| |
| |
| |
• Casimiro de Brito
• Uit: Dichters ambacht
2. Het gedicht
Gedichten, ja, maar van verslindend
vuur. En rond als vuisten tegenover
het gevaar. Vastberaden schepen in
het noodweer. Wreed. Maar van een
pure wreedheid: die van de geboorte,
van de slaap, die van de dood.
Gedichten, ja, maar rebellerend.
Uit één stuk, als van water, en,
als water, open voor de meetkunde
van alle lichamen. Uit één stuk
ondanks het leem, de tederheid
van hun profiel van sterren.
Gedichten, ja, maar bloedig.
Dat die gedichten mogen wellen
uit verborgen bron. Hun etter laten lopen
in het openbaar. Verheven, trillend
als een aardschok, een bezwering
of het sterven van een zoon.
| |
| |
| |
• Casimiro de Brito
• Uit: Een (onder andere mogelijke) autopsie van de oorlog
1
Is oorlog (vrijwillige vernietiging) een kunst van otium of van odium?.
2
Via vele vele oorlogsvelden (laboratoria van het mensdom) maximalizeren de beschavingen winst en luxe.
Slapend in de zon doet de lange vrede oorlogswonden helen die het niet gehad heeft.
In het centrum van besluitvorming (over oorlogen) lopen winst en roem terug. afrika:
Verscheidene oorlogen achter.
Op het toneel van de guerrilla worden nieuwe technieken uitgeprobeerd:
landen waar, op klaarlichte dag, de mensen wankelen tussen verveling en koorts.
Het paradijs van de oorlog.
De lange mars van de vrede en haar plotselinge ademhalingsinhoudingen:
de (burger)oorlog is een sprang waarbij soms het lichaam niet terugkeert naar de aarde.
rusland: Oorlog en vrede - langs duistere wegen spannen de mystici de paarden voor hun wagens.
De rust van de krijger is ook oorlog.
Rotte vrede? Of is juist de oorlog verrot? Tussen slaap en zon, wie ademt ons?
3
Ministerie van kosmo-oorlog.
In de beschutting van de schaduw van een Heer die niet bestaat, beslissen zijn gevolmachtigden over oorlog en vrede als wie een vrucht in provincies verdeelt.
De wetenschap van efficiëntie en harmonie; van beheer terwille van doeleinden; sommige (oorlogen) worden gefinancierd, andere wordt financiele (en morele) steun onthouden.
‘Wij onderhouden wie ons onderhoudt.’
6
Met wapens en gereedschap
| |
| |
Als wie zich opeet niet voor het
Stillen van de honger maar om dood
De wijze dood de onverbiddelijke vlam
7
Toespraak van een generaal van hel land X voor de TV-camera's (via satelliet):
‘Oorlog is een multilateraal verschijnsel. Dat wil zeggen: uw landen mogen in
het mijne doen dat wat het mijne momenteel in de uwe doet, oorlogshandel.
Wat daarbij gewonnen wordt, u weet het, is vrede. Laten wij ons dus niet
verzetten tegen de loop der geschiedenis. Hoe anders zouden wij zulke en zo
vele offers kunnen rechtvaardigen?’
10
Laatste redmiddel: eet je kind op voordat het wordt
opgegeten door de oorlog.
| |
| |
| |
• Casimiro de Brito
• Uit: Ordening van de chaos
Het ene woord & het ander
Men werpt een woord op tafel. Eén slechts, een
willekeurig. Het armste, onvruchtbaarste. Stof,
En alle dingen komen ermee in verband.
van betekenaars, betekenissen; onderworpen
aan de meest onvoorzienbare
betrekkingen. Het ene woord & het ander. Dan begint
schepping. De gemene spraak -
| |
| |
| |
• Casimiro de Brito
• Uit: Ordening van de chaos
De tekst? Ettert
De tekst? Over de des/structuur van het reele tot goed eind gebrachte
operatic Organisme dat zich ordent daar waar (erosie) het toppunt plaats maakt
voor de glooiing. Bevestiging
van breuk. Het steeds (van licht en klank) verdaagde amalgaam. Betovering
tegen de tovenaar gekeerd. Onmerkbare doorschijnendheid. Fictioneel discours.
Tegen jezelf zul je nog eens
revolutie zijn! Humus en matrijs van de dood. Filmische spanning, stijving,
detentie. De tekst? Ettert. In zijn overmatig witte woestijn. Rotte autonomic Mislukte
cirkel. Blind licht. Stof. Of: grond waarin een man zonder gezicht de
nagedachtenis grift aan oude wateren, de woede en de wapenen. Alles gestolen.
Alles bevlekt door het dialect (egografie) van jouw dialoog
met de dood. Lichamelijke instelling, ook. Weggezwegen zang. Speelse
metamorfose In het teken der ontkenning. En zo - dorre hartstocht der
schriftuur - imiteer je een lichaam dat niet bestaat, een boom van woorden.
| |
| |
| |
• Casimiro de Brito
• Uit: Ordening van de chaos
Over schoonheid
§ 1. - Schoon is slechts wie (dat wat) verslindt: wie, dodende, zich doodt.
§ 2. - ‘Schoonheid is of convulsief, of ze bestaat niet’, Andre Breton.
§ 3. - Een mens huisvest zich in schoonheid als in een lichaam gemaakt om te strijden met het zijne; en zo, van excessieve schaduwen, verkalkt de dag.
§ 4. - De dag verkalkt, ofwel: de schoonheid. Daar waar waanzin zich
beweegt (ontkenning der ontkenning), een geheel en zonder lacunen.
§ 5. - Tussen verslinding en loutering zul je wonen in een lang labyrint van verleidingen, metamorfosen, slapeloosheid.
§ 6. - Niemahd zal je spreken van de verhouding tussen maat en onmaat,
afgrond en metallisering. Maar streef ernaar te antwoorden en maak, zo mogelijk, je redenen redelijk...
§ 7. - ...echter slechts zul je gehoord worden door overbodige machines. In beweging. Dat is het voorrecht van de armoe.
§ 8. - Schoonheid zal onrechtvaardig zijn en zo ook de idee die je over schoonheid formuleert. Immers wat zou van haar worden ware schoonheid niet permanente schepping, permanente vernietiging?
§ 9. - Ervaringen van liefde en van revoke gelijken op de kleinste woonplaat-sen van het stof: niet anders schoonheid.
§ 10. - En als je praat met je gelijken en zij je eindelijk begrijpen; en als je met hen een front vormt tegen woeker - zie, ook daar vestigt zich schoonheid, om je te doordringen en te verslinden.
§11. - Of convulsief of niets; en, bovenal, in de schriftuuren in de klassenstrijd - waar alles op het spel gezet wordt.
§ 12. - Schoonheid? Napalm met averecht symptoom, een koorts die alles ontkent, desintegreert en ter discussie stelt. Dan opent zich de stilte.
|
|