Kleine kroniek van het ontstaan van Labyrint
1960. Het is allang duidelijk dat het muziektheater, of zelfs: de presentatie van muziek in het algemeen, vernieuwing behoeft. Alergies voor de gangbare concertpraktijken ontstaat de mes, de Mood Engeneering Society, waarin de eerste vernieuwingspogingen al meteen vastlopen.
1961. Verschillende malen een opzet gemaakt samen met Lodewijk de Boer. Nemen tenslotte de Paradijsvogel van L.P. Boon als uitgangspunt. De labyrintiese vorm interesseert ons. Kontakten met Kees van Iersel n.a.v. de eerste, voorlopige versie van labyrint.
1962. Stipendium van het Cultuurfonds Buma. Kan er nu een heel jaar rustig aan werken. Publikatie van het eerste zelfstandige fragment: dansen uit het labyrint voor orkest. Inmiddels komt de tweede, drasties herziene versie van de tekst gereed. De schilder Gérard van den Eerenbeemt maakt schetsen van de opstelling in een teater als bijvoorbeeld Carré. Albért Seelen ontwerpt de film, die een belangrijke rol zal gaan spelen. Ook wordt duidelijk dat de schilders het decor in de loop van de voorstelling zullen gaan schilderen. Zo ontstaat een derde versie, in nauwe samenwerking met Kees van Iersel. Opzet van het geheel en de tekst van de zangers ligt nu wel definitief vast.
1963. Het tweede zelfstandige fragment komt gereed: stemmen uit het labyrint voor drie zangstemmen en orkest. Uitvoering van de dansen op de Gaudeamus Muziekweek, O.l.v. Ernest Bour. Lodewijk de Boer schrijft een gedeeltelijk herziene tekst voor de akteurs. Nieuw stipendium (van o.k. en w.). Het derde fragment verschijnt: koren uit het labyrint voor koor en orkest. Publicaties in Vrij Nederland, Algemeen Handelsblad en verschillende andere kranten. In het Labyrint-nummer van The Situationist Times verschijnt een gedeelte van de tekst en de muziek, met foto's van de film en decorschetsen. Het Concertgebouworkest neemt de dansen op het programma.
1964. Kontakten met Koert Stuyf voor de choreografie en met Peter Oosthoek voor de regie. De (betrekkelijk) hoge kosten van een uitvoering veroorzaken spanningen op de geldmarkt. Het vierde fragment, de scenes uit het labyrint voor spreekstem, drie zangers, koor en orkest, verschijnt. De radio besluit de stemmen en Gaudeamus de koren uit te voeren. Albért Seelen voltooit een voorstudie voor de film: beelden uit het labyrint; en Lodewijk de Boer de uiteindelijke teksten voor de akteurs. Pierre Boulez schrijft een aanbevelingsbrief aan het Holland Festival, waarin hij labyrint een ‘datum in de ontwikkeling van het hedendaags muziekteater’ noemt.
Het vijfde en laatste zelfstandige muzikale fragment verschijnt: improvisaties uit het labyrint voor drie zangers en vier instrumentalisten. Begin van de werkzaamheden in de studio voor elektroniese muziek te Bilthoven. Vo[or]bereidingen voor de eindmontage van de vijf tot nu toe gepubliceerde [muzi]kale fragmenten, de teksten, de film, de dans en de electroniese muziek, en voor een integrale uitvoering.