al te laag wolkendek in de concertzaal.
Merkwaardig is wel, dat bij het eventueel doorbreken van het Nederlandse zonnetje in de concertzalen er bij elektronische muziek, welke ter plaatse ten gehore zou worden gebracht, niets anders te zien valt dan wat groepen luidsprekers. Achter een gordijntje echter, en dat moet u weten, in de hoek van de zaal staat dan een grote bandrecorder met daarop de tape waarop het stuk geschreven staat. De arbeid is dus al verricht, in tijd zoals een beeldhouwer en schilder hun werkproces hebben, het produkt is te zien of te horen, af of niet af, het was er en het klinkt nu.
Maar wat het elektronisch concert betreft is de druk op de knop van de magnetofoon en de technicus of componist in het midden van de zaal achter de regeltafel die ter correctie wat schuchter zit na te kaarten, een presentatie die nog te zeer gebonden is aan concertpraktijken in de zin van ‘hedenavond om 8.15 uur’. Deze muziek heeft minder gebonden mogelijkheden tot presentatie.
Omdat elektronische muziek altijd via luidsprekers ten gehore wordt gebracht zal in de toekomst architektuur een belangrijke rol in de presentatie gaan spelen. Het bespelen van ruimte ofwel het dramatiseren van acoustische ruimten ter plaatse. Het is een belangrijke eis die aan de componisten gesteld wordt, de acoustische werking van zijn stuk.
Minder synthetische ruimte achter de luidsprekers zoals galmkelders en galmspiralen die in het beginstadium door veel componisten werden gebruikt als ‘glamour’, een soort luidsprekerimage die vooral voortkomt uit overgecultiveerde hoorspeltechnieken, hoewel deze vorm van radiofonie een indrukwekkend dramatisch begin had.
Een van de eerste hoorspelen die uitgezonden werden, handelde over een paar mijnwerkers die diep onder de grond zaten ingesloten.
Alleen stemmen, alles is donker, de luisteraars zien uiteindelijk ook niets. De gesuggereerde ruimte heeft daarna in de radiofonie een plaats gekregen ter verbetering... de funktie ‘reportage’.
De luidsprekerimage heeft natuurlijk zijn invloed op de elektronische muziek en het zou niet vreemd zijn wanneer men op deze wijze op den duur een onderscheid ging maken tussen de idee kamermuziek (zonder de bijsmaak van dit