Raster. Jaargang 6(1972-1973)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 376] [p. 376] João Cabral de Melo Neto Het woord zijde De atmosfeer die je omgeeft raakt zulke atmosferen dat ze vele dingen transformeert die je betreffen, of omringen. En zoals de dingen, onmogelijke woorden van een gedicht: bijvoorbeeld, het woord goud, en tot op dit gedicht, zijde. Zeker is dat je persoon niet doet slapen, maar juist wekt; noch is ze sedatief, een woord ontleend aan dat van zijde. En zeker is ook dat het oppervlak van je uitwendige persoon, van je huid en van al dat wat in jou tastbaar is, niets heeft van het luxueuze, onechte, akademische oppervlak, van een oppervlak wanneer men zegt dat het is ‘als zijde’. Maar in jou, op zeker punt, misschien buiten jezelf, misschien zelfs in de sfeer die je straktrekt als je komt, is iets als van spieren, dierlijk, vleselijk, panterachtig, iets als van katten, van de substantie [pagina 377] [p. 377] van katten, of van hun manier van doen, iets dierlijks, van op dierlijke wijze, van rauw, van wreed, van wreedheid, dat onder het afgesleten woord blijft voortbestaan in het ding zijde. (Quaderna) [pagina 378] [p. 378] Graciliano Ramos Ik spreek alleen met wat ik spreek: met dezelfde twintig woorden cirkelend rond de zon die ze zuivert van wat niet mes is: van heel een kleverige korst, rest van een ongebreideld eten, die blijft zitten aan het lemmet en de zin in het heldere litteken schaadt. * Ik spreek alleen van wat ik spreek: van de droogte en haar landschappen, Noordoostens, onder een zon ginds van het brandendste azijn: die alles reduceert tot merg, die wat simpelweg blaadjes is blakert, overtollige blaadjes, dom gebladerte, waarin zich bedrog kan verbergen. * Ik spreek alleen voor wie ik spreek: voor wie leeft in die gebieden gekonditioneerd door de zon, door de havik en ander geboefte: en waar de gronden inert zijn om zoveel redenen van kaalte waar alleen te verbouwen valt wat synoniem is van schraalte. [pagina 379] [p. 379] * Ik spreek alleen tot wie ik spreek: tot wie slaap lijdt als een dode en een wekker nodig heeft, bijtend, als de zon in het oog: dat is wanneer de zon snerpend is, tegenhuids, oppermachtig, en slaat op de oogleden zoals men op een deur slaat met zijn vuisten. (Serial) Vorige Volgende