de Popart, de ‘konkrete’ poëzie. Dat ‘het in esthetisch opzicht een mislukking wordt’ is niet relevant, daar de estetiek, de schoonheidsleer, immers nooit doel was/is voor de surrealisten; en hun werk is niet principieel het produkt van gefrustreerdheid doch van opstandigheid van hun ‘creatieve drang’; zij richtte zich vooral tegen de bestaande orde, doch zal door een eventuele vernietiging van de nutsmaatschappij niet worden opgeheven: dan zal zij zich op (en tegen) een ander objekt richten.
Het ‘onoplosbare probleem waarvoor de surrealisten zich gesteld zien’, nl. de onaantastbaarheid van het denken tegenover politieke geëngageerdheid, heeft niets te maken met de bewering dat de kunstenaar ‘als kunstenaar in de moderne samenleving onherroepelijk alleen’ staat: een surrealist is geen ‘kunstenaar als kunstenaar’, en het probleem is net zolang onoplosbaar als politiek gelijk staat aan koehandel, waarvan de simpelen de toegeschreven idealen mogen hooghouden, terwijl degenen die de touwtjes vasthouden deze idealen ongestraft kunnen kompromitteren; de politieke vuiligheden in het kommunisme vormden een der redenen voor o.a. André Breton om iedere hoop op deze destijds recente politieke ontwikkeling op te geven.
Al ‘namen (enkele) surrealisten de wijk naar Amerika’ gedurende de Tweede Wereldoorlog, toch houdt dit geen verband met ‘het einde van de avant-garde’ (wat daaronder dan ook wordt verstaan): de surrealisten konden als surrealisten niets tegen de feitelijkheid van de oorlog uitrichten, aangezien de ware problematiek schuilt in de wanverhouding tussen politici en generaals enerzijds en o.a. surrealisten anderzijds.
Het ‘Surréalisme Révolutionnaire’ was geen ‘gemoderniseerde versie van het surrealisme’, doch een kortstondige artistieke tendens die, weliswaar, haar optreden aan het surrealisme ontleende, doch die zich op de essentiële punten tegen het surrealisme richtte.
Salvador Dali heeft sinds lang niets meer met surrealisme uit te staan; mogelijk is hij een ‘coming man’ van een ‘arrière-garde’, waarmee dan uitsluitend de burgermans-kitsch wordt bedoeld.
Het surrealisme is ook thans ‘avant-garde’, doch in de militante zin van het woord. Ook de ludieke ideeën van Constant zijn volledig surrealistisch, hoewel nog wat aan de utopische kant.