Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1978 (nrs. 5-8)
(1978)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 138]
| ||||||||
• Johan Woldendorp
| ||||||||
[pagina 139]
| ||||||||
De tong van de dichter
Weekdier zonder ogen, rose pooier
die als nicht en nacht-
portier de peeskamer der mond bemant:
geen meid geen man, maar naakt model
van poezie dat prostitutie overschrijdt
als het met zijn baasje veel te laat zo
blind en neuriend door de Warmoes gaat...
Ietsje gesausder niet? Geen tongfilet en toch in vijf minuten klaar gestoofd. In dat zelfde nummer debuteert ook een Italiaan, Sanguineti is de naam. Niet onverdienstelijk door zekere De Meijer vertaald. Deze Italiaan (een marxistische Sympathisant) legt een man op een bed en dan komt er een vrouw die zijn rug gaat tatoeeren. Tatoeëren! Haha! Terwijl het langzaam donker wordt. Maak dat de kat wijs. Wat een gemiste kans. Dat zou ik toch even anders doen zo 'n dialoog. Hij lult wel over ‘hem er in steken’ - maar doen? Ho maar! Ik zal er niet lang om heen draaien en jullie laten zien hoe die conversatie van tien pagina's had moeten verlopen. Volgens mij dan. De lezeKes) zij gewaarschuwd: als het niet meer jeukt... tracht met een minimum aan middelen een maximum tot uitdrukking te brengen en valt wegens de korte duur met de deur in huis. Het is tenslotte een eenakter. Als het stuk begint is het helemaal donker. De duisternis houdt aan terwijl een onbestemd gekreun de eerste scene inleidt. Dan gloeien de lampen langzaam aan, totdat het toneel in matte gloed gebaad wordt. Oh lezer, het begint... Als het niet meer jeukt... Man in nauwsluitende jeans, masseursvet in zijn haren; energiek type. Vrouw in doorzichtige nachtpon (later jeans) op massagetafel. Stevige, warme gestalte, dus geen bloedeloos mormel.
Onbekende masseur: Hoe dan ook, je moet een beetje Stil liggen, nou. Onbekende vrouw: Ik lig stil, ik lig Stil. Maar het is niet zo dat ik siecht in elkaar zit, alleen maar. Oh jij lafaard. Jij belachelijke lafaard! Nnnnhhhhheeeeeeehh, toe nou zeg...weg daar met je handen! Onbekende masseur: Ohhh! Ik zie... nee maar... ohhh, verdomme. | ||||||||
[pagina 140]
| ||||||||
Onbekende vrouw (plotseling dromend van ene Salo die zich op zijn knieën tussen haar benen laat zakken): Ohhh Salo, neuk me schatje! Neuk me in mijn kut! Ohhh...Salo...Salo...doe het...doe het nu!
Haar kont gaat wild op en neer terwijl de nog steeds onbekende masseur hard in haar virginale vagina ramt. Het membraan geeft nog altijd niet mee, maar haar spleet raakt hoorbaar geolied. Onbekende vrouw: Ik durf... ik durf! aaaaaaaaauuuuuuu!! Ooooooooohhhhh. Onbekende masseur: Ik hou van je. Ohhh. Ik ga klaarkomen! Ohhh, verdomme! Stil en driftig spel, doorbroken door de onbekende vrouw: - Nnnnnnnnnnnnhhhhhh! Ohhhhh, neuk, neuk! - Vooruit Mona, verdomme! - Harder schatje, harder. Je maakt me gek! Mmmmmmmmmm. Mmmmmmmm!!! - Mona...lekker schatje...goed, harder, harder (kreunt). Mona produceert een onregelmatig geluid. - Verdomme Mona! Verdomme! Kom op met je toetje. Salo likt haar kut en hijgende bulk.
Mona verandert opeens in Wilma en Salo blijkt Phil te heten. De scène wordt totaal herzien. Wilma: Neeee! Neeee, Phil. Ik wil niet neuken! Phil: Ik moet je hebben, Wilma. Wilma: Niet doen! Ohhhh god, niet doen! Het bovenstuk van haar nachtpon scheurt, haar tiefen vollen vrij op haar borst. Phil neemt een tepel tussen zijn tanden. Neeee! Je mag niet, je mag niet, je mag niet! Neeee! Ohhh, hij schuift erin. Ohhh, Phil, hij schuift in mijn kut!
Bliksem! Alweer een persoonsverwisseling. Phil heet plotseling Gerrit en zijn Uppen vinden haar oorlelletje. Hij zuigt eraan. Ze kronkelt in zijn omhelzing. Het kruis van zijn jeans is gezwollen. Hij drukt zijn bekken tegen haar onderbuik aan. De stof van haar pon streelt haar en ze voelt de bitte van Gerrit's lul tegen haar lichaam. Gerrit heeft haar in zijn macht en zij weet dat. Gerrit (hees van passie): Nu ben je mijn slavin. Wilma: Nnnnnneeeeee! Ohhhhh, niet doen, niet doen! G (grommend): Jezus, je ruikt lekker. Net een aardbei. W: Ohhhh, ik hou het niet uit! Ohhhh, neeee! Wilma bijt op haar lip, ze geeft het niet toe, maar het idee van zijn bruine handen, zijn bruine huiden Uppen op haar blankheid prikkelen haar geweidig. Haargebonden handen verhinderen haar iets te doen. G: Schatje, jij Staat heter dan een ui! Tast in de stomende natheid van haar spleet, | ||||||||
[pagina 141]
| ||||||||
vingert haar klit en flitsen van genot doen haar zacht kreunen. G: Jezus wat een poesje! Godverdomme, ik ga je likken tot je gilt! Blank vlees...zo lekker schatje. Ik hou van je blank vlees. W: Neeee... Ohhhhh, alsjeblieft laat me los. Ik beloof dat ik niets zal zeggen tegen mijn moeder! Gerrit grinnikt even, zuigt sappig stuk dij in zijn mond. Wilma weet dat er een blauwe vlek zal achterblijven wanneer de neger zijn mond verwijderd zal hebben. - Het is hier helemaal wit en zacht. En hier (zijn stem klinkt eerbiedig) de witste tieten die ik ooit gelikt heb. - Gerrit, je wilt dit toch niet; je moet weerstand bieden aan je verbeelding. - Ik wil het wèl! Zeg me niet dat ik alleen zwarten mag neuken. - Dat bedoelde ik niet. - Dat bedoelde je verdomme wel! Neemt volle rechterborst in beide handen. Wilma kan de heerlijke opwinding in haar tieten en kut niet meer verbergen. - Je houdt ervan! Ja, je houdt ervan! - Neee! - Lekkere blonde kut. - Je zal geen werk meer krijgen als je me verkracht. - Ha! Blanke teef! (Kust andere tiet) Hier heb ik een dozijn baantjes voor over! - (Stotend maar gejaagd) Ik... ik heb nog nooit... geneukt! Oh god, hij gaat er in! Niet doen Gerrit, alsjeblieft, niet doen! Gerrit hijgt terwijl hij zijn vingers in het vlees van haar billen begraaft. - Jezus. Jezus! Na enige tijd nogmaals: - Jezus...godverdomme! - Hhhhhhhhhhhhhhhnnnnnnnnnn.Ga naar voetnoot1 - Aaaaaaaaaaahhhhhhgggggggggg! Je hebt een lekker poesje, schatje. Houdt haar om middel vast, neukt haar nog dieper. - Ohhh, aaaaahhhh, je gaat zo diep! Je zal me doden. Kom niet klaar alsjeblieft. Kom niet in mij klaar! - Ik hoor je graag smeken, blanke teef... - Mmmmmmmooooooooonnnnnnnnnneeeeeeee! Je moet stoppen! - Het voelt lekker aan, nietwaar? - Nhhhh. - Je bent zo lekker. Ik wist wel dat je het lekker zou vinden.
Is het al gauw afgelopen, of zal dit nog lang doorgaan zo? Waar gaat het met zo'n lijf-aan-lijfgesprek naar toe? Oh, we weten het maar al te goed. Za! Wilma dit opstandige lid van de samenleving tijdig op het juiste zijspoor kunnen leiden? De lichten verflauwen als om aan te geven dat zij bijna in onmacht valt. We horen haar nog roepen... | ||||||||
[pagina 142]
| ||||||||
- Stop! Stop! Gerrit, ik kan niet ademen. Ik kan niet denken. Ohhh Gerrit, pas toch op en spuit niet in me! Voelt hhm nu diep in haar wrijven, op plaatsen waar ze nog nooit met haar vingers heeft kunnen komen. - Goedzo schatje! Doe zo voort! - Hulp! Ohhh! Nhhhh! Ik kan niet ademen. Niet denken. Uuuuuuuhhh! Gerrit even later: Okay schatje, ik heb me weggetrokken voor ik begon te spuiten. Ik hoop dat je het waardeert. Wilma kan eindelijk haar jkans aantrekken. Ze is gelukkig. Ze is het gelukkigste meisje van heel de wereld.
Zo, dat hield de aandacht even vast. Kan ook de intellectueel eens van het werkelijke leven kennis nemen zonder dat het omslag hem bij voorbaat in verlegenheid brengt. Daar hebben jullie met je droge stukken en bleke mormels van vrouwen zeker niet van terug. Of wel soms? Werp dan maar eens een blik op de zogenaamde ‘wetenschappelijke’ bijdragen in Raster. Geen behoorlijk woord Staat er in. Het kost mij erg veel moeite maar toch moet het er eens uit: Ze zijn onleesbaar mijne heren! Onleesbaar. Het woord is slechts zelden gevallen, maar ik kom er niet meer onderuit. Ik sta in deze mening niet alleen. Gewaardeerde en vooraanstaande kritici hebben al jarenlang vanuit hun bedsteden de vingers in die wonde piek gestoken. Maar u lijkt wel van beton! AI hun welgemeende raad werd in de wind geslagen. U bent rüstig doorgegaan! Neen, heren, geloof mij: U maakt het literaire en wetenschappelijke internationalisme tot een aanfluiting. Er wordt geen Nederlands meer geschreven, maar een vreemd gebrabbel dat er op lijkt, een stuitende mengelmoes van Nederlands en wetenschappelijk Koeterwaals. En niet zelden komt daar een potsierlijk Engels voor in de plaats. Allemaal bevreesd om internationaal niet mee te teilen! Het mocht wat. Net als in de zakenwereld en op publiciteitsbureaus gaan jullie, wetenschapsmensen, onder allerlei voorwendsels in artikelen en proefschriften het gebruik van je eigen taal uit de weg. Waar is de traditie van Simon Stevin en zijn zelfbewust gebruik van de ‘Nederduytsche’ taal gebleven? Ook ik, als gedeklasseerde noorderling, vind een radikaal internationalisme noodzakelijk, maar alleen volgens het beginsel van de gelijkwaardigheid der taten. In misdaad en politiek is het niet anders: als je niet voortdurend op je hoede bent, heeft een stel maffiosi van eiders het zaakje al overgenomen voordat jij ‘goedendag’ hebt gezegd. Jullie wakkeren vrijwillig het taalkundig imperialisme aan. Jullie zijn een minderheidsgroep die aan zelfonderschatting en anti-cultuursnobisme lijdt. In die stukken van jullie worden nieuwgevormde vreemde woorden en begrippen niet meer van een verantwoord equivalent in je eigen taal voorzien. Ook nog lui, zou ik zeggen. In vergelijking met de ons omringende landen heeft Nederland een verontrustende achterstand opgelopen. Dat zegt een werkeloze inbreker uit Norg jullie. Natuurlijk betekenen jullie niet werkelijk iets; wat in Raster terecht komt | ||||||||
[pagina 143]
| ||||||||
is maar een kruimei van wat er in dit land bij elkaar wordt gestotterd. Toch dient de vraag nader bekeken, of het Nederlands zichzelf op den duur uit de markt zal prijzen. Het wordt misschien nog niet voldoende bedreigd om het als zelfstandige taal tegen de binnentrekkende woordspeculanten en siecht formulerende taafwe-tenschappers te verdedigen. Men meent althans dat het Nederlands nog niet in gevaar verkeert, dat het allemaal zo'n vaart niet loopt, terwijl alles er op wijst dat vrijwel iedere ontwikkeling in de samenleving met geweldige vaart verloopt. Dus ook het proces van beënvloeding, inlijving, prijsgeving...en dat juist op de vitale gebieden van het leven waar taal een vooraanstaande plaats inneemt. En nu ik toch even het woord heb genomen - hier volgt een gedicht dat als academische ‘ready-made’ zijn weg maar moet vinden. Met de hand op mijn eerlijke hart: Er is geen woord van mezelf bij. Alles gepikt en het zijn Neerlandici naar wie mijn dank uitgaat.
LeesbaarheidGa naar voetnoot*
In het empirisch leesbaarheidsonderzoek
maken wij onderscheid
tussen leesbaarheid
als
object-construct en als
empirisch variabele.
Wij onderscheiden
de drie traditionele attributen van het
object-construct leesbaarheid
en
beperken onze beschouwing tot
de kwantificering
van het attribuut ease of understanding
door middel van
leesbaarheidsformules.
De statistische methoden
die hieraan ten grondslag liggen
zijn
correlatie-
en
regressierekening.
| ||||||||
[pagina 144]
| ||||||||
Het ligt voor de hand
dat het leesbaarheidsonderzoek
leesbaarheid
tot onderzoeksobject heeft;
als men echter leesbaarheids-
onderzoek wil doen
dan zal men toch duidelijk
voor ogen moeten hebben
wat leesbaarheid als onderzoeksobject
betekent.
Men zal het begrip leesbaarheid
moeten definiëren;
zo'n definitië is:
Leesbaarheid in de ruimste zin
van het woord
is de som van de interakties van
al die elementen in een bepaald drukwerk
die van invloed zijn
op de mate
waarin een groep lezers
het begrijpt
het leest
met een optimale snelheid,
en
het interessant vindt.
Niet-onderzoekers hebben er zo
hun eigen ideeen over.
Tenslotte nog dit, waarde vrienden. (Ik mag u na zoveel intimiteiten en ontboe-zemingen toch wel mijn vrienden noemen, is het niet?) Ondanks een enkel woordje van kritiek zal het jullie duidelijk zijn dat ik jullie tijdschrift een warm | ||||||||
[pagina 145]
| ||||||||
hart toedraag: een blad dat in zijn eerste aflevering ruim twintig bladzijden wijdt aan verbeeldingrijke meesterstukken van bedrog en oplichting, heeft voorgoed mijn Sympathie gewonnen. Ik sluit Raster in mijn hart en druk jullie in gedachten aan mijn borst. Ga zo door, maar dan wel even anders. Een beetje pittiger dus en ook verzorgder. De uitgever laat, dunkt me, niets na om van Raster meteen maar een winkeldochter te maken. Hier volgt van eigen hand een oudhollands vers, dat ik aan jullie en Karin P. (mijn koerierster en toeverlaat) in vriendschap heb opgedragen:
Zweefvlucht
Achter water
vermoedens van dijken
achter dijken
vermoedens van dorpen
achter dorpen
vermoedens van water
eerst moeras
boven zwartgebrand riet
klimt een kudde van tochtige wölken
de zon werpt een stier
van wit licht in de plas
daarna gras
in de wiekslag van zwanen
de weerschijn van rode daken
in de kop van de veeboer
Elisabeth Bas -
Zo, nu ga ik er echt vandoor. Gaarne vernemend, met beleefde groet -(w.g.) Johan Woldendorp |