sterdam. Psychiatrische opleiding bij professor Rümke in Utrecht, neurologische opleiding bij prof. Droogleever Fortuyn in Groningen. Promoveerde in 1957 op een proefschrift Arthur Rimbaud, een pathografie (Swets en Zeitlinger, Amsterdam). Sedert 1956 als zenuwarts gevestigd te Arnhem.
boris vian werd in 1920 in Ville d'Avray, even buiten Parijs, geboren. Hij was o.m. ingenieur (Arts et Manufactures), akteur, auteur, trompettist (met Claude Abadie), chansonnier, toondichter, uitvinder (o.m. van een nieuw soort rubberbanden) en vertaler (Strindberg, Fearing, Behan, Bradley, Van Vogt e.a). Hij schreef de tekst voor een 300 à 400 chansons, doch verschillende daarvan werden om politieke redenen verboden. Alle platen van Vian zelf werden door dezelfde maatregel getroffen. Nog voor hij zijn studies beëindigde, hield Vian zich al intens bezig met jazz en science-fiction. Hij debuteerde in de literatuur met Vercoquin et le plancton, door bemiddeling van Raymond Queneau bij de nrf verschenen. Hij stierf op 23 juni 1959 te Parijs aan een hartcrisis, tijdens de avant-première van de film naar zijn roman J'irai cracher sur vos tombes.
Bibliografie: Vercoquin et le plancton (1946, roman, nrf), L'écume des jours (1947, roman, nrf), L'automne à Pékin (1947, roman, Scorpion, heruitgave Ed. de Minuit, 1956), J'irai cracher sur vos tombes (1947, roman, ander pseudon. Vernon Sullivan Scorpion), Fiesta (1948, opera, muziek van Darius Milhaud, Hengel), Les Fourmis (1949, nouvelles, Scorpion, heruitg. Terrain vague, 1960), Barnum's Digest (1949, monstres met Jean Boullet, Aux Deux Menteurs), L'herbe rouge (1950, roman, Toutain), L'équarrissage pour tous (1950, théâtre Toutain, heruitgave Paris-Théâtre, 1952), Cantilènes en gelée (1950, poèmes, Rougerie, Limoges), L'arrache-coeur (1953, roman, Vrille), En avant la zizique (1958, notes sur la chanson, le Livre Contemporaire), Les Bâtisseurs d'Empire (1959, eerste en tweede druk: Collège de Pataphysique, derde druk: L'Arche). Alle werken van voor 1953 zijn uitverkocht en/of onvindbaar.
freddy de vree werd in 1939 in Antwerpen geboren. Publiceerde een essay Blues pour Boris Vian (1961). Schrijft doorgaans in het Frans. Behoorde tot de redactie van het jongerentijdschrift Hoos, en is thans redactielid van Nul. Werkt mee aan de tijdschriften De Tafelronde, Het Kahier, Stuip, Gard Sivik.
Vertaalde werk van de Sade in het Nederlands en heeft in voorbereiding: Gedichten van Paul van Ostaijen en een anthologie van de Vlaamse poëzie sedert 1955 in het Engels, Albisola Mare, Savona, van Ivo Michiels in het Frans. Werkt verder aan een Engelse roman White Noises en aan een studie over de Sade. Co-dirigeert met Gust Gils het Hoger Instituut voor Vergelijkende Pogozofie.