Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1980 (nrs. 13-16)(1980)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] • Paul Louis Rossi •Cose Naturali (en in de betrachting van de stilstand) En in de betrachting van de stilstand zich zo koud beschouwend als een steen zoals Het hout is van een tafel zich plooiend naar de plicht ongevoelig te worden en hard... Want De vijf kleuren zegt de Wijze makende mens blind de vijf klanken maken zijn Oren doof... ook legde hij zich erop toe de laatste gevoelens te vernietigen zong Niet meer floot niet meer opdat het gezicht zou versterven ontwierp hij een regel te Lopen met neergeslagen ogen iedere vasten nalevend naar de letter... (want de vijf smaken...) Want de vijf smaken maken zijn mond onbekwaam tot proeven Aldus zou u in de Eerstkomende tijd verstoken zijn van de enkele dingen die u overbleven de geuren de klanken Zouden u nog slechts gedempt bereiken en de fletse smaak de geur uit de bloemen Ontstegen niets raakt u nogin de duisternis en de gevluchte stilte tot de Avond zou u nog slechts de klopping horen van een hart waarvan het ritme zich Vereeuwigt en toch dolzinnig tolt wanneer het zich zo hoort weerklinken in het donker... [pagina 72] [p. 72] (was het nodig dat het razende rennen...) Was het nodig dat het razende rennen en het galopperen in de jacht wilde passies Ontketenden in zijn hart... Spreek het is nog niet te laat dat hij zegge och! Dwazen blijf niet zo ver van alles wat in u leefde spreek van de dingen de Getoetste vormen alle vlees is goed dat nog noemen kan wat het kent Maak de inventaris wees omringd door de dingen O zachte heerlijke geu Ren... vind maak de som op van al wat u bedwelmt (noem de vijf zinnen...) En van uw bezittingen... noem de vijf zinnen de vier seizoenen de reuk noem de Ogen het licht het oor noem de klanken de muziek de zachtheid van de huid Och! dwazen noem het volledige lijf de toppen van de vingers alvorens het koud Wordt noem de smaak van de honger de kleuren en de vruchteti het goud de herfst noem De schoonheid tegen de wind die haar verspreidt en er alleen de naakte takken van over Laat... noem de seizoenen [pagina 73] [p. 73] (brioche) Une brioche coupée en deux Een brioche gesneden in tweeën sur un plat de faïence op een schaal van faience bordé de bleu met blauwe rand (glas) Un verre de cristal (?) Een glas van kristal (?) étincelle d'un reste glinstering van een restje de vin rouge rode wijn [pagina 74] [p. 74] (Ein Körblein voll allerley ausgewaschenen Trinkgeschirren) Een korf van teenwilg met voetglazen en kroezen uit goud gedreven (scherven van gebroken glas) Het deksel van een drinknap Overstegen door een liefde met een vogel in de hand (grote ijdelheid) Op een doos met krullen een doodshoofd door boeken omringd een luit drie bokalen en twee bekers met guilloches versierd een brandkast overtrokken met leder beslagen met spijkers open en leeg op een donkere fond een helmet en ijzeren handschoenen een zandloper hemelbol en een flacon brandewijn voor tweederde gevuld [pagina 75] [p. 75] (ondersteunde polychromie) Op een wit tafella ken een groot glas (witte) wijn een cilindrisch glas bier en sch otel waarop een krab een aangesneden citroen naast een mes met een heft van verguld zilver geruit geë mailleerd zwart en wit een kleine tinnen kom omgekeer de wijnfluit kompositie in diagonaal op een grijze fond [pagina 76] [p. 76] (vlucht de ijdelheid...) Ihr thoren, flieht die Eitelkeit... Och! dwazen ook de geest verdwaalt ja zelfs de geordende Woorden zandloper brandewijn flacon de lei gehangen aan de spijker ze hier voor mij Geschreven te hebben redt ze niet evenmin nog de brandwonde van woorden te voelen woorden Schaars en kostbaar niets kan jullie volkomen vrij waren van de ramp en zie jullie hier glij Dend over de gladheid van het blad... Vlucht de ijdelheid Och! dwazen ook de geest verdwaalt en zelfs de Woorden die voorwenden mij lief te hebben beliegen bespot ten en omknellen mij en noemen mij ondanks Mijzelf Och! dwaas gedacht te hebben dat ze mij konden redden van de vernieling... (kunst, rijkdom, macht...) En spotten met de vuren die werden ontstoken woorden die doven gezangen die vergaan aan De stilte de omklemming en alle schatten Kunst Reichthum Macht Kühnheit stirbet Wanneer je van de vuurpoel zult vluchten naar het ijs want wij willen je koud je zult alle werken Kennen alle wijnen alle geuren koffers juwelen edelgesteente en koraal ach! ook de geest Verdwaalt de wapens en de lieren kunsten machten sterven maar weten het niet zich oprichtend Tegen een ander woord om het te beschimpen verdwijnen en moed daar ontbreekt het niet aan want alleen Hij beseft dat hij kan sterven ontwaken of herleven... [pagina 77] [p. 77] (de eeuwigheid komt na deze tijd...) Ein ewiges komt nach diesser Zeit... Ook de eeuwig heid verdwaalt zoals de passie verdwaalt Van geliefden maar dat zij het tenminste weten dat zij beseffen wat hen verscheurt als Een feest het verlangen te schitteren voor een nacht verheven te zijn te doven en te Beven ervan ach! ook geschriften verdwalen en alle bezit kan vervliegen de eeuwigheid Zal niet komen is die kijk op dingen als af wezigheid en nog meer geslagen is hij die Niet weet de leegte aan de rand van mijn tafel is net zo vertrouwd als de objekten die zich Erop bevinden leeg als de woorden die ik liefheb en die mijn hand opzij kan schuiven... [pagina 78] [p. 78] (inventaris) Een barometer-termometer ‘Magnum Barometrum’ een bril met ronde glazen een horloge met ketting en hangsieraden een opgerolde muziekpartitur een rode pijp lak een spel kaarten een ganzeveer een grote vouwstoel een kompas een schilderspalet een tafelmes een boek gebonden met perkament een potje olie een kleine ronde beurs vier penselen een ovalen doos met krullen een witte vod twee flacons een gipsen hoofd voor drie vierde rustend gehangen aan een roze horizontaal vastgespijkerde veter: een sleutel diverse papieren waaronder een brief geadresseerd aan ‘Mijnheer Mijnheer Cossard Schilder rue des buchettes te Troyes' [pagina 79] [p. 79] (stilleven op hoekkast) Autour d'un plat de faïence Rondom een schaal divers van faience diverse fruits jaunes vruchten et verts geel en groen citrons pomme courges citroenen appel tomates pompoenen tomaten une bouteille a een fles quatrefaces... met vier zijden... (groene vruchten) Castilles cerises Castilles aigres zure krieken groseilles pie et bessennat geai ekster en meerkol cassis rumeur aalbeziën acide een zerp geluid [pagina 80] [p. 80] (gezichtsbedrog) Een ouderwetse bril Met een strakgetrokken veter gespannen tussen twee spijkers (geel en roze hout) Een almanak van de ‘Manke Bode’ (der Königlich privilegierte Colmarer Hinkende Bott) (de zomer) Een vaas van edelsmeedwerk met symmetrisch geschikt een boeket Een schaakbord waarop omgegooid een beker van hoorn waaruit twee dobbelstenen zijn gerold Achter de tafel gaat in profiel een jonge vrouw voorbij met een korf vol vruchten Op de wand in de achtergrond een muurbrandkast waarvan de lederen overtrek een ijzeren deur bedekt Links een hemelbol rechts een uitzicht op een landschap bezien vanaf een terras door een vrouw gezien in de rug [pagina 81] [p. 81] (cabochon) een un glas verre met à cabochon cabochon de en vorm forme ener de druif raisin (een zuiver muziekstuk) Viole ‘Son si belle le rose et son archet Viola courbe ch'in voi Natura pose en strijkstok kromme come queue...’ blauw en roze bleu et rose (kelk) een kelk van Chinees porcelein gevul d met appels en druiven ee n vers geop ende vijg [pagina 82] [p. 82] (ode aan Sebastiaan Stoskopff) De onbekende vrouw gezien op de rug dromend op de terrassen versmolten met de mist waarin een Landschap van bomen en beken vervliegt... De andere ge plaatst in profiel een fruitmand in de hand Perziken en druiven op het eerste plan dambord viola muziek : Schenk uw gaven aan hem die zijn ver Achting verschrikkelijk kan wreken De vrouw steekt het vuur aan beheerst aan de haard de warmte zoals De heks waarvan de vuren fonkelen een bosje vonken en vlammen Aan hem die kan wanneer het hem behaagt De druiven plukken van de Koningen de geesten Het dienst meisje steekt een kip aan 't spit kolen knollen var Kenspoten spek plank... Boeket viool wereldkaart Sebastiaan Stoskopff het bevalt me dat je gestorven bent dronken in een her Berg... Het gerucht deed de ronde dat de waard met in zijn schild een Leeuw hem had gedood om zijn Spaargeld te roven de priester heft zijn dolk ter wijl Esmeralda op de knieën van de ruiter Lacht de schilder die zich dood had gezopen met brandewijn werd voor de begrafenis de Stad Uitgedragen de priester slaat zijn mouwen als de vleugels van een raaf die Vanitasbilder Ihre Berührung und Abgrenzung het bevalt me Sebastiaan Stoskopff dat je gestorven bent Op jouw beurt slachtoffer van de doorzichtigheid der glazen [pagina 83] [p. 83] Zu Darstellungen der fünf Sinne und der vier Elemente... houtsnip hangend Bek omhoog beelden van de ijdelheid korven met gespoelde glazen men moet erkennen Dat hij ze zelf op het eind van zijn leven zorgvul dig ledigde de wijn tintelt In de bekers de glinstering van wijn weerkaatst in de ogen van de dronken man het beeld Van de wijn brandt zelfs in de spiegels het bevalt me dat de schilder van kristallen gestorven is Nabij het kasteel van ïstein moe van het nabootsen van de dingen en Het honen van de tijd... De onbekende droomt in de mist naast de seintoren van Bray les Dunes in de verte Alleen voor het strand waar wij het gezicht van die vrouwen die de tijd trotseerden nooit Zullen zien vandaag weet ik dankzij Sebastiaan Stoskopff dat men zijn leven moet spoelen In de zuivering van de seizoenen moet beletten dat de droesem van de dagen zichafzet op De bodem van de glazen zoals de vuile afdruk van vingers dat men de rand moet kiezen al Tijd het scherp van de ruit en de rechte hoek van het doek Om te ontvluchten... Vorige Volgende