Raster. Jaargang 5
(1971-1972)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 134]
| |
H.C. ten Berge
| |
[pagina 135]
| |
grepen de vormen die in recente teksten nog altijd blijken gehanteerd te worden. De redakteuren stellen zich tevens voor etnologen en linguïsten aan te moedigen om werk te gaan doen dat in hun akademiese publikaties nauwelijks aan bod komt, nl. de poëzie van de stam meer te gaan presenteren als ‘waarde in zichzelf’, dan als verzameling van alleen maar etnografiese gegevens. Anderzijds worden dichters aangemoedigd hieraan aktief deel te nemen dmv vertalingen. Er wordt gepleit voor samenwerking tussen dichters, etnologen, zangers en anderen in projekten die de komplekse primitieve poëtiese systemen kunnen doen herleven en deze doorzichtig kunnen maken. Er bestaat in dit verband een duidelijke samenhang met de bekommernissen om de huidige ‘ekologiese krisis’, dwz de katastrofale toestand waarin de ‘aard-huishouding’ op dit ogenblik verkeert. Een konsekwentie hiervan is de strijd die wordt aangebonden met alle vormen van ‘kulturele genocide’. Ik moge hier verwijzen naar Gary Snyder's opstellen in Earth House Hold (ndp 267), waarin een aantal van deze problemen en hun mogelijke oplossingen nader worden beschreven. Ter illustratie wordt, uit de talloze verhalen die voorhanden zijn, de verklaring van een oude Wintu-indiaanse geciteerd, die zich in een gesprek als volgt uitlaat: De Blanke mensen gaven nooit wat om land of hert of beer. (...) De Indianen bezeren nooit iets, maar de Blanke mensen vernietigen alles. Zij blazen rotsen op en maken ze met de grond gelijk. De rots zegt, ‘doe het niet! Je doet me pijn.’ Maar de Blanke mensen schenken er geen aandacht aan. Als de Indianen rotsen gebruiken, nemen ze kleine ronde (stenen) om te koken... Hoe kan de aardgeest houden van de Blanke mens? Overal waar de Blanke mens haar heeft aangeraakt, is zij gewond.
Tot de interessantste bijdragen in het eerste nummer behoort die van Munro S. Edmonson, die notities publiceert over een nieuwe, in literaire zin baanbrekende, vertaling van de Popol Vuh, het beroemde Maya-werk uit Guatemala, dat een samenvatting biedt van Quiche myten, legenden en geschiedenis (vanaf de oorsprong van de wereld tot de 16de eeuw, toen de Maya-cyklus teneinde kwam; er volgde geen zelfvernieuwing op, en een ander tijdperk kondigde zich aan dat in de slottekst wordt aangeduid met ‘iets genaamd Heilig Kruis’). Edmonson laat enkele vertaalproeven 2-talig afdrukken en toont aan waarom de Popol Vuh zijns inziens geen epos van de Quiche mag worden genoemd: het is weliswaar een heroïes soort literatuur, maar niet het verhaal van een held. (blz. 14-24) | |
[pagina 136]
| |
Een voorbeeld van aktuele ‘primitieve’ poëzie levert Nathaniel Tarn; zijn tekst stamt eveneens uit Guatemala (waar hij als antropoloog heeft gewerkt) en vormt een aardige aanvulling op het voorgaande. Tam noteerde de rituele, eindeloze inkantatie door een Zutuhil-Maya priester die in zijn vreemde bezoeker een potentiële leerling zag en speciaal voor hem een reeks gebeden improviseerde (...give your son/who has brought you so smoothly and so delicately and with such care these goods before your table before your chair/Nathaniel Tarn his name/whose God this is/whose Saint this is/give him all power!...). Tarn wijst er in een noot op dat de religie in het huidige Guatemala synkretisties van aard is, dwz oude Maya ideeën, riten enz worden voortdurend onder de katolicistiese oppervlakte geschoven, waardoor een merkwaardige vermenging of montage van figuren ontstaat (goden, heiligen en veroveraars). Zo figureert Don Pedro de Alvarado, de veroveraar van Guatemala en één der vernietigers van Mexico, als een der gedaanten waaronder de oude Maya god Mam (Mam-shimon) bekend is. (blz. 58-62)
Uit de inhoud tot slot 1 gedicht, uit een verzameling van noord-amerikaanse Paiute-teksten, waarin het oergegeven van de mannelijke kastratie-angst zijn vorm vindt in het ook etnologies klassieke vagina dentata-, oftewel ‘kut-met-tanden’ verhaal. De titel luidt: Hoe haar tanden werden getrokken. In the old time women's cunts had teeth in them.
It was hard to be a man then
Watching your squaw squat down to dinner
Hearing the little rabbit bones crackle.
Whenever fucking was invented it died with the inventor.
If your woman said she felt like biting you didn't take it lightly,
Maybe you just ran away to fight Numuzoho the Cannibal.
Coyote was the one who fixed things,
He fixed those toothy women!
One night he took Numuzoho''s lava pestle
To bed with a mean woman
And hammer hammer crunch crunch ayi ayi
All night long:
‘Husband, I am glad,’ she said
And all the rest is history.
To honor him we wear our necklaces of fangs.Ga naar voetnoot1
| |
[pagina 137]
| |
Alcheringa verschijnt 2maal per jaar; er is pas 1 aflevering voorhanden op dit ogenblik (Nr. 1, Fall 1970) zodat over de kwaliteit van het tijdschrift nog moeilijk kan worden geoordeeld. Abonnementen en losse nrs.: Alcheringa/Stony Brook, Box 1102, Stony Brook, n.y. 11790, Verenigde Staten.
27-1-'71 |
|