• Over de medewerkers
Cyrille Offermans (geb. 1945). Publiceerde de laatste jaren essays over moderne literatuur, literatuur-theorie en ‘kritische theorie’ in o.a. Raster (nrs. 7, 9, 10 en 13), Nieuw Vlaams Tijdschrift, Mandala en Vrij Nederland. Een aantal daarvan wordt, ten dele voor het eerst integraal, in het voorjaar van 1981 uitgegeven onder de titel: De organisatie van het vergeten, het vergeten van de organisatie. Schrijft literaire kritieken voor De Groene Amsterdammer.
Gerrit Kouwenaar (geb. 1924). Recente poëziepublikaties: Volledig volmaakte oneetbare perzik (1978), Landschappen en andere gebeurtenissen (1974), Data/decors (1971). Oudredakteur van Podium; thans redakteur van De Gids.
Rutger Kopland (geb. 1934). Debuteerde met Onder het vee (1966), daarna volgden Het orgeltje van yesterday (1968), Alles op de fiets (1972), Wie wat vindt heeft slecht gezocht (1972), Een lege plek om te blijven (1975) en Al die mooie beloften (1978). Werkzaam als psychiater aan het Academisch ziekenhuis van de Universiteit van Groningen.
Remco Campert (geb. 1929). Verzamelde zijn poëzie in Alle bundels gedichten (1976). Daarna verschenen Waar is Remco Campert? (proza, 1978), Theater (poëzie, 1979) en Na de troonrede (verhalen, 1980).
André Brink. Hoogleraar aan de Universiteit van Grahamstad, Zuid-Afrika. Generatiegenoot van de dichter-schilder Breytenbach over wie hij eerder in Raster schreef. Romancier, toneelschrijver en essayist wiens voorlaatste roman Gerugte van reen (Rumours of Rain) de prijs voor engelse literatuur van het Central News Agency kreeg, maar prompt verboden werd in zijn geboorteland. In 1979 verscheen in een afrikaanse en engelse versie de roman 'n Droë wit seisoen (A Dry White Season). Van zijn talrijke publikaties kunnen hier nog worden vermeld Lobola vir die lewe (Kaapstad 1962; nederlandse editie De Bezige Bij 1968) en Kennis van die aand (Kaapstad 1973; nederlandse editie In den Toren 1976 (?)).
Douglas Dunn (geb. 1942 in Schotland). Woont en werkt in Huil, Engeland. Publiceerde als dichter vier bundels: Terry Street (1969), The Happier Life (1972), Love or Nothing (1974) enBarbarians (1979). Schrijft ook verhalen en radio- en t.v. spelen.
Hans Tentije (geb. 1944). Poëziepublikaties: Alles is er (1975) en Wat ze zei (1978). Werkte mee aan De Revisor, De Gids en Raster.
Wiel Kusters (geb. 1948). Dichter, criticus, essayist. Publiceerde tot nu toe twee bundels: Een oor aan de grond (1978) en De gang (1979).
J. Bernlef (geb. 1937). Redakteur en mede-oprichter van Barbarber. Vanaf 1977 redakteur van Raster. Recente publikaties: Zwijgende man (gedichten, 1976), De man in het midden (proza, 1976), Deuren (toneel, 1977), Gedichten 1960-1970 (1977), Het ontplofte gedicht (essays, 1978), Stilleven (gedichten, 1979), De kunst van het verliezen (gedichten, 1980). Vertaalde poëzie van (o.a.) Elisabeth Bishop, Lawrence Raab, Marianne Moore en verscheidene zweedse dichters.
Jean-Clarence Lambert (geb. 1930 te Parijs). Beschouwt de poëzie als centrum van zijn bestaan, ook al houdt hij zich geregeld bezig met theaterexperimenten, met de kunstkritiek en de exploratie van verre landen en vreemde taal- en cultuurgebieden. Publiceerde een omvangrijke bloemlezing uit de zweedse poëzie in franse vertaling en (samen met Roger Caillois) een verzameling gedichten uit de wereldpoëzie. In 1959 verscheen Dépaysage, gevolgd door Le Voir-Dit (1963), Code (1967), Laborinthe (1973) en Les Armes Parlantes (1976). Schreef samen met Irina Paslariu een boekje over Nederland en vertaalde enkele werken van Octavio Paz. Onderhoudt intensieve kontakten met de beeldende kunst.
Gunnar Harding, (geb. 1940 in Sundsvall). Wilde oorspronkelijk boekillustrator worden. Speelde