kunnen gebeuren als u er op wees dat ik part noch deel heb aan de samenstelling van dat nummer, aan de keuze van de schrijvers of wat dan ook.’
En even verder:
‘Voor normale mensen, dunkt mij, normale zelfs banale opvattingen, maar niet, vrees ik, voor sommige maniakken die in Nederland de pen voeren.’
Hier heb ik weinig meer aan toe te voegen dan mijn antwoord, dat van een andere opzet zelfs nooit sprake is geweest, en schrijvende maniakken alleen in eigen bezweringsformules geloven en dit wel altijd zullen blijven doen.
Afhankelijk van talent en wat daarmee gedaan wordt, brengt hen dat in vele gevallen tot die ‘merkwaardige variatie van de wanhoop: de gekwelde stompzinnigheid’ (Walter Benjamin); in andere, helaas zeldzamere, tot buitengewoon boeiende voortbrengselen.
H.C. ten Berge
Amsterdam, maart 1971
P.S. Het wordt nìet op prijs gesteld als deze aflevering weer op de gebruikelijk wijze wordt gefotokopieerd, dan wel door beroepsbloemlezers geplunderd - ten gerieve van hun kritiese en andere antologieën, à raison van f 2,50 per bladzijde.