leveringen wat kort uit. Die gewoonte wil ik voor deze keer dan ook niet doorbreken.
Wat er in de praktijk is terechtgekomen van de voornemens die in de eerste aflevering bekend werden gemaakt, kan later aan een nader onderzoek worden onderworpen. De veranderingen die zich hebben voorgedaan, en het leef - en leerproces dat hieruit spreekt, zullen uit zo'n onderzoek vanzelf naar voren komen.
De positieve en negatieve ervaringen die in de afgelopen jaren zijn opgedaan stemmen tot dankbaarheid, en over de waarde ervan wil ik geen enkele twijfel laten bestaan.
Ik zou tot slot de volgende toevoeging willen maken: Er zijn op het ogenblik vele mensen die menen dat ‘de literatuur’ in een impasse verkeert. Een onlangs uitgebracht rapport - dat wetenschappelijk heet te zijn - begint zelfs met die mededeling. Daarbij wordt blijk-baar uitsluitend gedacht aan de weinig rooskleurige sociaalekonomiese aspekten van het verschijnsel literatuur en de sociale positie van de schrijver. Dat die aspekten een somber beeld oproepen wordt hier niet bestreden. Toch wil ik aandacht vragen voor de keerzijde en erop wijzen dat de hierachter afgedrukte teksten aantonen dat die literatuur zelf - alleen al binnen het gebied dat Raster (nog) kon bestrijken - springlevend is en een grote verscheidenheid aan uitdrukkingsvormen kent. Om die reden is dit afscheid dan ook opgewekt. De verscheidenheid ervan duidt zeker niet op ‘een impasse’ of geestelijke armoede; zij is een pleidooi voor de instandhouding en ontwikkeling van een pluriforme kultuur, die thans echter door de allerwegen opdringende monokulturen - waarin de een de ander verdringt en overheerst - wordt bedreigd en opgeslokt.
De rijkdom aan scheppende en teoretiese uitingen, die zich nu vaak in het verborgene manifesteert en daarom moeizaam moet worden opgespoord, is in tegenspraak met een realiteit waarin kulturele waarden door samenleving en overheid worden afgemeten aan ‘het nut’, ‘de marktsituatie’, ‘de omzet’ enz. Alsof kultuur- en informatieoverdracht alleen in koopmanshanden veilig zouden zijn. (Door die handen is dit afscheid mede opgewekt.) Zij zijn in vele handen gewaarborgd, maar in de huidige maatschappelijke wanordening niet in de zojuist genoemde.
H.C. ten Berge
oktober 1972