Randstad 8-10(1965)– [tijdschrift] Randstad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Lawrence Ferlinghetti Pictures of the gone world Fragmenten Vertaling Rudi Wesselius 6 En de Arabieren stelden verschrikkelijke vragen en de Paus kon geen woorden vinden en de mensen liepen rond op klompen en vroegen welke kant het hoofd van Midas opwees en iedereen zei Nee in plaats van Ja Terwijl in het Luxembourg-park in de fonteinen van de Medicis nog steeds de vette rode goudvissen en vette witte goudvissen zwommen en de kinderen maar om de vijver rennen en wijzen en kraaien des poissons rouges! des poissons rouges! maar zij verdwenen en een blad maakte zich los en viel op de vijver en lag als een oog dat cirkels knipperde en toen was de vijver erg rustig en er was een hond die stond daar maar aan de rand van de vijver en keek [pagina 77] [p. 77] op de schijndode vissen en blafte niet of zwaaide met zijn gekke staart of zo zo dat voor een ogenblik toen in de late november schemering de stilte hing als een verloren idee en een standbeeld z'n hoofd omwendde 9 ‘De waarheid is niet het geheim van een enkeling’ zoals u misschien zou denken als u ziet hoe bibliothecarissen en culturele ambassadeurs en speciaal museumdirecteuren handelen u zou denken dat ze er alleenrecht op hadden de manier waarop ze rondlopen en hun wijze hoofden schudden en rondkijken alsof ze nooit naar de w. c. gaan of zo Maar ik zou 't ze niet kwalijk nemen als ik u was Ze zeggen dat de Geest 't best wordt weergegeven in abstracte termen en dan ook doet het rondlopen in musea mij altijd verlangen naar ‘gaan zitten’ [pagina 78] [p. 78] ik voel me altijd zo verstopt op deze grote hoogtes 10 ze zou best eens gelukkiger kunnen zijn dan wie dan ook dat eenzame wijfje met d'r sjaal op de oranjehoven trein met dat kleine tamme vogeltje in haar zakdoek d'r aldoor maar tegen croonend mia mascotta mia mascotta en geen van de zondagse reizigers met hun flessen en manden lette erop en het rijtuig knarste maar door de korenvelden zo langzaam dat vlinders in en uit woeien 13 Het was een gezicht dat de duisternis kon doden in een oogwenk een gezicht even snel gekwetst door gelach als door licht ‘We denken anders 's nachts’ zei ze me eens ze lag lusteloos achterover En ze citeerde Cocteau ‘Ik voel een engel in me’ zei ze [pagina 79] [p. 79] ‘die ik voortdurend shockeer’ Dan glimlachte ze en keek de andere kant op stak een sigaret voor me aan zuchtte en stond op en strekte haar lieve anatomie liet een kous vallen 24 Picasso's acrobaten verbeelden de wereld en er waren tachtig kerken in Parijs die ik nooit was binnengegaan en de deur van mijn hotel glimlachte verschrikkelijk en woorden waren trombones ongearticuleerde papegaaien kakelende idolen maar die nacht droomde ik over Picasso die de deuren opende en uitgangen sloot die de deuren opende en de uitgangen sloot in de wereld ik droomde: hij schilderde een Picasso in mijn kamer en riep de hele tijd pas symbolique! c'est pas symbolique! Vorige Volgende