• Eerder verschenen artikelen en essays over buitenlandse poëzie
Raster 1967-1973:
H.C. ten Berge, Hedendaagse poëzie in internationaal perspectief (voorwoord) Jrg. III, nr 4, 42831- |
Charles Grivel, Het eigenlijk revolutionaire in (franse) literaturen: 1970 of bijna. Jrg. III, nr 4, 486-530. |
G.A.M. Janssens, Vernieuwing in de ‘noordamerikaanse poëzie. Jrg. III, nr. 4, 430-451. |
Karl Krolow, Duitse lyriek na 1945. Jrg. III, nr. 4, 544-568. |
C. Ouwehand, Over naoorlogse, moderne japanse poëzie. Jrg. III, nr. 4, 530-544. |
Josefina Vidal de Lorda Een blik op de hedendaagse poëzie van Latijns Amerika. Jrg. III, nr. 4, 568-592. |
Kenneth White, Engelse poëzie 1950-1969, Jrg. III, nr. 4, 460-477. |
Kenneth White, Poetry and the Tribe 1 en 2. Jrg. V, nrs. 1 en 3, 18-37 en 4I5’429- |
August Willemsen, Braziliaanse poëzie na 1920. Jrg. VI, nr. 3, 357-382. |
Lela Zeckovic, Drie sloveense dichters. Jrg. V, nr. 4, 517-542. |
A. Kibédi Varga, Moderne poëzie in Hongarije. Jrg. VI, nr. 3, 382-396. |
Pieter de Meijer, Vernieuwing in de italiaanse poëzie: de ‘Novissimi’. Jrg. V, nr. 1, 37-52. |
Theo Homan,(vert.), Liederen en teksten uit Lapland (ingeleid door H.C. ten B.). Jrg. VI, nr. 2, 166-183. |
Rudolf van Zantwijk, Hartbloemen: Azteekse liederen. Jrg. VI, nr. 3, 338-357. |
André P. Brink, Breyten Breytenbach: sestiger malgré lui. Jrg. VI, nr. 2, 142-150. |
H.C. ten Berge, Schrijven als continu proces (over White en Tarn). Jrg. IV, nr. 3, 246-257. |
H.C. ten Berge, Hommage aan de Nahua. Jrg. IV, nr. 3, 309-338. |
| |
Raster 1977-1980:
Pieter de Meijer, Vijftien jaar na de ‘Novissimi’. Nr. 1/1977, 125-143. |
J. Bernlef, De beslissende jaren 60. De hedendaagse zweedse literatuur (met gedichten van Sonnevi, Palm, Friberg, Berggren, Tunström). Nr. 2/1977, 162-205. |
Peter Nijmeijer, De engelse poëzie en haar grensbepalingen (met gedichten van Fisher, Hill, Raworth, Tomlinson). Nr. 4/1978, 162-202. August Willemsen, ‘Poesia 61’ en andere stromingen in de portugese poëzie (met gedichten van A. Silva Carvalho, E.M. de Melo e Castro en C. de Brito). Nr. 5/19/8, 108-134. |
Jean Deman, Change (met teksten van J.P. Faye, J. Roubaud, D. Collobert, J. Guglielmi, P.L. Rossi). Nr. 8/1978, 96-119. |
Hans W. Bakx, Over de ‘Wiener Gruppe’ (met gedichten van F. Achleitner, H.C. Artmann, K. Bayer, G. Rühm, O. Wiener). Nr. 11/1979, 17 -50. |
Wladimir Krysinski, Tussen vervreemding en utopie: De stad in de moderne poëzie. Nr. 12/1980, 82-108. |
Voorts verschenen in de tweede periode inleidingen tot en/of vertalingen van de poëzie van:
Antonio Porta (nrs. 1 en 9), Maurice Roche en Gottfried Benn (nr. 5), Lars Gustafsson (nrs. 6 en 14), Peter Blue Cloud (nr. 7), Lawrence Raab (nr. 10), Antonio Cisneros en Sandor Weöres (nr. 11), Guillevic (nr. 12), Nathaniel Tarn (nr. 13), Hans Magnus Enzensberger, Edoardo Sanguineti en Jerome Rothenberg (nr. 14).
|
|