| |
| |
| |
Joyce & Co
Narratio
Rekenend vanaf het meest recente portret, in de tijd terug, en vanaf de deur van mijn werkkamer de galerij door tot het trappenhuis, telde ik de voorvaderen van de Gardenfamilie die op regelmatige afstanden vanaf de muur op mij neerkeken: zeven - Nu is het niet zo dat het oudste schilderij, uit de Napoleontische tijd, het begin van de naamdragende en heraldieke familiegeschiedenis aangeeft; in werkelijkheid heeft het lot mij een oudere broer meegegeven die niet van linzen houdt en bij notarieel besluit de werkelijke collectie familieportretten op een waarschijnlijk vochtige plaats in eigendom heeft en zijn de enkele doeken die zijn onverschilligheid aan mij heeft afgestaan niet meer dan minder geslaagde jeugdportretten, doublettes of eerste oefeningen voor het latere definitieve schilderij - Tot mijn voldoening hadden de Gardens er altijd een kunst van gemaakt om zich door de eeuwen heen in slechts één enkele lijn voort te planten en te handhaven en in de gevallen waar het lot of de gebiedende bijbelse copulatie-drift het kindertal met een extra zoon had bedeeld, waren deze jongens, zich helder van de traditie bewust, spontaan het klooster ingetreden of bezweken aan de charmes van een maladie galante in een wereldstad, ver van het ouderlijk huis en het oudtijdse Haarlem - Mijn vader ontbrak aan de serie, misschien omdat hij in zijn jeugd een hartstochtelijk amateurfotograaf was geweest of gemeend had dat zijn bel âge pas op latere leeftijd de kwelling van het poseren zou rechtvaardigen - Zo zuinig als hij was met de tijd die hij voor zijn kinderen uittrok, zo spaarzaam was hij ook in de berichtgeving over de eigen jeugd en de verhalen die de overlevering had meegebracht over de reeks hautaine gezichten die bij ons van de salon naar de een etage hoger gelegen muziekkamer verhuisden toen ik nog heel klein was -
De enige van ons die hem aan de hand van de door hemzelf gemaakte photograveringen zo kort mogelijk geformuleerde uitspraken kon onttrekken was mijn oudste zusje dat hem na aan het hart lag - Er was een prachtige foto van het interieur van de speelkamer waarop mijn twaalfjarige vader tegenover zichzelf aan het schaakbord zat; het
| |
| |
enige wat hij vergeten was, was een interessante opening van het spel want de stukken stonden onberoerd in hun beginopstelling - Een halflange broek, wollen kniekousen en een tot de hals dichtgeknoopt poloshirt - Hij bijt op zijn lip en strijkt het haar van zijn voorhoofd, een bruine lok - Op de tafel staat één kopje thee, ligt een met een brede riem bijeengehouden bundeltje schoolboeken en een ongedefinieerd wollen voorwerp - ‘Wat is dat daar?’ - ‘Wollen mutsje.’ - ‘Een wollen mutsje? (gniffelend) Had je dat op als je naar school ging?’ - ‘Tot de hoek. Moest van m'n moeder. Tegen de kou.’ - ‘Vond je dat dan zo erg?’ - ‘Mikpunt van spot.’ - Op deze manier kwamen ook veel gevleugelde uitdrukkingen van mijn anders weinig spraakzame vader aan het licht - ‘Voor elken onrechtvaardigen daad zult Gij gestraft worden’ leek mij altijd een eenvoudig opvoedkundig devies dat hem in korte bewoordingen van de door mijn moeder geëiste strenge schrobbering ontlastte - De hall van een generatie eerder bij lamplicht; grootmoeder zit naast de haard achter een tafeltje waarop een theemuts staat; grootvader leeest een boek; de kinderen zitten alleen zo stil omdat een momentopname bij dit weinige licht absoluut geen beweging duldt - ‘Wat deden jullie nou altijd 's avonds als je thuis was?’ - ‘Theedrinken. Boek lezen.’ - ‘En wat was jouw lievelingsboek toen je zo klein was?’ - ‘Weet niet meer.’ - ‘Ah doe niet zo flauw, zeg nou?’ - ‘Club van Rusthuis.’ - ‘Waar ging dat over?’- ‘Over een club.’ - ‘En wat deden die dan?’ - ‘Expeditie naar een groot bos.’ - ‘En toen?’ - ‘Vonden een steen waar opstond: voor elken onrechtvaardigen daad zult gij gestraft worden.’ -
Zo zal ik ook nooit vergeten hoe mijn vader vertelde dat zijn vader werd afgesnauwd door de koster die achter in onze tuin aan het dreggen was naar een verdronken jongetje en daarover op scherpe toon door mijn grootvader aan de tand gevoeld werd - ‘Ik heb met je praatjes niets te maken.
Ik heb permissie om de hele vaart af te dreggen’, antwoordde de koster en sindsdien ook mijn vader als hem iets gevraagd werd waarop hij geen antwoord wilde geven - Mijn vader ontbrak, maar hij zou de minst wrede gelaatstrekken vertoond hebben, vooral in zijn jonge jaren zoals ik hem herinner van de romantische foto's in Noord-Frankrijk, een lange magere jongeling met een fluwelen jasje en lang achterovergekamd haar die met zijn rug tegen de arcade van een afgebrokkelde kloostergang geleund dromerig naar eeen tussen korenschoven grazend paard kijkt - Grootvader David heb ik slechts twee keer gezien voor zijn begrafenis; hij sprak mij met U aan en bewaarde een door mij geboetseerd beeldje van twee vechtende beren voor een spiegel zodat hij tegelijkertijd voor- en achterkant kon bewonderen, naar hij me uitlegde bij beide gelegenheden - Op de twee half afgeschilderde
| |
| |
portretten is hij jong, zijn handen gevouwen onder de kin, een hoog voorhoofd boven de zachte starende ogen die me aan de ogen van Marcel Proust doen denken, een dunne snor waarvan de punten omhoog gekruld zijn, een vastberaden mond - Maar de melancholie van de ogen en de peinzende houding van deze zeer modieus geklede jongeman verraden nog niet de strenge vader die hij voor zijn kinderen geweest moet zijn - Het jongste portret van mijn overgrootvader, Erwin David, laat een reeds kale man zien, met zelfs op het schilderij gefronste wenkbrauwen, rimpels in het voorhoofd en groeven rond de ogen waarvan de leden treurig neerhangen, maar de ogen zelf zijn totaal gevoelloos en met een verwonderde hardheid - Hij heeft een ruige neerhangende snor en een kleine ruige knevel en de lippen daartussen zijn dun en op elkaar geklemd - Het schilderij dat ernaast hangt en waarop Erwin David 20 jaar jonger is, toont dezelfde physiognomie, met misschien alleen iets van trots in de ogen om de zittende vrouw waarop hij bezittend steunt - Deze man moet ongelooflijk streng geweest zijn; zijn jongste zoon, mijn grootoom Charles, zocht zijn toevlucht bij de Augustijnen en stierf als sacrista van de Paus in Castel Gandolfo - Van de twee, op foto's altijd samen afgebeelde, prachtige dochters belandde Arnette in het gekkenhuis waarop Elizabeth in het klooster trad - Hier staan zij samen voor het hek van Iepenrode, een chapeau complex op het hoofd en in de hand een smal sigaartje, hun kuis glimlachende gezichten spreken de grootste wellust uit; daar fietsen ze, met de nog oncelibataire Charles, langs de Leidsevaart, onder de geel strooien hoed met zwarte band wappert het haar om de lachende gezichten; de hoeden zijn plat, net als het stuur van haar fietsen, de weg is nog onverhard -
De oudste zoon, mijn grootvader David, liet zich niet het ongeluk door zijn vader voorschrijven en liep op 16jarige leeftijd de ouderlijke woning uit om naar Parijs te gaan - Hij werd onterfd en mijn vader heeft met de grootste moeite de familiebezittingen van de ondergang weten te behoeden - Arnette heeft mijn bijzondere sympathie, het is een erg mooie serene vrouw, wier uiterlijk onaangetast bleef, toen haar wil gebroken was; veel van mijn boeken dragen nog haar signatuur - Naast Erwin David hangt nog een broer met de naam David; het is het beste schilderij, van een franse schilder Laporte, maar van de man weet ik alleen dat hij via Parijs naar Afrika verdwenen is en daar fortuin heeft gemaakt, zonder dat ooit iemand meer iets van hem gehoord heeft - De laatste twee portretten zijn van respectievelijk Charles Erwin ii en Charles Erwin i, mannen die in meer dan één opzicht op elkaar leken - Ze hebben een hoog voorhoofd, een lange scherpe neus met ingehouden neusvleugels; de mondhoeken zijn neerwaarts gericht, de lippen op elkaar geklemd in
| |
| |
een verbeten woede - Van de neusvleugels lopen scherpe groeven schuin omlaag naar de kin en in de ogen staat dezelfde onbreekbare, nietsziende en hautaine blik die het Gardengeslacht zijn richting gegeven heeft - Het zijn, zoals de rest van de patres, waanzinnig mooie mannen, deze gladgeschoren Charles Erwin i & ii, maar meer nog dan de rest zijn het onverbiddellijke lijkenlopers, slavendrijvers, vol trots en niets ontziend, arrogant, minachtend en prachtvol met een gerichte wil die terug te vinden is in de vreemd geconstrueerde landhuizen die door al deze architecten zijn gebouwd - Ik bracht de kandelaar dichter bij het doek en boog mij voorover om het jaartal te lezen - 1817, de vlammen glimmen in het zijde van de jas - Door een of andere recessieve factor in de erfelijkheidstheorie leek ikzelf, de laatste Erwin, het meest op de allerverschrikkelijkste en wreedste Charles Erwin i, zo de hele milder wordende tendens, met als culminatie mijn vader en mijn broer, negerend en werd de 165 jaar geleidelijk groeiende buigzaamheid in het lot van de laatste telg vergeefs - Zowel de theorie van de invloed van het milieu, die betoogde dat het pas geboren kind als een tabula rasa aan de invloeden van de perverse wereld werd blootgesteld, als de erfelijkheidsleer, door de Augustijn Mendel aan de hand van erwten en gekleurde muizen naar voren gebracht, vonden in mij geen fervente bewonderaar; maar de overeenkomst met de gelaatstrekken van speciaal deze verre voorzaat was meer dan alleen op rekening van het toeval of de inbeelding geschoven kan worden - Wat de invloeden van het milieu betreft, daar hadden de Gardens wel voor gezorgd door de eeuwen heen,
dat hun kinderen door nauwkeurig zelf opgestelde opvoedkundige regels in een streng gedisciplineerde traditie, exclusief eigen aan de familie, werden grootgebracht; een strak keurslijf dat bijna alle zonen het beroep van architect deed kiezen en de producten van verschillende generaties onuitwarbaar op elkaar deed lijken zodat men is gaan spreken van de Gardenstijl in de landhuizenarchitectuur, eerder dan dat men in staat is de individuele ontwerper aan te wijzen - Of de dromerige natuur van mijn vader zich nu niet meer kon verenigen met het strenge patroon dat de Gardens altijd zo'n eenheid had gemaakt, of omdat het herwinnen van het familiekapitaal de zorg voor de toekomst van zijn kinderen wat minder drukkend had gemaakt, ik heb mij van het begin af aan aan de invloeden van de familie kunnen onttrekken en de emotionele inhoud van de bloedbanden heeft mij nooit duidelijk voor ogen gestaan - Door een gebrek van mijn kant aan het natuurlijk gevoel van amor matris patrisque en door een soort van metaphysische ver-lamming en genetische onverschilligheid van de kant van mijn familie, heb ik vanaf mijn vroegste jeugd mijn eigen gang kunnen
| |
| |
gaan en door de uit de gebrekkige relatie voortkomende eenzaamheid een unieke gedachtenwereld kunnen opbouwen die mij helemaal omhulde en een warme schuilplaats bood voor de kille omgeving waarin ik opgroeide - Mijn vader was zelden thuis en als hij er was wilde hij rust om zich heen en tot dat doel wandelde hij door het landgoed, sprak urenlang met de houtvester over de wildstand en de ziekten die de bomen aantastten en hielp met het grootste plezier mee de met witte kruisen als verloren aangemerkte woudreuzen om te kappen - Mijn moeder verliet daarentegen zelden het huis, waarvan ze de bestiering bijna geheel in eigen hand hield omdat ze geen lid van het mannelijk personeel vertrouwde en de meisjes volgens haar nooit hart konden opbrengen voor de graad van reinheid en properheid waarop het huis gehouden diende te worden - Deze taak kon ze steeds minder aan, het aantal huishoudboeken waarin alle uitgaven precies werden bijgehouden, werd steeds groter en met het klimmen der jaren kreeg ze steeds meer last van de ongelukkige kwaal van de migraine die haar alle licht, behalve dat van het geloof deed weren en zich opsluiten in verduisterde kamers waarin absoluut geen geluid gemaakt mocht worden - Mijn broer en mijn oudste zusje verlieten de ouderlijke woning toen ik nog klein was en alleen een gezamelijke liefde voor muziek en het Badhspelen bracht mijn jongere zusje en mij tot elkaar - Er was dan ook geen enkel gevoel van dankbaarheid of toegenegenheid verbonden met de herinnering die ik van mijn familie bewaar: alleen ontzag -
Deze vroege jeugd is nog steeds gehuld in wazige nevels, vage impressies dat de herfst naar appels rook, ongedefineerde verlangens naar het strand van Venetië waarop ik 's zomers aardbeien at, terwijl de familie de zon zoveel mogelijk ontweek onder de parasols of liever nog in de koelte van de uitgestorven hotellobby - Ik kreeg geen privéleraar zoals ik altijd verwacht had als ik met het krijt in de schoolkamer speelde en in de te grote banken schoof om voor mijn plezier en vóór het mijn tijd was does en duive-hok te spellen op de leesplankjes waarvan één R ontbrak tot mijn ongerief zodat ik nooit mijn naam voluit kon leggen - In plaats daarvan werd ik toevertrouwd aan de bedenkelijke educatieve kwaliteiten van de Augustijnen die altijd op geheimzinnige manier met onze familie verbonden waren en aan wie wij een grote dankbaarheid dienden te betuigen - Het is waarschijnlijk te danken aan het feit dat de orde in die tijd nog in pij gehuld ging dat ik enige aandacht schonk aan de frustratieen ressentimentgevoelens van de zonder uitzondering corpulente en vetgemestte paters - Deze mannen, van wie ik later gehoord heb dat zij postbode of jeugdleider werden na een mislukt huwelijk, en
| |
| |
die nu wat hun uiterlijk betreft in niets van een passagierend matroos te onderscheiden zijn, wisten mij, in een andere tijd, toen het episcopaat vol gezag nog zwaar op hun libido woog, absoluut niets bij te brengen dan een erotische conditionering ten aanzien van de vooral sexueel benadrukte weldaden van de Voorzienigheid en zij slaagden er zelfs in mijn religieus gevoel voor decorum, zoals de rituelen in de Italiaanse kathedralen me dat ingeprent hadden, door inferieure vertalingen van de canon missae en op eigen houtje ingevoerde vernieuwingen van de toneelhandelingen van de celebrerende protagonist aan het wankelen te brengen - Het was in die tijd dat de godsdienstlessen geïnfiltreerd werden door dilettantische psychologische en sociologische tweedehands- theorieën en de priesters onder de Viering van de Heilige Eucharistie hun mank aan mystiek en godsvrucht verraadden door met het gezicht naar de zaal te gaan staan (de kapel was te klein geworden voor de hele school en de uitvoeringen werden daarom in het gymnastieklokaal gegeven) waar de nog half slapende en kwalijk riekende leerlingen hun vertalingen van elkaar overschreven en franse woordjes leerden - Augustinus werd evenwel nog in sterk verminkte, door Rome nauwlettend van zijn gloed ontdane, edities gelezen, de Ovidius was niet authentiek maar een franse moraalvertelling en omdat het griekse onderricht geheel op Plato was afgestemd en het Homerisch taaleigen geacht werd verwarrend te werken op de vooral in sport uitblinkende leerlingen, las men de Ilias in een latijnse versie uit de derde eeuw - De meest verschrikkelijke dagen waren voor de stille jongen die ik was de feesten van de Heilige Augustinus, waarop het schoolelftal, tussen de godsdienstoefeningen door, op het sportveld een verwante verzameling katholieke jongens met
hockeysticks aftuigde, daarbij verplicht geassisteerd door de rest van de schoolgemeenschap die langs de zijlijnen uren achtereen een volgende tekst scandeerde: o-punte-punt-s-punt-a-oesa-oesa-oesasa-tinus-knokken-ballen (3x)-een-twee-drie-au! - Wat het ook was, ik wantrouwde het volk van de papen, ook al bracht het geschenken - Het mag dan ook niet verwonderlijk klinken dat tegelijk met de saeculariserende en profanerende praktijken van de Nederlandse Kerkprovincie mijn belangstelling voor het geloof en het bijzonder onderwijs taande en dat ik mijn leeshonger op een chaotische manier begon te stillen in de bibliotheek van het ouderlijk huis - Vóór mijn lichaam in staat en in de gelegenheid was geweest de physieke werkelijkheid te ondervinden, had mijn geest al de uitersten van zijn mogelijkheden bestudeerd en deze wetenschap zorgvuldig opgeslagen in de schatkamers van het geheugen - De paters merkten mijn intelligentie en vroegrijpe belezenheid natuurlijk op en omringden mij met de
| |
| |
grootste zorg; ze gaven mij erebaantjes in het bestuur van de schoolvereniging en behandelden mijn wekelijks te schrijven opstellen als eerste van de klas - De poëzie was de meesteres van mijn jeugd, zoals de goddelijkheid de metgezel van mijn jongelingsjaren - Al deze boeken, gevoegd bij de ongezonde vorming van de paters, konden niet anders dan mijn zinnen verwarren en de poëtische preoccupaties die voor de emoties nog onherkenbaar waren, legden een fond van somberheid in mijn karakter - En toen ik op een vacantie in Rome in het Palazzo Spada het hellenistisch reliëf gezien had dat de dood van Opheles voorstelt en mijn vader verteld had hoe het prinsje, de zoon van Lycurgus, door zijn kindermeisje Hypsipyla in het gras was neergelegd en door een slang werd doodgebeten, terwijl zij de Zeven tegen Thebe een bron wees op hun doortocht door Nemea, en hoe de Zeven, verontrust door dit slechte voorteken, de Nemeïsche spelen instelden en Opheles de bijnaam Archemorus gaven, wat onheilsbrenger betekent of jong stervend, besloot ik dat ook mijn tweede naam zo moest luiden, in de hoop dat een vroege dood mijn onsterfelijkheid beter zou dienen dan een Tithonisch leven langs de wegen van de door de paters telkens geprezen middelmatigheid - Toch was het een onbekommerde tijd, voor zover ik dat nog weet, want alles was nog erg onbelangrijk en de wereld was zo vanzelfsprekend voor mij en tegelijk zo onbeduidend dat ik weinig indrukken van buitenaf kreeg - Het was ook op die school dat ik Mick voor het eerst ontmoette en dat mijn bewegingen die koortsachtige drang kregen die mijn leven zo zou veranderen, maar het is niet over de vriendschap dat mijn oudste herinneringen zich aan mij opdringen -
(Ik weet bovendien, en een huivering glijdt mij over de rug, dat al die dingen die we samen deden onherroepelijk op haar uitlopen en dat is het enige wat ik niet wil: ik moet mezelf moeite doen, ook al is het nog maar kort, om alles wat daarmee te maken heeft te onderdrukken) - Vanzelfsprekend waren de resultaten, zoals uitgedrukt in de rapportcijfers die mijn vader elk trimester onder ogen kreeg, niet in overeenstemming met de door iedereen geconstateerde intelligentie, die ver boven het gemiddelde lag en zelf het nominale extreem, een i.q. van 150, overschreed - Mijn rapportcijfers waren slecht, omdat er hoegenaamd geen vak was dat mijn interesse op enigerlei wijze wist te wekken, maar wat de paters nog meer verontrustte was het feit dat ik mij op geen enkele manier in het verenigingsleven van de school mengde, noch aansluiting zocht bij één van de sport- of debatingsclubs die de school rijk was - Ik probeerde juist, in die tijd reeds met Mick samen, de schoolterreinen zoveel mogelijk te ontvluchten en kon met mijn medeleerlingen nog minder goed opschieten dan met de padachtige leerkrachten - Mijn vader had de buite- | |
| |
nissigheden van het bijzonder onderricht allang met lede ogen aanschouwd en omdat hij begreep dat het tekortschieten alleen maar aan de kant van de clerus gezocht moest worden, besloot hij, bij wijze van hoge uitzondering, eens met de rector te gaan praten - Hoe sober en ouderwets de school was ingericht, zo luxe herinner ik mij dat de kamer van deze prelaat was aangekleed; lage sofa's en fauteuils met zachte kussens waarin je diep wegzakte, een modern bandspeelapparaat dat op de achtergrond zeer zacht lichte muziek afspeelde, gedempt licht, een volkomen leeg bureau, zware sigaren, een boekenkast met een splinternieuwe en ongebruikte encyclopedie - Het was het soort casino- of bordeelluxe waarvan erg vrome middenstanders dromen -
Ik denk dat de rector tijdens dit gesprek de fout heeft begaan tegen mijn vader op te merken dat ik misschien toch niet zo intelligent was als iedereen gedacht had - Na de grote vacantie kreeg ik plompverloren te horen dat ik mij niet meer op mijn fiets lyceumwaarts hoefde te begeven, maar dat ik voortaan ingeschreven stond bij een echt gymnasium in het midden van de stad - Ik had er geen spijt van mijn katholieke kameraden te moeten achterlaten: Mick zat immers allang op een school in een andere stad en de weg naar het klooster was mij zo gaan tegenstaan dat de prachtige tuin van het Prinsenhof waaraan het oude gymnasium gelegen was, mij zeer welkom was - Oude bomen groeiden tot voor de ramen van de leslokalen, er stond een oud tempeltje in de tuin en hoe wonderlijk het ook mag klinken, het gebouw bezat niet die weeë misselijk makende geur waarmee katholieke scholen zonder uitzondering zijn uitgerust - Ik had inmiddels al zoveel schooljaren achter de rug dat het eindexamen niet ver meer was en met een totaal gebrek aan ook maar enige kennis van de griekse en latijnse syntaxis sen grammatica moest ik binnen twee jaar zien mijn getuigschrift te halen - Mijn taalgevoel was daarbij eerder een handicap dan een hulpmiddel, want het stond het werk van domweg leren in de weg en wanneer ik de constructie uit een soort feeling meteen doorzag, maakte ik nog de gekste vertaalfouten door een gebrek aan de meest elementaire kennis - Ik heb nooit precies begrepen wat dat taalgevoel nou precies inhield, maar ik geloof soms dat het zoiets is als door een bos te lopen langs rhododendronstruiken, ik liep langs de rhododendrons, maar te denken wat zijn de woorden toch veel mooier dan de plantjes, en je herhaalt het zinnetje in je hoofd zonder de struiken meer te zien: ik liep langs de rhododendrons - Hier werd mijn liefde voor de klassieken geboren, hier mijn eerbied voor teksten, hier werd ik bekend gemaakt met de werking van een apparatus -
We lazen Vergilius met Servius en Macrobius ernaast, bespraken uitvoerig de theorieën van Plato en Plotinus, vergeleken het
| |
| |
taalgebruik van Aeschylus met dat van Euripides - De sfeer was ook veel vriendelijker, de leraren waren serieuze wetenschapsmensen die geen tijd en geen zin hadden hun dagen te verknoeien met het vormen van gespreksgroepjes en het luisteren naar het kinderachtig gebazel van de leerlingen; onder de bank speelde ik met de prachtige knieën van het vrolijke meisje dat naast mij zat - Toch kan ik niet zeggen dat mijn aandacht onverdeeld bij de cursus en de leerstof verbleef want in deze tijd had ik al flink te kampen met de hevigheid van mijn gevoelens die overal elders op gericht waren dan op een sponsachtig absorberen van de humaniora - Als de somberheid en de melancholie mij al te zeer in hun greep hadden, liet ik mijzelf verwijderen uit het klaslokaal en zocht mijn toevlucht in de koele rectorskamer, waar de open deuren van het balcon uitzicht gaven op een enorme beukenboom die met zijn takken bijna tot tegen de ramen kwam - Ik rookte een smal sigaartje uit het kistje dat voor de bezoekers bestemd was en vertelde over mijn liefde voor haar, of luisterde achterover geleund in de oude houten stoel met de hoge rug naar het geruststellende ruisen van de bladeren op het pleintje; twee keer per uur speelde het carillon van de Oude Bavo en op de achterkant van het stadhuisdak vlogen zwaluwen af en aan - Als ik weer genoeg moed verzameld had, ging ik naar de klas terug en vroeg een beurt bij Herodotus, terwijl de middagzon in gouden plekken door de bladeren op de muur filterde - Al deze tijd werd de dichotomie tussen mijn lichamelijke voortreffelijkheid en geestelijke brilliantie steeds groter: terwijl ik aan de ene kant op school mijn literaire begaafdheden ontwikkelde en de enorme leemten die het chaotisch lezen en het vroege onderricht bij mij hadden achtergelaten zoveel mogelijk probeerde op te vullen, maakte ik aan de andere kant de meest hevige pieken van mijn nog korte leven door:
een speciaal universum dat niet direct door God geschapen was, maar door onszelf gedurende jaren van zeer bijzondere ervaringen, uitbundig geluk en zeer diepe smarten; een afgesloten geheel ten opzichte van de duizelingwekkende massa's van grijs en zwart-wit, met een uitzinnig ontwikkeld geheugen, onze collectieve nostalgie, die ons verontrustte of verheugde over dingen die de andere mensen niets konden schelen maar die voor ons van vitaal belang waren - Terwijl mijn emoties en gevoelens, tot het uiterste gespannen, in een allesomvattende drang de ervaring en haar onuitsprekelijke toppen verteerde (dingen die voorbij zijn en nooit meer terugkomen), werd mijn geest aan een retrospectief en beschouwend principe, gedicteerd door de gepreoccupeerdheid met de herinnering van de griekse en latijnse schrijvers, overgeleverd: het schrijverschap en de melancholie -
| |
| |
Waartoe ontrol ik opnieuw tevergeefs deze treurige dingen, waartoe houd ik mij op? Reeds stort zich de vochtige nacht van de trans, reeds manen de dalende sterren tot slapen - Op de dag van mijn eindexamenuitslag (ik haalde twee tienen voor geschiedenis en nederlands, voor de rest een middelmatige lijst maar ik mocht blij zijn dat ik überhaupt de school ordentelijk had afgemaakt) stopte er een witte Bentley voor de deur en liet de firma mij een contract tekenen dat mij levenslang aan hen verplichtte: er was niets meer aan te doen. - Ze hadden het heel slim aangepakt, deze jongens van wie ik nooit te horen heb gekregen wat ze nu eigenlijk precies deden of wilden en wat ze van mij daarbij verwachtten, want een paar oude vrienden die vroeger door hun kwaliteiten mijn aandacht hadden getrokken en nu op het eindexamenfeest voor het eerst sinds een hele tijd weer eens langskwamen, bleken ook op onduidelijke manier verbonden te zijn aan de firma en zelfs Mick onthulde met een vanzelfsprekend gezicht, terwijl hij me met de snelle afhandeling van de zaak feliciteerde, dat zijn studie ook gefinancierd werd door de company en dat men hem een plaats op diplomatiek niveau in het topkader in het vooruitzicht had gesteld - Ik maakte mij trouwens weinig zorgen over de mogelijke achtergronden van een en ander en piekerde niet verder meer over het waarom, nu ik een bankrekening bleek te hebben zonder rode streep en men voorlopig met enige oude schriftjes en wat aantekeningen dik tevreden was en mij in mijn bewegingen absoluut niet hinderde - Integendeel, het werd me juist mogelijk gemaakt om te gaan en te reizen waar ik wilde, nu de last van de school niet meer op mij woog en dat is wat Mick en ik ook deden voorlopig -
Ik was nu ook volkomen onafhankelijk van mijn familie en men had mij misschien terecht een geluksvogel kunnen noemen als dit alles niet te laat was gekomen, als ik haar niet al verloren was in die tijd - Nu de mogelijkheden tot alles, want niets was mij te veel of te hoog gegrepen, geopend werden, was het allemaal al voorbij en niets kon mij nog redden - Vanzelfsprekend probeerde ik alles wat in mijn macht lag: voor een tijd nam de vriendschap met Mick, die door haar incidentele aanwezigheid en mijn onzekerheid om haar een sombere ondertoon gekregen had, mij helemaal in beslag - Behalve de somberheid matte ook een half openlijke jaloezie ons steeds meer af tot het punt waarop we ook nu nog in relatie leven: we weten van elkaar dat we elkaars enige en beste vrienden zijn, maar wat vriendschap is weten we niet - Met Keith Snell, met wie ik in mijn tijd bij de paters uitvoerig over de esthetische theorieën van Stephen Hero had gesproken, werkte ik aan een paar projekten: we zetten een mythopoëtische research op touw, die bij mijn weten nog steeds functioneert en schreven een paar scenario's voor
| |
| |
Jagger en Truffaut, waarvan ik nog nooit films gezien heb - Door het werk voor de firma probeerde ik mijn verleden te vergeten, mijn pijnlijke herinneringen zoveel mogelijk uit te wissen, maar men zette ons nooit aan tot grotere spoed en de keuze van de materialen werd aan onszelf overgelaten zodat, door de weinige dingen die ik werkelijk aanpakte ik telkens weer op de herinnering geduwd werd en de nieuwe uit de research afkomstige elementen door het evaluerend principe van de herkenning ook een pijnlijke kant kregen - Daarnaast probeerde ik van de grond af aan een nieuw leven op te bouwen: er waren de oude vrienden die ik weer ontmoette en nieuwe kennissen dienden zich aan; maar de jongens die getekend waren door hun christelijke opvoeding en zich nu te buiten gingen aan links georganiseerde massabijeenkomsten en bezettingsacties zagen er alleen op grofkorrelige krantenfoto's aantrekkelijk uit en ze boezemden mij al spoedig een afkeer in door de onmogelijkheid een avond rustig met hen in de kroeg te zitten zonder dat ze mij op achterdochtige en opgewonden toon hun huichelachtige maatschappijkritiek in langdradig uitgesponnen bewoordingen om de oren slingerden - Diegenen die zich niet direct met zulke puberachtige activiteiten bezig hielden waren onder te verdelen in een groep van vibratie- en dieet-artiesten die, met een gelaat dat grauw zag van de onbespoten groenten en eentonige rijstgerechten, beweerden dat het opperste geluk alleen in de wijsheid van het Oosten te vinden was en onder het uitslaan van heilige woorden en Wat Is Er Machtiger Dan Het Al de conversatie verziekten tot ik gillend van ellende de kamer en hun aanwezigheid ontvluchtte; de andere groep bestond uit het soort studenten dat zich had ingeschreven om van een jaarlijks terugkerend bedrag verzekerd te zijn en dat niet interessanter of minder kleingeestig was dan hun antipoden -
Deze vrolijke jongens brachten hele dagen door met het hangen in een strandstoel, of ze pokerden om enorme inzetten en gingen naar sophisticated toneelvoorstellingen, dronken elkaars wijnvoorraden op en stelden er een eer in elkaars vrouwen te bezitten; ze oefenden allerlei kunstjes op de waterskies en deden mee aan autoraces en paardenrally's: al het soort genietingen dat zo kostbaar is voor volstrekt lege en nietszeggende geesten - Langzamerhand raakte ik meer bekend in het wereldje van de Nederlandse Letterkunde en stelde me voor dat deze op een literaire leest ontwikkelde mensen een gezelschap moesten bieden waarbij mijn eigen geest zich goed thuisvoelde - Een nieuwe teleurstelling kreeg ik te verwerken: ik werd in opstand gebracht door hun provinciaalse denkbeelden, hun calvinistische middenstandsuitspattingen en de misselijkmakende discussies waarmee ze de naar spruitjes en oude koekjes riekende themata van hun geëngageerde literatuur
| |
| |
door een staatshonorarium bezoldigd wilden zien - Het werd mij steeds duidelijker dat de wereld louter en alleen bestond uit middelmatigheid en onbenul en dat er geen hoop was om een leven zoals wij ons dat vroeger hadden voorgesteld met anderen te delen, geen hoop op antiterra, geen hoop op het kleine beetje geluk dat de grauwheid van de toekomst kon doen vergeten - Daarbij waren mijn zenuwen, die na de vroege periode van liederlijke overgave nu totaal zonder bevelen werkeloos afwachtten, en mijn geestelijke centripetale gerichtheid gaan samenspannen tot chaotische toestanden van motorische activiteit zonder enig doel, gevolgd door langdurige perioden van uitdrukkingloze somberheid, een gesteldheid die door artsen als manisch depressief werd betiteld zonder dat ze er een remedie voor wisten - Het meest voor de hand liggende patroon om mijn oude liefde te vergeten en het enige dat nog mijn tedium leek te kunnen breken was de ongelimiteerde omgang met vrouwen, in de hoop dat ik zo de regressie van het libido tot staan kon brengen en mijn oude interessen weer opwekken - Maar zowel in het begin toen ik mij paarde aan elke danseres, negerin, barmeid, actrice, schoolmeisje en getrouwde vrouw die door haar uiterlijk en dierlijke kwaliteiten mijn aandacht trok en ik te pakken kon krijgen, als later, toen ik, met meer oog voor karakter- en intellectuele eigenschappen, individuele vrouwen uitzocht die (zo stelde ik mij voor) haar plaats voor langere tijd konden innemen, werd mijn weerstand opgeroepen door het gemak en de vanzelfsprekendheid waarmee al deze vrouwen zich aan mijn meest libertijnse eisen overgaven en hun in dezelfde tijd blijkende ongeïnteresseerdheid en onbetrokkenheid bij het gebeuren -
Ik werd afgeschrikt door het denkbeeld met een van hen oud te worden: wat vroeger glad en rond vlees was wordt trillend grauw vet, de huid wordt korrelig of zakt uit, de eens zo stralende blik laat alleen nog maar een uitgebluste berekening zien en wat hen eerst als een kostbare fragance omgaf is dan de bedompte mengeling van luchtjes die uit elke ‘dames-w.c.’ slaat - Zelfs ik, die mij toch vanaf het begin af aan met vrouwen heb bezig gehouden en hun bewegingen heb gadegeslagen ben pas onlangs op het idee gekomen dat de vrouwelijke psyche alleen daarom zo onberekenbaar en onbegrijpelijk aandoet omdat vrouwen zo ongelofelijk stompzinnig zijn; de zogenaamde vrouwelijke intuïtie, die je versteld doet staan en radeloos maakt is alleen de uiterlijke verschijningsvorm van een aangeleerde domheid die ontstaan is onder de leiding van een geborneerde moeder die alles in het werk heeft gesteld om elke vorm van intelligentie de kop in te drukken vanaf de vroegste jeugd van haar dochter - Mijn minachting voor de andere mensen in al hun banale verschijningsvormen en grauwe onbeduidendheid groeide langzaam tot
| |
| |
een alles overheersende walging die mijn intellectuele interesse en sexuele belangstelling verstikte en hoe vager de beelden van mijn herinnering werden, tot het punt waarop het allemaal leeg zal zijn uiteindelijk, steeds verslaafder werd ik aan mijn uitputtend verlangen en duivelse hoop op de tot een goddelijke motoriek uitgegroeide stralende beweeglijkheid van het meisje dat ik als eerste bemind en betreurd had en die met haar mannelijke intelligentie zo uitnemend geanticipeerd had aan mijn intellectuele reflecties - Zij alleen, het voorwerp van mijn vrees en lust, mijn poëtische en erotische aanbidding, de bijenkoningin of vrouwelijke spin wier omarming de dood betekent, was bij unieke uitzondering die begerenswaardige vrouw, die ik over de hele wereld na had willen reizen als ik daarmee mee niet mijn laatste waardigheid en eergevoel zou verliezen en ik besloot, wat er nog overbleef aan mijn emoties voor die goddelijke vrouw en haar Apollonische vriend te cultiveren in de afzondering van dit bergdorp in Ticino, waar ik mij teruggetrokken heb om haar trots voor mij te laten voortduren in de resten van mijn ziekte en waardigheden - Ook Achilles wist dat hij bestemd was voor een vroege dood, maar hij aanvaardt zijn lot en vindt troost in de gedachte: ‘Zelfs de machtige Heracles ontkwam niet aan de dood, ofschoon hij het meest geliefd was bij de heerser Zeus, de zoon van Kronos, maar hij werd verslagen door het Lot en de bittere vijandschap van Hera. Zo ook zal ik, als dezelfde dood mij beschoren is, neerliggen als ik dood ben; maar op dit moment is de edele roem mijn doel!’ -
Fortunatus noemt Adam, Seth, Noach, Melchisedek: ‘Wie uit een sterveling geboren is, ook hij zal sterven.’ - Zelfs de oude helden moesten sterven, overweegt Horatius bij het graf van Archytas: ‘Gestorven is ook de vader van Pelops, disgenoot van de Goden, en Tithonus opgenomen in de lucht, evenals de tot de geheimen van Jupiter toegelaten Minos; ook houdt de Tartarus de zoon van Panthous vast’, Euphorbus, hoewel men van hem zegt dat hij eeuwen later in de filosoof Pythagoras geïncarneerd is - Hippocrates zelf, die zoveel ziekten genas, werd ziek en stierf, vertelt Marcus Aurelius - In een treurzang op de dood van Tibullus betoogt Ovidius dat de grootste dichters van het verleden ook moesten sterven, evenals hun minnaressen - En Alexander, Pompeïus en Caesar, die vaak hele steden met de grond gelijk maakten, moesten dit leven achterlaten - Hoe groot was de smart toen Drusus, de broer van Tiberius, zoon van Livia en adoptief zoon van Augustus, bij de Elbe van zijn paard viel en stierf nog vóór hij dertig was? Zelfs de oudsten moesten sterven, de broer van Priamus, voor wie Eos de onsterfelijkheid vroeg maar vergat de eeuwige jeugd van Zeus af te smeken en Priamus zelf, na twee keer de val van Troje meegemaakt te hebben - Ik vraag de
| |
| |
Muze de dood te bezingen van Maecenas en betreur het dat hij niet zo lang mocht leven als de zoetgevooisde Nestor uit het zanderige Pylus, die drie generaties voorbij zag gaan en toch beweend werd door zijn nakomelingschap omdat hij te vroeg gestorven was - Even schrijnend is de dood van Tithonus, bejaarder dan wie geen sterveling ooit werd, als het lot van Archemorus, die reeds in zijn vroege jeugd bij Nemea begraven werd - Toch is de smart het grootst als iemand in de bloei van zijn jeugd en op het hoogtepunt van zijn kunnen wordt weggenomen, voordat zijn onsterfelijkheid gewaarborgd was: ik ben ontroostbaar, er is niets meer aan te doen, geen woorden kunnen mij nog redden, nog niet de prachtigste begrafenis kan mij in mijn lot doen schikken - Waarom tel je mijn jaren? Rijper dan in jaren heb ik geleefd; mijn herinneringen verpletteren mij - Wat de oude man maakt zijn smarten: die moet je van mij tellen. -
dit is een fragment uit de roman in wording Erwin 5 oktober '72.-
|
|