| |
| |
| |
Abram Tertz
De bewoners (1959)
Vertaling J. Bernlef
I
Mijn beste Sergei Sergeiewitsj! Hoe zou men jou en Nikolai Nikolaiewitsj in 's hemelsnaam moeten vergelijken? Het idee alleen al. Je kunt er niet op bogen knap te zijn en, vergeef mij het beeld, je biceps hangen precies zoals de tietjes van een mager wijfje. Bovendien zet je 's morgens al de fles aan je mond, het enige wat men zich afvraagt is waar je het geld vandaan haalt. Maar Nicki - Nikolai Nikolaiewitsj - zag er uit als een jonge man. Hij was ingenieur en maakte elektrische motoren, hij was negenentwintig en in de bloei van zijn leven. Zelfs hij kon het niet uithouden. Op een keer roept hij me in de keuken. ‘Wat betekent dit, Nikodim Petrowitsj?’ zegt hij. ‘Wat gebeurt hier?’ En hij ziet spierwit. Als het plafond zo wit.
Er was een klasse verschil tussen jou en hem! Hij zong! Hij deed gymnastische oefeningen! 's Morgens vroeg werd hij wakker, deed al zijn oefeningen op radiomuziek, poetste zijn tanden met een tandenborstel en zong de Luchtmachtmars:
Hoger, hoger en hoger
Wij vliegen door de lucht als vogels,
En in ieders propeller
wervelt de rust van de grenzen.
Prettig om naar te luisteren, al is hij een tenor en prefereer ik een bas. Neem dit van een oude vent aan: smeer hem zolang je
| |
| |
nog kunt. Pak je koffer en smeer hem. Wil je dat ik een briefje schrijf, als vriendschapsbetuiging? Aan Sjestopalow van het Bureau voor Huisvesting. Nooit van hem gehoord? Sjestopalow. Kerel die woninggeschillen oplost. Ik heb dertien jaar onder hem gewerkt. Ik had een studentenhotel en twee huizenblokken onder mijn beheer. Opziener, beheerder, noem me wat je wilt. Hield het uit tot ik m'n pensioen kreeg. Op Ordinka. Een van vijf verdiepingen, de ander van zes. Hij kan elke ruimte opsnorren, in vijf minuten. Zo safe als wat, verzeker ik je!...
Op mijn aanbeveling!...
Je installeert je in je nieuwe woning. Je bibliotheek laten we zolang hier. Ik pas er op, lees wat als het toegestaan is. Een jonge boer uit de Transvaal heb je waarschijnlijk niet? Dat las ik voor de oorlog, maar ik ben de naam van de schrijver vergeten. Een of andere buitenlander, een Fransman.
Ah, het is doodjammer. De nachten zijn lang en mijn benen doen zeer. Reumatische gewrichten. Heb het al eeuwen, een chronische kwaal. Wat is dat? Ja natuurlijk, drink leeg - het kan geen kwaad.
Op je gezondheid!
Mm, ja... Een uitgezocht cognacje heb je hier, precies wat de dokter mij voorschreef. Streelt de keel, zou je kunnen zeggen. Laten we het op een zuipen zetten. Nee, nee, doe geen moeite. Ik houd er niet van te eten als ik drink - bederft de smaak. Maar serieus, Sergei Sergeiewitsj, waarom ga je niet naar een andere flat? Deze, ik zeg het je in vertrouwen... je zou het niet leuk vinden als je er zelf achter kwam en dan zou het te laat zijn. Echt, waarom steeds maar beweren ‘Ik ga niet weg, ik ga niet weg?’ Het is alleen maar luiheid van je, anders niet. Ik zal je wat zeggen, luister. Ik ga met je mee en we gaan samen wonen. Als je geen zin hebt om iets met Sjestopalow te maken te hebben, regel je een ruiling. Laten we een advertentie plaatsen. Mijn kamer en de jouwe zijn samen eenendertig vierkante meter. Genoeg om te ruilen voor een vrije flat. Wat vind je ervan?
Ik zal de geëigende omgeving voor jou als schrijver scheppen. Zal ervoor zorgen dat alles netjes is en rustig - 'k zou zelf ook
| |
| |
wel een beetje rust kunnen gebruiken. Misschien trouw je toch nog en zouden we kleinkinderen groot kunnen brengen en katjes. Ik zal babysit zijn en grootvader. Wij denken niet meer aan cognac, misschien alleen op de belangrijke feestdagen, zoals Nieuwjaar en de Eerste Mei. We zetten een gesmeerde huishouding op: Der Tisch, das Schrank; en we kopen voor mij een paar nieuwe gevoerde schoenen. Dat wordt een leventje! Zullen we d'r een nemen? Op je gezondheid, Sergei Sergeiewitsj!
Hoe kwam ik er, eerlijk gezegd, op om met hem op te trekken, met Nicki bedoel ik? Hij was een aardige kerel, een echte huismus en hij had zijn zaakjes goed voor elkaar. Zo gauw als hij van zijn werk thuiskwam begon hij iets te doen. Maakte een stelletje planken met een figuurzaag of zette een radio in elkaar uit oude onderdelen, alles met zijn blote handen. En ik mocht zijn Ninotsjka in het begin ook wel. Druk als een bijtje had ze het, altijd bezig dingen voor het huis te verzamelen. Ze waren hier nog geen zes maanden of, je kunt het geloven of niet, ze kochten al een nieuwe kleerkast. Met een grote spiegel op de kastdeur. Ze hingen kantgordijnen op - allemaal voor vijfentwintig of dertig roebel, op de dag dat hij salaris kreeg, dus je kunt rustig zeggen dat ze hun huis met kopeken tegelijk inrichtten. En alles ging naar de kelder. Arme Nicki! Waar ben je nu, wie kust nu je vingers?... Och, och! In een tehuis, of, zoals de mensen zeggen: in het gekkenhuis. Maar kan je dat een thuis noemen? Nee, het is een illusie - geen tehuis maar een kosthuis voor gekken, niks meer.
Wat? Hoe dat kwam? Het begon allemaal met een kleinigheid. Op een avond zat hij erwtensoep te eten en plotseling viste hij - kan je je voorstellen - wat vrouwehaar uit zijn bord. Een normale pluk vrouwehaar, dat is alles - wat ze op het platteland ‘kamsel’ noemen. Hij ging natuurlijk naar zijn Ninotsjka toe en vroeg haar doodkalm wat dat te betekenen had. Ze vloog meteen op, maar ze zei ook doodkalm: ‘Lieve Nicki,’ zei ze, ‘dat wijf Krowatkina doet haar haar in onze pan in plaats van vlees.’
Tussen twee haakjes, het was grijs haar. Grijs...
Sst! Wat ik je vragen wilde, Sergei Sergeiewitsj, is of je dat in- | |
| |
teressante boek van Fennimore Cooper hebt, De laatste der Mohicanen. Ja!! De laatste der Mohicanen! Over Noordamerikaanse indianen! Ja, dat is het! Je hebt het dus niet! Je hebt het niet!... Wat een regen vandaag! Ik zei, wat een regen vandaag!
Ze is weg... Krowatkina. Een echte heks. Legt haar oor tegen de deur en houdt alles bij wat we tegen elkaar zeggen. Ik voel haar gewoon, ik weet het zeker. Als ik dat zeg dan is het zo! Ik heb een speciale antenne voor die dingen, ik ben niet van gisteren. Ik kan precies raden wat ze achter mijn rug doen. Op tien meter afstand.
Wat? Wat bedoel je, ‘trucjes’? Als je me niet gelooft zal ik het je laten zien. O.K., ik keer m'n rug naar je toe nu, zodat ik niets kan zien en toch kan ik het raden - iedere beweging die je maakt.
O, o! Het is net alsof mijn benen van iemand anders zijn. O.K., we beginnen.
Daar gaan we dan. Nu peuter je in je neus. Met je pink. Nu houd je op. Je grijpt je linkeroor vast. Je steekt je onderlip naar voren. Nou, goed geraden of niet? Precies! Jij bent me trouwens een grappenmaker! Al die poppekast achter mijn rug! Dacht natuurlijk dat ik het niet zou weten. Je tong stak je uit, je trok rimpels in je voorhoofd... Je kijkt helemaal scheel, Sergei Sergeiewitsj. Je bent dronken. Dit brouwsel heeft je gevloerd.
Het is genoeg voor vandaag. Ik kan het nog beter. Laten we dus maar een slaapmutsje nemen en naar bed gaan. Het is laat. Wat zullen de buren wel denken?
Nee, nee. Vraag me niets. Ik zal je de rest een andere keer wel vertellen. Die Krowatkina heeft me helemaal in de war gemaakt. Mijn stemming totaal bedorven. Ik zal een afscheidstruc voor je doen. Wat zegje, wil je dat ik verdwijn zonder dat ik van mijn plaats kom? Ik smelt gewoon weg. Een, twee, drie! Hier ben ik - en hier - ben ik niet!
Welterusten, Sergei Sergeiewitsj.
| |
| |
| |
II
...En op deze wijze waren er al gauw alleen de najaden over. En zelfs zij... Ach, je weet hoe het is - met al die industrialisatie van natuurlijke bronnen. Maak plaats voor de techniek! Beken, rivieren, en meren beginnen te stinken naar chemicaliën. Methylhydraat, tolueen. Vissen sterven gewoon, drijven op hun buik boven. En wat de najaden betreft, zij springen op en hoesten en proesten en er staan (je kunt het geloven of niet) tranen van verdriet en wanhoop in hun ogen. Heb het zelf gezien. Hun hele weelderige boezem is bedekt met dauwworm, eczeem en (neem me niet kwalijk dat ik het zeg) symptomen van periodieke geslachtsziekte.
Waar konden zij zich verbergen?
Ze bedachten zich niet lang, maar zochten hetzelfde heenkomen als de bosgeesten en de heksen - naar de stad, naar de hoofdstad. Door het Moskou-Wolga Kanaal, door (kom, hoe heten ze) die sluisdeuren, naar het watervoorzieningscentrum waar het schoner is en waar meer te eten is. Vaarwel geboorteland, ons oorspronkelijk element!
Hoeveel kwamen er niet om! Ontelbaar velen. Niet helemaal, natuurlijk - het zijn tenslotte onsterfelijke wezens. Daar is niets aan te doen. Maar de sterken bleven in de waterleidingen zitten. Je hebt het waarschijnlijk zelf wel eens gehoord. Je draait de keukenkraan open en er komen snikken uit, geplas en gevloek. Heb je ooit bedacht wat dat was? Dat zijn de stemmen van najaden. Zij blijven in een wastafel zitten en het is vreselijk, zoals ze de boel verstoppen; en hun genies!
Tussen haakjes, in onze flat woont een voormalige najade, helemaal vrij en op haar gemak. Volgens haar persoonsbewijs heet zij Sofia Frantsewna Winter. Je kent haar natuurlijk. Ze rent rond in een bombazijnen ochtendjas en doet van 's morgens vroeg tot 's avonds laat wateroefeningen. Ze plast drie uur achter elkaar rond in de badkamer (zodat de andere bewoners nergens hun handen kunnen wassen) of ze zit op de rand van het bad en zingt liederen over de Lorelei. In het Duits:
| |
| |
Ich weiss nicht was soll es bedeuten,
Dass ich so traurig bin...
Geschreven door Heinrich Heine. Ik zei gisteren tegen haar: ‘Sophi! Je kan tenminste een beetje rekening houden met de nieuwe bewoner. Hij is schrijver, als je het per se weten wilt. En je rent maar door de gang, alleen in een ochtendjas zonder knopen of ceintuur en bij iedere stap die je doet vliegt hij een eind open.’
Maar zij grinnikt alleen maar, dat schaamteloze wijf. ‘Jouw schrijver,’ zegt ze, ‘gaf me seringenparfum. Hij en ik hebben elkaar in de ogen gekeken, de eerste keer dat we elkaar ontmoetten, opa.’
Pas op, Sergei Sergeiewitsj. Zit in 's hemelsnaam niet achter haar aan, ze zal je doodkietelen. Om je iets ernstigers te vertellen - ze heeft vissebloed en de rest aan haar is ook vissig. Ze ziet er alleen maar uit als een vrouw om mannen te verleiden.
Nu zit je weer te lachen en gelooft nergens aan. Het is een feit dat jij, al ben je dan schrijver, totaal geen observatievermogen bezit. Laat eens kijken, wat heb je bijvoorbeeld over Anchoetker te vertellen? Je buurman. Anchoetker. Die vent aan de andere kant van deze muur. Niks bijzonders. Een gewone burger. Behalve dat hij een jood is, een volbloed. En wat dan nog! Als ik me niet vergis was Karl Marx ook van joodse afkomst.
Maar als je hem nu eens goed bekijkt?... Zijn haar, wat zeg je daarvan? Heb jij ooit in je leven zulke wol op iemands kop gezien? En zijn huid? Waar vind je een andere man met zo'n donkerblauwe huid? En hij kijkt kwaadaardig en heeft maat 47 schoen en wat erger is, ze zitten altijd verkeerd om; de rechter aan de linkervoet en de linker aan de rechter. Zo loopt hij rond, de ongelikte beer, zowel op het ministerie als thuis.
Iets anders, kijk eens wat hij leest. Het ritselende woud van Korolenko. De nieuwe roman van Leonow, Het Russische woud. Een opmerkelijke roman, zeker. Maar ik vraagje, waarom over dat speciale onderwerp? En waarom werkt hij op het departement van Bosbouw, die duivelse Anchoetker? Telt zilverberken
| |
| |
en dennebomen met een rekenlineaal op en maakt er kubieke meters van... En hij is, wetenschappelijk gesproken, helemaal Anchoetker niet. Hij is ‘Anchoetka’ - de bosduivel. Snap je het nu? Zie je wel!
Nee, Sergei Sergeiewitsj, je zult geen enkele levende ziel onder onze bewoners vinden. Al zijn ze familie van me, ze komen om zo te zeggen uit hetzelfde dorp. Maar ik praat niet met ze. Ik ben te goed voor hen. Het zijn domme mensen, ongeletterden, onopgevoede boerinnen die beweren dat een spook bijna hetzelfde is als een bosgeest. Helemaal fout! Als je dat soms denkt! Het zijn heel verschillende beroepen. Het is onmogelijk aan de principiële verschillen die met dit probleem te maken hebben voorbij te gaan. Het spook is gewend aan een huis, aan de reuk van mensen, aan warmte. Altijd geweest, sinds het begin der tijden. Hij heeft niets te maken met duivels en heksen. Misschien denk je dat zij een gemeenschappelijke achtergrond hebben. Hoe kom je erbij? Er bestaan allerlei achtergronden. Neem de mens bijvoorbeeld, hij stamt van de aap af. Nu heeft hij alleen maar met apen te maken in Afrika en in de dierentuin. Wat denk je dat het voor mij, een ouder iemand om zo te zeggen, betekent op gemeenschappelijke grond te moeten leven?
Toen ze, dat wil zeggen Nikolai Nikolaiewitsj en Ninotsjka, in onze flat kwamen wonen, heb ik ze meteen gezegd: ‘Nicki,’ zei ik. ‘Ninotsjka! Oren open. Geef geen reden tot provocatie. Houd je op een afstand. En ik warm mij op mijn oude dag aan jullie haard.’ ‘Nee!’ antwoordde Ninotsjka. ‘Doe zoals je gewend bent. Ik zal die Krowatkina de erwtensoep niet vergeven. Ze steelt ons vlees en moet ik soms haar haar eten? En wat erger is, het is vies en grijs. Je zou er een infectie van op kunnen lopen.’
En ze zegt tegen haar Nicki dat hij sloten op alle pannen moet maken, met het doel het eten op te sluiten terwijl het staat te koken op het gemeenschappelijke fornuis. Soms sloop ze er op haar tenen heen, maakte gauw een pan open, voegde wat zout of boter toe en sloot hem weer af.
Alleen hielp het niet. De vreemde gebeurtenissen gingen door. Zeg dat ze een kip opzette om te koken en de pan afsloot. Als
| |
| |
ze hem open maakte vond ze er een dode kat in, gekookt in kippenbouillon. De kat was niet eens gevild - daar lag hij, met huid en haar.
Ninotsjka ergerde zich eraan. Ondertussen had een andere buurvrouw, Awdotia Wasjoetkina, haar overgehaald en werd er een bondgenootschap gevormd. Awdotia had zelf een rekening met Krowatkina te vereffenen. Zij konden het er niet over eens worden hoe zij Anchoetker moesten delen. Ze hadden allebei kinderen bij hem, kleine bosgeesten dus. En zo vochten de twee vijanden voor hun heksenliefde.
Kun je je het voorstellen? Een schrikaanjagende vertoning in de keuken. In de rook zwaaien de heksen heen en weer en grijpen elkaar bij hun verwarde haren. Zij spugen elkaar van dichtbij in het gezicht. Je kon heel goed horen welke scheldwoorden ze naar elkaar schreeuwden.
‘Heks! Toverkol! Hoer!’
‘Ben je zelf! Waar ben je vannacht op de beddepan heen gereden?’
Rond hun voeten springen hun blauwbuikige kinderen rond en proberen de tegenpartij in de dijen te bijten. Ze zijn nog klein, maar ze hebben al scherpe tanden en nagels.
En Ninotsjka is er ook bij, kun je je dat voorstellen?
Haar haren vliegen alle kanten op en haar ogen schijnen als de lampjes van een zaklantaren. Ze heeft een rolstok in haar hand en door haar gescheurde blouse kun je haar kipperibbetjes op en neer zien gaan van heb ik jou daar.
De eerste keer dat ik het zag barstte ik in tranen uit. Hoe kon een oude kerel als ik tegen drie woedende vrouwen op? Ik ren smekend van de een naar de ander. ‘Ophouden!’ schreeuw ik. ‘Terug naar je hoek! Anders bel ik de politie!’ Zij wilden zelfs niet luisteren. De hele ruimte weerklonk van gegrom, getrappel en het gerommel van braadpannen. En de hele tijd lachte die waternimf Sophi met lange hysterische uithalen in de badkamer.
's Avonds zeg ik tegen Nikolai: ‘Kijk eens hier, de zaken staan er zo en zo voor. Houd je Ninotsjka in bedwang. Deze zaak zal slecht aflopen, zoals je kunt zien. Trek zonder pardon haar wol- | |
| |
len onderbroek naar beneden en geef haar een paar tikken voor haar billen om haar te leren zich niet in andermans ruzies te mengen.’
Hij voelde zich zowaar nog beledigd ook, kun je je dat voorstellen. ‘Ik breng dit voor de Opperste Sowjet,’ zegt hij. ‘Ik laat de dingen er niet bij zitten. Krowatkina moet berecht worden. Zij is een fascist. Zij beledigt mijn vrouw in woord en daad. En Ninotsjka heeft in heel haar jonge leven nog nooit iemand ook maar met een vinger aangeraakt...’
Nicki hield van haar, de brave simpele ziel, hij hield vreselijk veel van haar. En zo ging dat tussen hen...
Sergei Sergeiewitsj zit stil. Beweeg niet. Zie je een rat onder het bed? Trek zachtjes je schoen uit en sla haar dood. Denk er alleen aan dat je niet mist. Anders smeert ze hem. Daar! Kijk, zo direct steekt ze haar neus naar buiten. Gooi, nu! Mik op haar kop! Maak haar dood! Nu!
Verdomme, je hebt gemist! Kom, Sergei! Sla haar dood met de fles! De fles, zeg ik je...
Wat doe je nu, onhandige slungel?... Ik zei je dat je haar met de fles moest raken! Allemensen! Mijn benen trillen er gewoon van. Mijn zenuwen zijn helemaal op.
Weet je wie dat was, Sergei Sergeiewitsj? Welnu, dat was Ninotsjka die ons op kwam zoeken... Ze mist haar lieve Nicki. En daarom komt ze terug naar de oude plek, onze Ninotsjka...
| |
III
Schrik niet - ik kwam zonder kloppen binnen omdat ik iets dringends heb. Er zijn moeilijkheden, Sergei Sergeiewitsj, grote moeilijkheden. Die Krowatkina heeft het hele verhaal uitgevist en heeft het aan Anchoetker verteld. Wat zal er nu met ons gebeuren? Wat zal er gebeuren?
Luister, ze moeten mij niet in jouw kamer vinden. Vooral niet in mijn natuurlijke staat. De bewoners zouden het kunnen opmerken. Nu ben ik door een reet binnengekomen. Onder de
| |
| |
deur door gekropen. En dat op mijn leeftijd...
Een ogenblikje! Ik zal mijzelf een beetje vermommen en dan praten we.
Laat eens kijken - wat heb je hier dat geschikt zou zijn?... Ha! Dat is goed, ik ben een glas en jij zit aan tafel alsof je aan het drinken bent. Als iemand naar binnen kijkt praat dan gewoon in je zelf. Laat ze denken dat je dronken bent. Zo is het veiliger.
In orde, kom hier - Ik ben al op tafel. Je had drie glazen en nu heb je er vier. Nee, nee, die niet! Wat ben je onoplettend, echt! Hier ben ik, hier! Vlakbij het bord.
Hé. Raak me niet aan! Voordat je het weet heb je me laten vallen en ben ik gebroken. Mijn beenderen doen al pijn genoeg. Sergei Sergeiewitsj, concentreer je volkomen op wat ik je nu ga zeggen. Het is heel ernstig. Onze positie zou niet slechter kunnen zijn. Wij zijn ontdekt. Er wordt een onderzoek ingesteld. Sinds gisteren zegt Anchoetker me niet meer goededag. Ik weet dat zij mij willen berechten omdat ik hun geheimen heb verraden. Morgen om twaalf uur 's nachts wordt er vergaderd in de keuken. Dat zou nog zo erg niet zijn, maar Sjestopalow is ontevreden over mij. Hij heeft een opdracht gegeven. ‘Wij vertrouwden hem,’ zegt hij, ‘maar hij laat zich soms voor korte tijd met vijandige elementen in. Wij hebben hem het incident met het jong getrouwde stel vergeven,’ zegt hij, ‘en nu zet hij een andere ongewenste vriendschap op. En zijn nieuwe vriend is schrijver, die alles wat hij zegt opschrijft. Dat zou vervelende consequenties kunnen hebben. Wij moeten deze kletskous straffen als waarschuwing voor de anderen. En wat de schrijver betreft, met hem zullen we apart afrekenen. Gelukkig is hij een alcoholicus, en zal hij al gauw echte duivels zien.’
Begrijp je wat dat betekent, Sergei Sergeiewitsj? Zij zullen ons van elkaar scheiden. Zij zullen het laatste menselijke wezen dat mij nog restte van mij wegnemen, zij zullen het dak boven mijn hoofd weghalen. Zij zullen mij verbannen - ik zal onder de vloer verdwijnen, in de mist en de kou zal ik mij bij de micro-organismen scharen. Of zij zullen mij met mijn hoofd voorover in de riolering gooien. En ik zal gedoemd zijn daar tot het einde van
| |
| |
de wereld te circuleren. Zoals de Wandelende Jood Ahasverus. Heb je het boek van die naam van Eugène Sue gelezen? Nu precies. Zo zal het ook met mij gaan. Van de ene plee naar de andere.
Met jou is het ook bekeken. Zij zullen je omringen met walgelijke snoeten, spoken en vampiers. Je zult doodsbang zijn. Je zult meer drinken dan ooit. En hoe meer je drinkt, des te banger zul je zijn. Totdat je gek wordt, net als die arme Nikolai Nikolaiewitsj!
Je moet zien te ontsnappen. Het is allemaal al geregeld. Ik roep je morgenochtend om halftwaalf. Net voordat de jamboree begint, voor de Opperste Keuken Sowjet vergadert. Wees gereed. Zij verwachten gasten en zullen tiptop gekleed zijn. Zij zullen bezig zijn om hapjes klaar te maken, van aas en rotte eieren. Het is heel aannemelijk dat zij in die verwarring hun controle zullen laten verslappen. Op dat ogenblik laat je mij in je zak glijden (en je kan ervan verzekerd zijn dat ik mijn best zal doen daar op een of andere manier in te slippen), doet je jas aan zodat ik geen last van tocht zal hebben en gaat netjes de straat op. Alsof je wat gedronken had en besloten had een wandelingetje te gaan maken om een frisse neus te halen.
We gaan eerst in een hotel wonen. En daarna richten we ons in, in een flat. En zonder medebewoners en buren, waar we onze eigen baas zijn. ‘Geen god, geen tsaar, geen held,’ zoals het spreekwoord luidt.
Als algemene voorzorgsmaatregel kun je een ikoon ophangen. Laat je dat niet in verlegenheid brengen - ik ben eraan gewend, ik ben op het platteland grootgebracht. Dat bijgeloof komt veel voor onder die mensen.
Je zegt dat je geen ikoon wilt, dat je overtuigingen dat niet toelaten? Dan hangen we gewoon een plaat op. We halen een of andere Raphael met een baby uit de Algemene geschiedenis en prikken hem op een in het oog lopende plaats aan de muur. Zo'n plaat geeft ook goede bescherming tegen de krachten der duisternis en het boze oog. En het is volkomen eerbaar en vooruitstrevend. Tenslotte is het kunst en niemand kan daar iets op
| |
| |
aanmerken.
Het belangrijke is bij elkaar te blijven, Sergei Sergeiewitsj. Ik zal in der eeuwigheid nooit zonder jou kunnen leven, zonder de hulp van een menselijk wezen. Binnen het pand kan ik naar hartelust rondlopen, op de muren en tegen de plafonds. Maar ik kan geen voet over de drempel zetten. Wetten der fysica verbieden dat.
En ook jij (ik spreek zonder valse bescheidenheid) zult zonder mij verloren zijn. Terwijl je met mij, en Gods hulp, wereldbekend zult worden. Een Charles Dickens, een Mayne Reed. Je ziet dat ik het weet, dat ik alles over je weet, handige jongen. Het moment dat ik binnenkom pak jij je pen op. Zelfs als je niet helemaal jezelf bent en niet volkomen over de macht van je woorden beschikt...
Maar wat hebben onze gesprekken te betekenen? Alleen maar een armzalig fragment. Ik heb genoeg van deze sprookjes om een hele Decamerone mee te vullen. Allemaal gebaseerd op persoonlijke ervaring. Je kunt ze in vijf delen publiceren. Geïllustreerd. Wij zullen de gebroeders Grimm eens wat laten zien, jij en ik, Sergei Sergeiewitsj.
Hé! Wat doe je? Waarom gooi je me vol brandewijn? Ik stik, ik stik! Gooi me leeg, meteen...
Ik moet zeggen, je maakte me aan het schrikken, Sergei Sergeiewitsj. Denk eraan dat er morgen geen sprake kan zijn van brandewijn! Geen druppel! En houd alsjeblieft op met die ruwe insinuaties te maken. Je weet wat er dan gebeurt. Heb je Ninotsjka gisteren gezien? Ja, precies, Ninotsjka als rat. En ze blijft zo... er is geen weg terug.
Nicki hield het lange tijd vol, maar op een keer viel hij uit: ‘O Ninotsjka, sodemieter op. Ik heb genoeg van deze ruzies.’
Zo gauw hij die fatale woorden had gesproken kwam Anchoetker binnen. Alsof hij met een speciaal doel kwam, om een sigaret te lenen. En daar staat hij naar Ninotsjka te staren en Ninotsjka naar hem en op dat ogenblik beginnen zij verliefd op elkaar te worden.
Toen was Ninotsjka bij lange na niet meer wat ze geweest was.
| |
| |
Haar haar was dun, haar ogen waren een beetje ingevallen, en haar buik was net de andere kant opgegaan en was uit gaan puilen. Allemaal opgespaarde woede. En weet je, haar achterwerk was ook duidelijk dikker geworden. In een woord, hij mocht haar wel. Zij begonnen elkaar te ontmoeten, te knijpen, zachtjes te krabben en dat soort dingen. Zij werd een echte heks. Sloot vrede met Krowatkina en begon zelfs de techniek van het nachtelijk rondrijden op een beddepan te bestuderen. Als een straaljager. Liep op buikgas.
Maar toen ze Nikolai Nikolaiewitsj naar een krankzinnigeninrichting brachten verliet haar minnaar haar. Hij verliet haar terwijl zij zwanger was. En om Awdotia's jaloezie tot bedaren te brengen en om te voorkomen dat hij alimentatie moest betalen, veranderden zij haar in een stom beest in dezelfde gezegende staat. Later baarde ze een nest ratten in een rattenhol, zeven stuks.
Misschien vind je het zielig voor haar. Maar ik zie in dit geval een echte allegorie. Zij ondermijnde de grondslagen van de moraal, dus was het haar verdiende loon en ik betreur het zelfs dat je haar niet op haar kop raakte met je schoen. Dat zou nu echt nuttig zijn geweest en een goede beloning voor wat ze die arme Nicki heeft aangedaan. Net als in Anna Karenina. Hij was een nette vent.
Ik heb lang genoeg met je gekletst. Sjestopalow heeft klaarblijkelijk gelijk gehad toen hij me een kletskous noemde. Maar het is makkelijk om dat te zeggen. Hier zit ik, afgesneden van menselijke behuizing en met niemand om mee te praten. Ik praat dagen- en nachtenlang niet. En het enige geluid is dat van mijn gevoerde schoenen over het parket.
Goed, waar het om gaat is om hier weg te komen. De verhalen die ik weet over Sjestopalow - je zou je doodlachen.
In orde, afgesproken! Tot morgen. Op je erewoord? In orde dan.
Nu trek ik mij terug op de manier waarop ik gekomen ben, ongemerkt. Wees alsjeblieft niet zenuwachtig. Niemand heeft ons gezien, niemand heeft ons gehoord. Het is voor de bakker.
| |
| |
| |
IV
Hé!
Sergei Sergeiewitsj!
Het is tijd.
Het is zover!
Waar ben je? Waar ben je heen?
Is hij weggegaan? Weggegaan zonder mij! Een oude man achterlaten om hem aan stukken te laten rijten. Een oude vent zonder dak boven zijn hoofd...
Wat is dat? Wat is dat? Languit op de vloer? Hij is toch niet dood? Sergei Sergeiewitsj, ouwe jongen... Zijn hart klopt. Hij knippert met zijn ogen. Word wakker! Laten we hier vandaan vluchten. De tijd is rijp. Ze hebben net opgebeld. Sjestopalow komt naar het feestje. Zij verwachten hem ieder moment. Zij denken niet aan ons... Ze zijn druk bezig met hun voorbereidingen.
Maar wat heeft dit te betekenen, Sergei Sergeiewitsj?... En ik dacht... Je zou je moeten schamen! Je beloofde me... Een goed ogenblik heb je hiervoor uitgekozen... Je had tenminste kunnen wachten...
Hoe kun je in deze toestand over straat? Ze zullen je oppakken.
Sta op in ieder geval! We hebben vier minuten. Sta op zeg ik je.
Wat bedoel je met ik kan niet? Heb je de controle over je benen verloren? Hou op met die onzin!
Kom beste kerel, laten we het samen proberen. Probeer het. Leg je armen om mijn hals. Zo! Probeer het eens. Ik moet zeggen, je bent geen vedergewicht, ouwe jongen. Hou je vast, hou je vast, val niet voorover!
Sst! Ben je gek geworden! Om op die manier door de flat te stampen. Als zij iets verdachts horen komen zij achter ons aan. En waar moet ik mij verbergen? Ik vraag je, waar, wat moet ik doen in dat geval?
Nou, wat sta je daar te mompelen? Loop naar de hel met je excuses. Hoor je het, hoor je het?... Krowatkina legt haar oor tegen de deur. Wij zijn verloren. Nu gaat ze Anchoetker roepen en
| |
| |
Sjestopalow...
Sergei Sergeiewitsj! Haal mij hieruit, mijn beste! Ga tenminste op je knieën liggen. Laat me je helpen. Zo. Daar zit je. Nu bidden. Ik houd je wel bij je schouders vast. Bidden! Zeg je gebeden zeg ik je, dronken zak!
Wat bedoel je, dat je ze vergeten bent? Hoe moet ik dat weten? Jij hoort dat te weten. Jij bent een mens, ik niet. Jij moet dit zelf oplossen. Ik mag het niet, het is niet de gewoonte.
Wat heeft dit te betekenen, Sergei Sergeiewitsj, - jij leeft tussen duivels, schrijft verhalen over duivels en je weet niet hoe je moet bidden!
O.K. dan doen we het liggend. Ga op je rug liggen. Wil je het nu eindelijk eens goed tot je door laten dringen dat dit onze enige hoop is?... Alsof ik het je anders gevraagd zou hebben! Leg je vingers tegen elkaar. Raak je voorhoofd aan. Nu je borst... Hou maar op met die poppekast. Je maakt er een potje van. Snurk zoveel als je wilt, ik geloof je toch niet. Ik weet dat je volkomen bij je verstand bent en alles begrijpt... O, ben je de duivel zelf, of wat?
En wie is dat? Ah! Ninotsjka niet? Hallo Ninotsjka... Wees niet bang, wees niet bang. Ik zal je niet aanraken. Het maakt mij niets meer uit nu.
Kijk! Bewonder deze mooie jongen. Je toekomstige echtgenoot. De derde in de serie. Jullie gaan samen in een rattenhol wonen... Ruik aan zijn ogen, ruik. Lik hem. Hij vindt het goed... Hij is op het ogenblik niet in je geïnteresseerd. Hij voelt zich ziek en de kamer draait voor zijn ogen. En duiveltjes dansen al voor zijn ogen; ratten ook.
Dat is het dan. De hele bende marcheert nu voorbij, stampend op de gang. Nu breken ze naar binnen. Ze komen voor mij. En voor jou ook, Sergei Sergeiewitsj, voor jou ook. Voor jou ook.
Vertaling naar het Engels van Max Hayward en Ronald Hingley.
|
|