Randstad 11-12
(1966)– [tijdschrift] Randstad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 99]
| |
Fabio de Sanctis & Ugo Sterpini
| |
[pagina 100]
| |
italië:
Drie voorbeelden van de Sanctis (1931) en Sterpini's (1927) meubelen, uit het Romeinse atelier ‘officinia ii’. Catalogus 1: 1963-1964. 1. Antropomorf I. Klerenkast met twee eikenhouten panelen. Hoofd verguld fiberglas, de benen relieken uit de Abruzzen, 17e-eeuws. Scharnieren en slot brons. Hoogte 1 m 74. | |
[pagina 101]
| |
2. Hemel-zee-aarde.
Notenhout buffet voor kristal. Deuren van de fiat 600 eerste serie, met toevoegingen. Poten gesneden uit notenhout. malen van vorm veranderen. Wij wachten overigens niet op de aanwijzingen van het toeval, veeleer lokken wij dat uit, dagen het uit, roepen het op door het bekijken van de materialen, door hun kombinaties. Wij delen de voorvallen niet in, in die welke wél, en die welke niet zouden moeten voorkomen. We hebben ontzag voor elk voorval dat meewerkt tot de ontwikkeling van een idee, tot het suggereren ervan, of, beter nog, tot het aanbieden van een eigen buitenmenselijk idee. In de ogenblikken van rust tijdens het werk verzinnen wij ver- | |
[pagina 102]
| |
haaltjes over de ‘ontwerper’, die wij ons voorstellen, gevangen in zijn witte overhemd, met een rekenliniaal in zijn hand, denkende aan een gouden passerGa naar voetnoot* die zoals de staartster van de kribbe op een dag stil zal blijven staan boven het dak van zijn huis, om de mensen diegene aan te wijzen die wiskundige bergen en piramides van berekeningen bedacht om de vorm van een nutteloze of misschien overbodige blikopener op te lossen. Hij weet niet dat er iets on-meetbaars bestaat, begaafd met eigen impulsen, met eigen bizonder aspiraties, en dat zich natuurlijk zoveel mogelijk aanpast aan de voorvallen. Deze aanpassing, die de ‘ontwerper’ niet kent, is uiteindelijk een werkwijze in alle vrijheid. Hij wijst integendeel alle tegenstellingen af die het toeval of de noodzaak zouden kunnen invoegen in zijn ontwerpen. En daarom komen zijn dingen, zijn meubelen, nooit overeen met die onstuimige invallen. Hij zal nooit op een trein springen die al wegrijdt, en nooit zal hij er afstappen voordat die stil staat. Onze meubelen zijn geen dingen, maar personages, het zijn geen fetisches en ze zijn niet bestemd voor de eredienst (de aanbidding van het volmaakt-funktionele-ding), maar ze vertegenwoordigen de ontmoeting van de verbeelding met de mogelijkheid om de zaak zoals die oorspronkelijk werd gedacht (of aangevoeld) te vervangen voor de onbetrouwbaarheid, de buitenkansen, de voorstellen, de afwijkingen, de aspiraties en de eigen verbeelding van de materialen die wij gebruiken. Wij staan altijd klaar om het mysterie van de dingen en de geringste vreemdheid dat het toeval ons toespeelt te konfronteren. We zijn ervan overtuigd dat de bronnen van de geest van de mens en van het toeval onuitputtelijk zijn, en dat die bovendien wonderlijke tussenvormen kunnen voortbrengen, en dat de meest waardevolle ideeën juist die zijn die zich feitelijk aanpassen aan het optreden van het onvoorziene, waardoor zij een eigen ware, zinnebeeldige betekenis verkrijgen. En dit gaat in tegen een nieuwe mythische ordening, tegen een ruimte zonder fantasie waarin elk ding, van de bank tot het bidet ‘volledig’ en ‘volmaakt’ is: een wereld van glanzende gelijkvormige meubelen, op maat gezaagd door onverstoorbare machines, zonder eerbied of verbeelding, alles op dezelfde manier, als doods embleem | |
[pagina 103]
| |
3. Boekenkast van de gevangene.
Fiberglas centraalfiguur met stalen geraamte, voetstuk notenhout. Douglas planken met messingsteunen. 2 m 25 hoog. | |
[pagina 104]
| |
van dat aktueel en onpersoonlijk verschijnsel van de markt die wordt getiranniseerd door de doorsnee-mentaliteit van de ‘ontwerper’. Onze aktie ontstaat uit een premisse van losmaking, uit ons afwijzen om de rationalistische ‘bagage’ te aanvaarden, en ze wil ook een terugkeer naar de expressiviteit van het meubel, naar de koncentratie in een precieze en konkrete vorm van een aktuele werkelijkheid zoals die reeds, op andere wijze, is voorgesteld door de verscheidene alternatieven van de hedendaagse kunst. Ons gezichtspunt is, kortom, slechts nieuw ten aanzien van de ondervinding, daar het het meubel niet beschouwt als iets dat afgesloten is in zichzelf, maar dat steeds weer nieuw en wellicht onherhaalbaar is, verbonden met de gevoelens van de mens, en dat, alle vooraf opgestelde grenzen van het funktionalisme overschrijdend, aan hem de eigen identiteit teruggeeft. Daarom kennen we een grote betekenis toe aan de elementen van wanorde, aan de asymmetrie, aan de vergissing bij het gebruik van materialen, en proberen we nooit om de intuïtie te breidelen, om haar in een enkele stilistische kategorie in te voegen. Elke irrationele aandrang is een gevoel om te kultiveren, is een bron van ideeën, een noodzakelijk evenwicht in een gemechaniseerde en geprogrammeerde wereld. Het is een verdediging tegen het voorbijgaande en het platvloerse. |
|