uur maakt de Landbank inderdaad bekend, dat zij de aandelen wil overnemen. De prijs bedraagt 1000 percent per aandeel van 500 gulden. Directeur Zwolsman zegt daarbij, dat het bod gestand wordt gedaan ook al zullen geen stukken worden aangemeld. Het is dus duidelijk, dat de Landbank al een fors pakket aandelen in handen heeft en er mede toe heeft bijgedragen, dat de koers van de aandelen als een raket naar omhoog schoot.
Met het bod op ‘Scheveningen’ zet Reinder Zwolsman zich weer een nieuwe kroon op het hoofd. De Landbank, die onder zijn beheer is uitgegroeid tot een reus onder de maatschappijen die onroerende goederen bezitten, heeft nu haar armen uitgestrekt naar een rijk bezit in een van Nederland drukst bezochte badplaatsen.
‘Scheveningen’ is eigenaresse van de pier, het Palace Hotel, hotel Rauch en het Savoy Hotel. In exploitatie heeft zij het Kurhaus, het Grand Hotel, het Solarium, de Palace-bar, het Palais de Dance, de Boulevard Rotonde, het café du Boulevard, de Oranje-galerij, het Kurhauspaviljoen en het café-restaurant Boschlust.
Reinder Zwolsman glimlacht, want hij heeft nu tòch een pier. Reeds eerder is hij met een dergelijk project bezig geweest. Het betrof een wandelhoofd in Zandvoort, maar hij greep er naast omdat een andere combinatie hem voor was. Zwolsman heeft miljoenen guldens achter zich staan. ‘Het is niet moeilijk om aan geld te komen, wel aan projecten, die het waard zijn er geld in te steken’. Ondanks deze miljoenen die hem ter beschikking staan lukt het hem niet alle ‘goede’ projecten zo maar op te kopen. Daar is bijvoorbeeld de hotelmaatschappij ‘Terminus’ (hotels Terminus in Den Haag, Pays Bas, Domhotel en Terminus in Utrecht) die hij op zijn kandidatenlijstje heeft staan. Een gegroeide vete tussen de familie Van Stigt en de familie Larrewijn, eigenaars van de aandelen in de hotelmaatschappij, geeft Reinder Zwolsman de kans een bod uit te brengen op de aandelen. Het bod mislukt. De heer Larrewijn uit Utrecht en zijn zwager uit Den Haag houden het been strak. Als zij op het bod van Zwolsman ingaan weten zij zich enkele duizenden guldens rijker, maar een baan armer. Want beiden worden uit hun directiezetels gelicht als het bod doorgang vindt. Het wordt een touwtrekken zonder eind met leugenachtige voorlichting van beide zijden. Het bod op de aandelen blijkt ten slotte tot 1300 percent te zijn opgelopen, maar zowel de heer Larrewijn als een van de commissarissen van de Landbank zegt dat het bod slechts 130 percent groot is. ‘Larrewijn zegt dat hij het bod te laag vindt, de commissaris van de Landbank precies het omgekeerde. Intussen heeft de Landbank het pakket aandelen van de Van Stigts in haar handen gekregen. De meerderheid is het echter niet. Ten slotte verkoopt Larrewijn zijn pakketen dat van zijn zwager voor 1400 percent aan de Amsterdamse bankiers Teixeira de Mattos. De strijd loopt ten einde. De Landbank heeft verloren.
De activiteiten van Zwolsman missen hun invloed niet. De koersen van de op de Amsterdamse effectenbeurs genoteerde onroerende goederenmaatschappijen vliegen omhoog. Zelfs als de naam van een fonds maar aan een gebouw doet denken is er speculatieve kooplust. De koers