• Alain Porson en Jean Paul Goux
• In gesprek met Claude Simon
Alain Porson: Leçon de chose., uw laatste roman bevat een opmerkelijk en misschien ook wel humoristisch inlegvel ‘Aangezien de schrijver zich de verwijten heeft aangetrokken aan het adres van de auteurs die geen aandacht besteden aan de “grote problemen”, heeft hij geprobeerd er hier enkele aan te roeren, als daar zijn de problemen van de huisvesting, van de handenarbeid, van de voeding, van de tijd, van de ruimte, van de natuur, van de vrijetijdsbesteding. van het onderwijs, van de taal, van de voorlichting, van de huwelijksontrouw, van de vernietiging en van de voortplanting van de menselijke of dierlijke soorten... Zonder te willen beweren juiste antwoorden aan te dragen, beoogt dit werkje slechts binnen de grenzen van het genre zijn nietige bijdrage te leveren aan de algemene inspanning.’ Is dit inlegvel bedoeld om zich uitdrukkelijk met de vraagstukken van deze tijd bezig te houden? En waarom deze nieuwe toon?
Toch is deze stellingname slechts schijn: geen enkel probleem krijgt een waarde toegekend, ieder vraagstuk staat op hetzelfde niveau als het andere. Maakt deze techniek niet iedere stellingname onmogelijk? Een stellingname maakt het immers noodzakelijk de menselijke bezigheden hierarchisch in te delen (bij voorbeeld, men kan een omsingeling van een leger niet gelijkstellen met het verleiden van een vrouw, het werk van metselaars of een wandeling van leeglopers).
Claude Simon: Dit inlegvel was een humoristische manier om een mijns inziens noodzakelijke verduidelijking aan te brengen. Zoals u weet, betreft een van de voornaamste verwijten aan het adres van de Nouveau Roman ‘een afwezigheid van de mens ten gunste van de dingen’ (!!!). Niettemin moet er wel een subject zijn, wil er een object zijn, en het is niet erg duidelijk hoe de mens zou kunnen ontbreken in een boek dat is geschreven door een mens... Maar goed.
Nu over het toekennen van een waarde aan en een hierarchische indeling van de problemen, een heel belangwekkende vraag. Zouden degenen die huizen bouwen minder belangrijk zijn dan degenen die het gebouwde met kanonvuur vernietigen? We leven toch niet meer in de zeventiende eeuw met zijn ‘nobele’ onderwerpen (en woordenschat), zo ‘nobel’ dat men Racine zijn ‘verscheurende honden’ ernstig kwalijk nam. Inde Bataille de Pharsale heb ik een toespeling gemaakt op Elie Faure's kritiek op de Duitse schilders ten tijde van de Renaissance die hij juist verwijt alles wat zij schilderen dezelfde waarde toe te kennen, dat wil zeggen zich even hartstochtelijk te wijden aan de weergave van een grassprietje, een kei of een hellebaard als van een bewegend lichaam of de afbeelding van Geloof of Hoop... En inderdaad vormt deze schilderkunst een volslagen tegenstelling met de Italiaanse vinding van het clair-obscur (Rembrandt ook...) waarbij alle licht (en aandacht) worden geconcentreerd op een of enkele personages omgeven door grote stukken schaduw... U kent het grapje van André Breton: ‘Italië houdt Frankrijk nu tweeduizend jaar bezet; het is welletjes!...’ In deze Duitse schilderkunst daarentegen (en ook bij Bruegel-ik denk hij voorbeeld aan de Kruisdraging of de Bekering van Paulus, waarop je lang moet zoeken naar een minuscule Christus of Paulus, verloren temidden van een menigte andere personages en een onmetelijk landschap). wordt de aandacht gelijkmatig verdeeld over heel het doek: het is niet langer de mens als middelpunt van het universum, maaide mens als deel van... U ziet het verschil.
Om terug te komen op Leçon de choses, is uw vraag geen offer aan het spectaculaire, aan het ‘evenementiële’? Is handenarbeid, de werkdag van twee metselaars bij voorbeeld, of een wandeling van een verliefd paartje niet even belangrijk als een oorlogsepisode? Ik heb in dezelfde omstandigheden verkeerd als die soldaten, ik ben net als ieder ander verliefd geweest en heb ook lichamelijke arbeid gekend, tot uitputtens toe. Statistisch bezien, denk ik zelfs dat er in het leven meer tijd wordt besteed aan liefde, arbeid, slaap, enz., dan aan oorlog... Gelooft u ook niet dat alles evenveel bijdraagt aan het scheppen van de wereld?...
Alain Porson: Wat u verlangt, is pluraliteit, de afwezigheid van een centrum en de mogelijkheid voor het individu zijn energie aan talloze activiteiten te wijden...