Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1981 (nrs. 17-20)(1981)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 119] [p. 119] W.J. van Wouten Grondtrekken van een jacht het dier is naar zijn kleur genoemd wie het bij de naam noemt zal het niet vangen het is hasan is grijs glanzend en hasu is grauw het is het haas met zijn bol met zijn lichten het haas met zijn sokken zijn pluim zijn lepels zijn wit bij verbranding als verzachtende zalf vervolgen vervolgen vangen en doden pijl en boog en slingers en netten jachten jagen men schiet met het schot goed gekeeld geklank en gekerm voorbij het geknaag gewicht bijna vijf kilo- lengte vierenvijftig lengte oor negen- staart acht centimeter het dier heeft geen gespleten tong het dier slaapt niet met gesloten ogen het dier heeft geen donkere ogen het dier heeft geen lichte oorpunten haas is een woord en zogenaamd haas staat in dubio- het haas maakt een mannetje de haas is een woord van vier letters een woord dat aandurft wat het niet kan een woord uit een loze noot een woord dat op geen plaats ergens aan denken doet een woord dat niet voor iets anders staat woord is een woord evenals haas [pagina 120] [p. 120] schrijven schrijven overschrijven en over boek en luister en praat en stilte overdenk gedachten men schrijft met het schrift wat moet vermeld moet kiskassen op papier valt er uiteindelijk in op afstand draait een rad zich af in zicht de lepelman slaat over zijn eigen kop nog voor de langoor ligt is er geen knal te ho hoor je het schot van het al schoudervrij geweer de jager heeft zijn meester lampe grondtrekken van een jacht de handjacht met de tweeloop pen net de paadjes in het jonge graangewas wat op papier komt drukt zich als een haas wat volgt vernesteld het wat legt neer wat op de loop werd gebracht? wat doet het haken slaan en contraspoor maken? het punt van nekslag stopt het klagen spoorsneeuw- beschreven papier voldoende om het te kunnen lezen voor jachtwijze ogen is in iedere regel de warme hand te volgen de wisselwoorden voor wat men niet weet dat gevangen zal worden tot gevangen is oog om oog schutkleur van het woord van zuiver geel en zuiver blauw of zuiver groen en zuiver rood op deze jacht is de waarheid dikwijls onwaarschijnlijk de nevel die het geweer langer maakt wit schijnt violet op geel [pagina 121] [p. 121] een kogel op het blad van een vluchtige ree plaatsen een woord op het blad van een vluchtige regel plaatsen groene taal om de vinger krom te maken daar komt het litteken zegt een jager wanneer het koud is zie je dat het er zit het was een schampschot van een patronenvreter sindsdien noemen we hem het litteken onderons daarover praten we niet hardop zegt een jager hij dacht dat daar het litteken kwam daar kwam een jager zonder litteken een jager die men niet zo noemt alle mannen zijn zonder hoofd geheel groen zonder hoofd zou men zich vergissen in elkaar een jager komt er aan met op het voorhoofd het litteken komt nooit zonder de jager vroeger kwam de jager zonder litteken toen was hij meer groen dan tegenwoordig hij kijkt op wanneer je litteken zegt na afloop in het café zie je het bijna niet of bijna wel gelijk het schot dat hem trof wat hij nooit had zal hij altijd houden ze noemen hem het litteken nietwaar dat woord een dakhaas mist de schijn van kans [pagina 122] [p. 122] (een aangeschoten haas kwekt of klaagt of schreit zoals stoelen kunnen kraken zoals kraaien kunnen krauwen zoals mensen kunnen lachen zoals zand en zand in vet kan krassen zoals dood hout knappert zoals een tuin versneld verwildert en zoals stoelen op dit moment niet kraken zoals kraaien op dit moment niet krauwen zoals een tuin zoals de haas op dit moment niet aangeschoten is maar getroffen in leven en niet klaagt of kwekt of schreit) [pagina 123] [p. 123] ‘Een veldarbeider had reeds eenige ochtenden een haas zien wegspringen als hij op zijn werk in 't veld kwam. Daar zat natuurlijk meer achter, vermoedde hij. De derde of vierde morgen ging hij nu met zijn geweer op pad, hij zag de haas, schoot, maar: hij raakte het dier niet. Het vermoeden, dat er meer achter zat werd nu sterker. Nu zal ik hem wel opdoffen, zei hij aan zijn kennissen. Hij nam een dubbeltje, verbrijzelde het en deed dit als lading op het geweer. Hij kwam op zijn werk, maar... de haas was er niet. Dat er meer achter had gezeten, was nu zekerheid geworden.’ in mijn brede bovenlip verscholen ligt de eitand die niet afvalt, buiten het zicht van de ogen om mij heen. uit iedere schaal rond elk woord zou ik het verhaal willen hakken dat er in geborgen ligt, om schijn aan het licht te brengen; wat stom en obsoleet lijkt, lijkt spatterig opsommen: ik steek mijn stekende wolfsklauw in meel zodat ik anders ben voor wat anders is haas komt dan nog wat losser in het vel vanuit de dooier zoekend: eiwit- eiwit dat niemand vrijspreekt- niemand wordt nog op zijn woord geloofd - eiwit spat niet los van alles houdt het zich aan zich vast maar simpelman is liever goedkoper blij voor hem is de aardappelbovist een hazeëi [pagina 124] [p. 124] met trommels is het kwaad hazen vangen het is haast stil omdat een jager zeggen moet dat het stil is om het stil te laten blijken het is stil omdat iemand het geluid verbood iemand zei sssss- t st ha aas haas aast haast as haas is een woord met een haars resultaat onbeschrijflijk het beschrijflijk vlak naar waarheid een potlood kan niet op het eigen hout schrijven het haas maakt nooit vluchtspoor uit zelfvrees geen kwast verft zijn eigen varkensharen het zich voorhouden is onbekend wij met onze woord nooddruft wij wezens met het woordgebruik dat in verschijning en smaak overeenkomt met het bekende zonder de werkzaamheid van het bekende een zichzelf opgedrongen voorstelling inbeelding en het woord moet getroffen worden laat het niet huppelen of schuiven haas moet men laten pekelen en uitsteken het luie zweet laten vloeien uit de wonden woorden staan ergens voor en verhullen werkelijkheid bij ieder woord zou zogenaamd gezegd moeten worden woorden zijn ontleend aan feiten de feiten zijn bijvoorbeeld spiegel- dit figuurlijk letterlijk woorden met deze diepgang lijken rompen die rampen oproepen juist het manoeuvreren in deze vorm houdt de waarde varend een woord van stem tot stern [pagina 125] [p. 125] van hier tot de luchtrivier aan de rand papier strekt zich het heerszuchtrevier in het vierkant met het oog vizierlijn - doelwit samengebracht en de momt de mond de loop loopt over op azen uit met een oneigenlijk gevulde weitas woorden bot vacht bloed vet uit het struikgewas geholpen door halsgevende honden is de zoekjacht uitgeschreven want de oren mogen niet nòg dover de vluchtende kromme nagelt de prentlijn schier schier is wit is alleen de naam van wit verwant aan het schier dat nagenoeg betekent of bijna gelopen niet ontlopen- bebroed maar onbevrucht haas en schildpad- namen geven is geen kunst omdat de wind honds is dus het haas verraadt óf hazevlees peper zout tijm en laurier stoven in wijnazijn óf de zwarte kraai pikt de ogen uit de romance van de maan maan is de haas geen lucht bedekt haar nog met een sluier haas is vruchtbaarheid dood en zonnegod maanwezen en bedrieger [pagina 126] [p. 126] ‘In 's Gravenland wist men te vertellen van een haas, die bij de kerk werd gezien, maar steeds verdwenen was in den jachttijd, wanneer hij geschoten kon worden.’ helaas is het niet dat ik soms met de el moet uitmeten het ontluisterende dilemma van deze jachtpartij het is als het ware of één van de snijtanden weken geleden is afgebroken en het einde voorspelbaar wordt niet vindbaar voor vinders en klaar voor wie kijkt het woord dat het woord haas tot woord heeft gemaakt je weet dat je een dode haas hebt wanneer je het doodt misschien slaat de haas door of slaat de haas door en speelt men hier blufpoker hetzelfde als blufpoker in deze kamer staat een tafel die voor een toneelstuk werd gemaakt het is er niet aan af te zien en daar op bloed bonzend in de aderen van de jager de aderen van de hond en van de grasbuik de dader moet zich nog bewijzen met de daad niet in het wilde weg het wilde weg niet te veel voorhouden of te kort schieten maar schotzeker en de hond een zachte bek een adembenemend schot een schot een laatste les in catacoustiek koestiek tiek of bedrog in dit revier lijken woorden en letters figuurlijk scheef te staan als de letters van fraser lijken met de gearceerde omtreklijnen een soort schutkleur ermee aanduiden of bedekken het heeft allemaal iets gearceerds in zich omdat lijnen doen lijken op het is duidelijk geen albino in de sneeuw niet het woord haas in blinddruk afgedrukt duidelijk wel het overbelicht van het onderwerp [pagina 127] [p. 127] waardoor de omgeving in een duidelijker contrast komt te staan met het opgemerkte het overduidelijke onder het groen geboomt gezeten waren zij geheel vergeten wat zij moesten jagen gaan: niets geen liefde voor het woord! laat de boter bruin worden om de haas hierin dicht te schroeien we eten het lijk en het haas op! verboden voor nuances- verboden door nuances vanuit elk oogpunt is geen ontsnappingsmogelijkheid open de woordwaarde heft zich op het lijkt op een vacht want het is een vacht evenals miss blanche gaat hr. h.s. in rook op de knoop uit het touw is touw zonder knoop bij touw zonder knopen wordt nooit over knopen gesproken het jagen doet de jager de dagen vergeten: de jacht om de jacht is het schieten op foto's met de windbuks door stukken haas gevormd het woord haas fotograferen de betekenis wordt direkt bekend- wat is het niet- het woord is een uiteenzetting van een bepaald objekt hatsjie is het woord van de nabootsing van het geluid of het dier is dood of het dier blijft dood wordt opgezet als bewijs dat er ooit leven was een veilig middel voor al uw was woorden die je hier niet ziet bestaan wel [pagina 128] [p. 128] wie niet luisteren wil moet voelen met de ogen het spoor van een haas elimineren of prepareren -dat is geen haas dat is de verpakking dat is geen wel een haas: japans moe schiet lood schenk lood in zijn nog levende lever de slagtand van de hond- fang in zijn liver het geweer de brulzieke koe de jachter vuur! steen in beek vuur! victorie! victoria natuurzuiver! [pagina 129] [p. 129] èèèèèèèè!! klaagt de draaischreeuwende haas het spaanse libre is uit het liebre gevaagd de jager heeft gejaagd op een haas en ving een kadaver zo lukt het om een woord te vangen en te vernietigen er riep nog een doorstrepende stem- taal komt niet of niet later dan het gebeuren of later uitgezonderd wanneer taal uit en in taal ontstaat kijk met ogen die aan lagophthalmos lijken te lijden het is hier niet door m'n hand naar m'n hand te zetten ik zag het haas en het woord haas dubbel de dubbelganger zag ik dubbel- het sprong in m'n oog drijvers! drijvers! het gillen dat de dood oproept woorden zijn om het zinken van de wereld tegen te gaan de enige functie van een woord is: drijver zijn! na lang koken valt het vlees uit elkaar uit zich zelf gevallen vlees aan wat er is kan men soms zien wat er was het doek laat weer zien wat het is- de jager een acteur de haas werd verwacht- vanuit de donkere zaal weet je nu dat het litteken er was in schmink er onder is de huid zoals de huid moet zijn of is de huid een litteken dat extra werd bijgekleurd huid zoals huid moet overkomen bij de toeschouwers op het witte doek zie je niets- verschijnt het woord wit dan verdwijnt wat niets was het is allemaal bij voorbeeld wat hier geschreven is dat is gebeurd in het land van kalbassen waar de leugens op de bomen wassen- wat hier geschreven is of niet is niet zo bedoeld wat gemeend is alles wat niet hier niet is geschreven bij voorbeeld het voorbeeld Vorige Volgende