Raster. Jaargang 2
(1968-1969)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 481]
| |||||||||||||
[pagina 482]
| |||||||||||||
Invitation au voyage
| |||||||||||||
[pagina 483]
| |||||||||||||
Tout devient suspensDe hand die strelen wil
en het vergeet en streelt,
een gezicht dat doodloopt
in de lijnen die verschuiven.
Het ingekeerd van zwijgen
waarmee een regel volloopt,
overspringt en het verbreekt.
Ontzenuwen woorden als
ook die spanning overslaat
en dansende is het de vraag.
| |||||||||||||
[pagina 484]
| |||||||||||||
Tekst en uitlegWat zou je doen
als die man vanachter de bosjes kwam.
Naakt, om hulp verlegen.
Als de vriendinnen de vooruitstekende
landtongen opvluchten.
De vreemdeling gebaad,
de ezels ingespannen,
de wagen bestegen.
Als je de teugels strak hield
en na de maaltijd het zingen
de spelen het dansen -
Maar nog voor het vertellen
goed en wel begonnen is
afscheid nam.
Wat zou je doen,
nu weer eens aangenomen
dat je niet de dichter bent.
(Odyssee, Boek vi, vii en viii;
Samuel Butler, The authoress of the Odyssey;
Robert Graves, Homer's daughter.)
| |||||||||||||
[pagina 485]
| |||||||||||||
1. Brief encountersDe naam is
Mynheer Trik van Trumps.
Wie, hoeveel wie,
gaat op zijn stoel zitten
nu en zegt dankbaar:
Ha - die ken ik en dan krijg je
Pan Poleaxe Paddyrisky en
Goosepond Prhklstr Kratchinabritchisitch
en wie lacht daar - nu.
O die ouderwetse
Mynheer Trik van Trumps
en zijn onmogelijke manieren.
Wie zou geloven
dat hij ons leven veranderde,
nu en in het uur van onze dood.
| |||||||||||||
[pagina 486]
| |||||||||||||
2.Where was the chap
I saw in that picture somewhere?
Ah, in the dead sea, floating on his back,
reading a book with a parasol open.
Dat is weer even iets anders
die kerel daar, op zijn rug
in zee met dat boek
en die rode parasol.
Geen been om op te staan,
maar dobberen zonder boot,
doodkalm lezen in zijn boek,
onder zijn bloedeigen parasol.
Met die zee maar om hem heen,
op het heetst van de dag,
geen spatje wind, geen mens
te zien en dan niet zwemmen.
Dat noem ik zout gegeten.
| |||||||||||||
[pagina 487]
| |||||||||||||
3. Wie is de man in de regenjas?Nou - wie is die lange darm
daar in de regenjas?
Dat zou ik wel eens willen weten.
Altijd duikt er iemand op
van wie je niet gedroomd heb.
Die kerel in de regenjas
is nummer dertien.
Het getal van de dood.
Verduiveld, waar komt hij vandaan?
Vertel eens, ken je die kerel
in de, kerel die daar, in de...
Voetganger in een bruine regenjas
en hij eet droog brood.
De man in de bruine regenjas
houdt van een dode dame.
En die kerel vandaag
op het kerkhof
in de bruine regenjas.
Dat meneer, was eens een rijk mens.
Verscheurde man - verloren liefde.
Wandelende regenjas en eenzaamheid.
Welk zelfbetrokken raadsel liet
hem komen en gaan in veelkleurige
veelvormige, veelvuldige gewaden
en wordt niet begrepen?
Wie was de man in de regenjas?
| |||||||||||||
[pagina 488]
| |||||||||||||
KroniekEr wordt een weduwe van in de zeventig
gevonden met een afgesneden keel.
Haar meid, die vele jaren bij haar diende,
is spoorloos - alleen dat stukje van haar jurk...
De odds en ends van de geschiedenis
liggen in het water van de stad.
Want enige dagen later vindt men
in de Lindengracht een vrouwenromp.
Later nog de benen in de Prinsengracht;
een litteken wijst uit: het is de meid.
Tenslotte, een week later, vist men
uit de Brouwersgracht een hoofd: het klopt...
Whodunnit: een nuchtere kalfsslager,
zijn vrouw en een ongelukkige kruier?
Welnee - het is Hermina Wouters, oud 28 jaar,
die de weduwe en haar meid vermoord heeft.
Zij wordt van onderen levendig geradbraakt,
het linkerbeen even onder de knie afgehakt.
Daarna het rechter- en de rechterhand,
een snee in de keel, de kop in twee slagen.
De stukken worden naar de overkant
van het IJ gebracht en daar tentoongesteld.
|
|