Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1978 (nrs. 5-8)
(1978)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 66]
| |
Peter Blue Cloud •
| |
[pagina 67]
| |
of wat overblijft
van een gestolen huispost,
onmetelijk erfgoed
in vreemde musea binnengesleept)
en nog, en voor altijd gaat de vreemde en
schuifelende dans door, voetje voor voetje en langzaam.
En dag na dag brengen treurliederen
en klagende stemmen al het andere tot zwijgen
wanneer uitgeholde kano's
met rustige peddels
de doden in een eindeloze stoet
naar heilige eilanden brengen.
En aarde valt door scheuren in het dak en vult
de grote en stille woningen.
En totems waarvan
grote ogen
naar de lucht of naar de aarde staren, hangen scheef.
En de dood van een dorp is een groot verdriet,
en de pijn der overlevenden
is een kwelling
die nooit overgaat.
Langzaam en behoedzaam
stap voor stap, in balans
en onhandig in zijn schoonheid
danst het kind.
En grootvader slaat op de trom
slaat ingehouden
op de trom en zijn stem is heel, heel laag,
en het lied is een belofte
aan een volk gegeven
in de oude dagen van de toekomst.
En grootmoeders stijve
en gezwollen vingers
weven cederbast en varens en sparretwijgen,
en zo nu en dan
zoeken haar ogen
ver weg en intiem naar het dansende kind.
De beer weifelt op zijn hongertocht,
staat stil en snuift de lucht op -
dan in een droom, als tijdens een vasten
begint hij
| |
[pagina 68]
| |
te schuifelen
voetje voor voetje, traag,
terwijl de dans verdergaat.
Berkeley, Californië 25 november 1973 | |
[pagina 69]
| |
Peter Blue Cloud •
| |
[pagina 70]
| |
die in de zonnevingerige dageraad op hun geboorte wachten.
en voor iedere schepping is het spoor van de hartlijn
in een teer patroon van herinnering geëtst,
webben
van grote verfijning;
de seizoenen volgen
in een harmonie van dag en nacht.
het lage wolvengehuil in de oren van mensen
eerste wijsheid verkregen van een ander
door een stil lied
van meditatie
de raadskring
hecht verbonden door haar wezenlijke kracht.
en de rustige manier van leren was het voedsel
en vonk de haard van medelijden
die alle anderen
uit aarde geboren
warm omwikkelde
in de harmonie van wederzijdse behoefte.
dankbaar zochten de geesten van uitzonderlijke mensen
naar meer wijsheid bij hun broeder
wolf
zijn clan
een sociale orde
van kracht door duurzame verwantschap.
en ze erkenden de plaats van de wolvin
in balans met die van de mannelijke aanvoerder.
gezins-
hoofden
die gehoorzaamd moesten worden
omdat hun eerste wet de overleving gold.
en bestudeerden het patroon van de jacht
waarbij ieder een speciale taak had
bepaald
door behoefte
en uitgevoerd
zonder de geringste aarzeling.
en samen huilen ze laag het wolvelied,
de drummer, hoofd omlaag en - stem omhoog -
de zanger
in dank
aan broeder wolf,
jouw lied zal nu in onze stemmen verder zingen.
| |
[pagina 71]
| |
weer het geweerschot en dichtklappende kaken
van stalen vallen en giftig aas,
de premieschutter en de pelsjager
rovers
vol hebzucht
wier geesten grote leugens baren.
en terwijl hij zacht zijn doodslied klaagt
wankelt de laatste wolf
en valt
dood neer
terwijl de wind zijn stem de toekomst binnendraagt.
en de stem is een beschuldigend huilen
in het brein, in het hart dat wild samen-
krimpt
jij ook,
ik hang mijn dood rondom jouw nek.
klaag om de bison en de bever,
beklaag de vos en de poema,
schreeuw
om de grizzly
om antiloop, wapiti, eland, kariboe en vele
andere die de dood ingingen, de eerste wezens
die ijdelheid moesten kleden,
Indiaan,
broer,
was de bloeddorst van je naakte geest
en vast en bid dat je geest opnieuw groeit
en word herboren in de onschuld van de jeugd
zuiverheid
onze maker
wacht op je oude belofte.
de wolf heeft in de droom gevraagd
of de raad naar zijn stem wil luisteren
laten wij
nu
op deze plaats onze geest openstellen.
| |
[pagina 72]
| |
verstrooid en verloren valt het volk uiteen.
het weesgeworden kind heeft honger,
waar is de morgen,
waar houdt hij zich schuil?
er komen vier stemmen
uit vier windstreken
het centrum is harmonie
het centrum is het begin
spoorzoekers en boodschappers teruggeroepen,
de raad is de geest
is versmeltende gedachte
de geboorte van het volk,
wanneer nu krijgers zich tegoed doen
eten ze gloeiende as
hitte van vuur
samengebalde energie.
het genootschap der krijgers
is het wolvengenootschap
is de clan-familie
hart van de stam.
toorn die wijsheid zoekt
beraadslaging na meditatie
er is een visioen
dat als heilig bewaard wordt.
ik dans op mijn drie overgebleven poten,
kijk,
de herinnering aan de vierde houdt mij in evenwicht,
zie,
mijn wolkje witte cyanide adem-mist,
hah!
gespannen pezen doen de ingehouden donder van de hemel trillen,
huh!
stalen vallen, ik weef een halsketting van jullie klemmen,
hah!
ik schop stofwolken op met mijn snel-dansende poten,
huh!
ik word jij die voor hen danst,
hah!
ik werp een zware jas over je rug,
huh!
mijn schaduw zal jouw bonzende enkel omklemmen,
huh!
je zult denken dat je mij bent in de nacht van de volle maan,
huh!
ik kraak jouw lange botten, zuig het merg eruit,
snuffel aan je afgehakte kop, vóor mij het spoor,
scheur vlees aan repen, de flarden weven een net,
| |
[pagina 73]
| |
kauw haar en vingernagels tot moes
ik sla jouw menselijke lijm op mijn etterende pootstomp,
hah!
nu dans jij,
broeder,
nu dans jij.
28 jan. 1974 hawk circle, sonoma |