Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1980 (nrs. 13-16)
(1980)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 67]
| |
Jan H. Mysjkin •
| |
[pagina 68]
| |
Geschreven, jazeker, maar hoe? Aan de basis ligt een techniek die Paul Louis Rossi heeft aangetroffen bij Blaise Cendrars, meer bepaald in diens Kodak, dat is geschreven uitgaande van teksten uit de Mystérieux Docteur Cornélius van Gustave Lerouge. Men zou die techniek met de titel van Jean-Claude Montels recentste prozawerkGa naar voetnoot3. (en naar analogie met de plastiese kunsten) de frottage kunnen noemen. D.w.z. dat de teksten geen produkten zijn van de ‘vrije’ verbeelding maar het resultaat van het werken op andere teksten. Schrijven = lezen. De bibliotheek: de voorraadschuur van de auteur als producent. In die zin is de frottage, evenals de kollage en de montage, een intertekstueel procedee waarbij een gehele lektuur manifest en bewust in rekening wordt gebracht. Specifiek dan voor het frotteren van teksten is dat men de woorden gomt, ze verplaatst, infinitesimaal kleine verschillen aanbrengt in de materialiteit van de klank (met infinitesimaal grote gevolgen voor de betekenis), van bewerking naar bewerking de oorspronkelike samenhang van woorden verliest-en een nieuwe bevriest. ‘Het merendeel van de teksten in dit werkje heb ik ‘geheel klaar’ gevonden, ik heb de woorden gekozen als toevallig gevonden objekten en ik heb niets meer verzonnen dan ze op mijn beurt in een nieuw daglicht te plaatsen’, verklaart Rossi. Laten we eens van dichtbij de overgang volgen van een oorspronkelike tekst naar een fragment uit Cose Naturali. In Een portret van de kunstenaar als jongeman geeft James Joyce weer hoe Stephen Dedalus het zondige verleden probeert ongedaan te maken door de ascese van zijn zintuigen (ik bekort de paragraaf door enkel de ‘relevante’ pasages te reproduceren waardoor ik eigenlik al de frottage van het fragment vervals): ‘Elk van zijn zintuigen werd onder strenge tucht gesteld. Bij het beoefenen van de versterving van zijn ogen maakte hij er een regel van ze op straat neergeslagen te houden en rechts noch links en nooit achterom te kijken... Bij de beoefening van de versterving van zijn gehoor deed hij niet zijn best om zijn stem te beheersen die toen aan het breken was; evenmin zong of floot hij of deed hij een poging geluiden te ontvluchten die zijn zenuwen pijnlijk irriteerden... Bij het beoefenen van de versterving van de smaak betrachtte hij strenge regels aan tafel, hield zich nauwgezet aan alle vastenvoorschriften van de kerk en probeerde zijn aandacht af te leiden van de smaak van verschillende gerechten.’Ga naar voetnoot4. In het eerste van de hier gepubliceerde gedichten uit Cose Naturali wordt de paragraaf tot het volgende getransformeerd: ... ook legde hij zich erop toe de
laatste gevoelens te vernietigen zong
Niet meer floot niet meer opdat het gezicht zou
versterven ontwierp hij een regel te
Lopen met neergeslagen ogen iedere vasten
nalevend naar
de letter...
Naast Joyce kan men in Cose Naturali eveneens citaten herkennen uit Roland Barthes, Blaise Cendrars, Paul Claudel, Denis Diderot, Paul Eluard, Hans Haug, Lao Tse, Gustave Lerouge, Thomas Mann, Karl Marx, | |
[pagina 69]
| |
Francis Ponge, Jacques Roubaud en ontelbare katalogen met beschrijvingen van stillevens (en daar was het uiteindelijk toch allemaal om begonnen). Dit lijstje wekt de indruk alsof Cose Naturali een nogal erudiete reeks poëzie zou zijn waarbij men elke verwijzing moet doorhebben om het gedicht te kunnen vatten. Dat is volstrekt niet het geval. De bronnen zijn door de auteur zelf al schrijvende vergeten. Voor de lezer is het van belang de nieuwe zetting van het materiaal te doorgronden en zeker niet de bronnen te achterhalen die dit materiaal uitmaken. | |
[pagina 70]
| |
Nog enkele opmerkingen bij deze voorstelling van vertalingen uit Cose Naturali: (1) Van Cose Naturali bestaat geen definitieve versie. In 1978 verscheen een mooie maar fragile uitgave met een voorlopige verzameling teksten verlucht met tekeningen van Pierre Getzler en Gaston Planet. Voor mijn vertalingen, die ik grotendeels voor 1978 voltooide, heb ik me gebaseerd op de versies in Change 23 (mei 1975) en Action Poétique 63 (september 1975)- Omdat Rossi me de vrije hand heeft gegeven voor deze publikatie heb ik in overleg met de redaktie uit het vertaalde materiaal een eigen keuze en samenstelling van gedichten gemaakt. Ondertussen werkt Rossi aan een komplete herziening van het boek. (2) Niet alleen vertrekt Rossi vaak vanuit de schilderkunst, dikwijls ook worden zijn teksten begeleid door tekeningen. Zo heeft hij samengewerkt met Getzler, Planet, Guy Bigot en Patrick Rosiu voor verschillende bundels. In deze presentatie van Cose Naturali werden twee tekeningen (frottages overigens) van Planet ontleend aan de bovengenoemde uitgave van 1978. Gaston Planet werd geboren op 1 januari 1938 te Auzolle-Grande (Puy-de-Döme). Naast de persoonlike en kollektieve tentoonstellingen heeft hij zich vrij vaak doen opmerken in het gezelschap van schrijvers. Hij nam deel aan verschillende manifestaties van ChangeGa naar voetnoot5. en Action Poétique (Rossi was trouwens redakteur van beide tijdschriften). Naast Rossi's boeken zijn tekeningen van hem te vinden bij Marie Etienne, Jean-Claude Montel en in het groepswerk lnimaginaire van Pierre Lartigue, Lionel Ray, Paul Louis Rossi en Jacques Roubaud. Ook waagde hij zich aan een gemeenschappelijk projekt met de komponist Jean-Yves Bosseur. Een vergevorderd kankergezwel maakt hem het werken sinds kort definitief onmogelik. (3) Bij het vertalen heb ik ontdekt dat heel wat woorden gewoon uit het Frans in het Nederlands moesten worden overgenomen. Het gaat daarbij om woorden van een eerbiedwaardige ouderdom die wijzen op een zekere ‘artistokratie’. Zo bijv. flacon (1314), cabochon (1380), brioche (1404),guilloche (van guillocher 1558) offaience (1642). Eigenlijk is dat normaal aangezien Rossi nogal wat gebruik heeft gemaakt van beschrijvingen van stillevens uit de Renaissance, doeken die slechts een (hoofdzakelik Franssprekende) elite zich kon veroorloven. Hier en daar heb ik verouderde woorden gebezigd om enigszins naar die Renaissance terug te wijzen: helmet, aalbezie, begraving... Verder heb ik in een aantal gevallen geprobeerd de vertaling grafies in het oorspronkelike gedicht te verwerken. Een eksperiment dat, dunkt me, toch geen onaardige resultaten heeft opgeleverd. |
|