek te brengen onder de geelste platanen met 't wegschoppen van afgevallen stukken schors 't tellen van twee, hoogstens drie afgemeerde aken ‘... ze komt, komt niet, komt...’ [pagina 68] [p. 68] geen luwte, nergens beschutting tegen 't verdere verloop - achter 't hekwerk bij de thermen de zwerfkatten, vlak aan de rivier waarin niemand ze als jong heeft weten te verdrinken is er behalve de wind die ze aait nog de vrouw die ze iedere dag komt voeren alleen nu, langer dan anders, blijft staan praten tot een van de katers, een cyperse, 't genoeg vindt z'n nagels in haar jurk zet, met trillende staart tas en benen natpist - ik wachtte in Arles, maar zij was door naar Aigues-Mortes 't licht mondt er uit in een vlakte water valt weg tegen de lucht - op 't buigen van zeegras en riet deint 't gezicht dat ik graag was vergeten en toch niet meer goed voor me halen kon [pagina 69] [p. 69] Aigues-Mortes - binnen de uit zout opgetrokken muren waaraan 't ruisen zich allang heeft verwijderd zo ongeveer als ik me ooit verwijderde van zee had ik haar zeker gevonden maar niet zonder dat ik begonnen was haar meteen weer te missen - wolken stonden zwart in de ramen 't begin van de avond erna Vorige Volgende