vond zijn stukjes, waarin hij als een baviaan probeerde te bewijzen dat alle bananen nu eenmaal krom dienen te zijn, kennelijk belangrijk genoeg om ze opnieuw in omloop te brengen. Koopt Nederlandse waar dan helpen wij elkaar.
Het Komrij-artikel mag bekend worden verondersteld: het enige dat men weggooit is de inhoud. Het is een en al feestelijk inpakpapier met art déco-motiefjes en roze linten. Maar bij het opnieuw uitpakken van Komrij's fopartikelen stootte ik toch op een paar stinkbommetjes.
Dat Komrij Polet een slecht schrijver vindt, mij best. Maar dat hij op die gronden een betoog van Polet verdraait door hem in de schoenen te schuiven dat deze ‘Kamper ui’ zou pleiten voor een politionele aktie op de literaire redaktieburelen getuigt van een mentaliteit die in de jaren vijftig geen gek figuur zou hebben geslagen. Wat Polet opperde was het idee dat een literaire redaktie, net als een politieke redaktie, niet alleen een voorlichtende taak heeft maar ook een opiniërende. Met andere woorden: dat men er een visie op na zou kunnen houden die niet louter gebaseerd zou zijn op onkontroleerbare uitgangspunten als goede smaak en subjektiviteit. Maar onze Albert Heyn die in zijn vrije tijd nog wel eens mag poseren als de eerste Provo had het meteen gesignaleerd: marxisme was dat.
In het laatste artikel dat Komrij aan de zaak wijdde en dat op 11 Januari 1978 in het NRC, Handelsblad verscheen kwam de aap eindelijk uit de mouw. Wat is de taak van de dagbladkritiek, vroeg Gerrit zich af, die door bedrijfsblindheid geslagen het literaire klimaat van de jaren zeventig in een vorig artikeltje ‘levendig’ had genoemd. Maar ja, voor een kruidenier is boodschappen doen bij zijn kollega op het hoekje dan ook de hoogste vorm van avonturieren.
Heel eenvoudig. Net dubbel boekhouden. Debet en credit. Aan de ene kant moet de kritikus informatief zijn. De recensie staat in dienst van de literatuur en moet goed geschreven zijn. Net als de tekst op zijn pakken Haagse bluf en zelfrijzend bakmeel: je beschrijft gewoon wat er in zit. En aan de andere kant? ‘N Goede recensent is er een die goed schrijft, 'n slechte een die slecht schrijft.’ Net een copywriter. Als je het maar mooi verpakt dan vreet het publiek het wel.
En daalt je verkoop, nou dan verander je de verpakking, liefst een beetje ouderwets, nostalgisch, want daar is deze grootste grutter van allemaal een meester in: hij houdt net als zijn geestverwant Rietkerk de vinger aan de pols van de ‘Tijdgeest’, ook al zo'n slaapverwekkende middenstander die de kunstenaar en zijn produkt het liefst op hun negentiende eeuwse pièdestal terug willen zetten want op die wijze past hij immers zo mooi in het liberale gruttersmilieu.
‘Schrijven is schrijven, en grutteren niet,’ besluit ons winkelhaasje.
Hebben is hebben en krijgen is de kunst, zou ik zo zeggen.
Gerrit Komrij: Dood aan de grutters. C.J. Aarts. f 4.50.