yves van domber, Amsterdam 1929. Studeerde drie jaar metaphysica in Nijmegen, bracht een jaar in het Vreemdelingenlegioen door - als cavalerist, burolist en parachutist: acht sprongen ging in de handel, studeerde drie jaar metaphysica in Amsterdam en vulde twee jaar lang het door hem uitgegeven maandblad Kenon. Ontvluchtte Amsterdam bij het uitbreken van de hondsdolheid, nu als auteur-vertaler gevestigd in Enschede.
karel frans drenthe, Semarang 1921. Het eerste kind dat in Nederland (voor de Avro) meewerkte als hoorspelakteur. Een sinusitus frontalis operatie (door wijlen prof, dr A. de Kleyn) maakte in 1944 een einde aan een meer dan goede zangstem. ‘En aan meer. Ik ben een natuuratleet met aangeboren lichaamsbouw. Jarenlang hield ik drie uren conditie training per dag vol. Voorts ben ik min of meer deskundig in Yoga. Ik ben nu een gebroken man, als gevolg van die operatie, maar in Jiu-Jitsu bedrevenheid nog wel wat waard.’ Beroepen uitgeoefend: reisleider, stenograaf, pianist, auteur van de manuscripten Krankzinnig (waarvan het hoofdstuk ‘Heeft uw land een nieuwe krankzinnigenwet nodig’ door de auteur uitgesproken als grammofoonplaat beschikbaar is) en De Tijdmeester, dat posthuum zal moeten verschijnen. De tekeningen in dit nummer werden gemaakt in de rijkspsychiatrische inrichting te E., gedurende een anderhalf jaar durend verblijf in 1960-61.
mrf. frenkel, Rotterdam 1923. Tot en met het behalen van zijn meestertitel student in Leiden, daarna studie in Groningen. Vond zijn problematiek in een aantal jaren Bijzondere Rechtspleging en Rechterlijke Macht normaal, t.w.: integratie van Recht en Sociale Wetenschappen. Publiceerde in wetenschappelijke en andere bladen over slechts schijnbaar uiteenlopende onderwerpen als: Het dilemma Psychiatrie-Strafrecht, Strafrechter en Veiligheid, De Duitsers en het Schuldvraagstuk, De Natuur van het kunstmatige leven, Cultuur-historische achtergronden van het sexuele delict, De kleine koude grond van Prof. Nagel, en Commissaris Voordewind en de Justitie. De verhandeling in dit nummer is een reactie op de door het Groninger Universiteits- en studentenblat D.C.C. gestelde vraag naar de vergelijkbaarheid van onze tijd met die der Romantiek.
nikos kazantzakis, Iràklion (Kreta) 1883 - Hamburg 1957. Studeerde rechten in Athene, filosofie (bij Bergson) in Parijs, en vier jaar lang in Italië en Duitsland letteren en filosofie. In 1945 korte tijd minister van onderwijs in het eerste vrije Griekse kabinet, bracht hij de laatste jaren van zijn ascetisch leven voornamelijk door in Antibes. Kazantzakis (dichter, wijsgeer, journalist, vertaler, politikus, taalhervormer, jurist en gediplomeerd timmerman) schreef zes romans (waaronder Alexis Zorba en Christus wordt weer gekruisigd), tragedies, essays en gedichten. Als zijn meesterwerk wordt algemeen beschouwd het lyrisch epos De Moderne Odyssee in 33.333 versregels, een poëtische transpositie van Ascese, waarvan totnogtoe alleen een Engelse vertaling bestaat, verschenen bij Simon & Schuster, New York, 1958. Niet alleen in geestelijke zin was Kazantzakis een ‘homo itinerans’: zijn eerste vrouw liet zich van hem scheiden, omdat hij gedurende de vijftien