| |
| |
| |
Samuel Beckett
Krapp's laatste band
Vertaling Jacoba van Velde
Laat op een avond in de toekomst.
Krapp's krot. Op de voorgrond van het toneel, in het midden, een kleine tafel waarvan de twee laden aan de kant van de zaal geopend kunnen worden. Met het gezicht naar de zaal, d.w.z. aan de zijde tegenovergesteld aan die van de laden, zit een vermoeide oude man: Krapp.
Vettig zwarte broek met smalle, te korte pijpen. Vettig zwart vest zonder mouwen, met vier grote zakken. Zwaar zilveren horloge met ketting. Smerig wit hemd zonder boord, open aan de hals. Opvallend paar vuilwitte laarzen op z'n minst maat 48, zeer smal en puntig. Wit gezicht. Purperrode neus. Verward grijs haar. Ongeschoren. Zeer bijziend (maar zonder bril). Hardhorend. Krakende stem. Merkwaardige intonatie. Moeizame gang.
Op de tafel een bandrecorder met microfoon en een aantal kartonnen dozen met bandopnamen. Tafel en onmiddellijke omgeving in fel wit licht. De rest van het toneel is donker. Krapp blijft een ogenblik onbeweeglijk zitten, slaakt een diepe zucht, kijkt op zijn horloge, rommelt in zijn zakken, haalt een envelop tevoorschijn, stopt hem weer terug, rommelt opnieuw, haalt een kleine sleutelring tevoorschijn, houdt deze vlak voor zijn ogen, zoekt een sleutel uit, staat op en
| |
| |
loopt naar de voorkant van de tafel. Hij bukt zich, opent de eerste lade, kijkt erin, voelt erin, haalt er een band uit, bekijkt deze, legt hem terug, sluit de lade, opent de tweede lade, kijkt erin, voelt erin, haalt er een grote banaan uit, bekijkt deze, sluit de lade, stopt de sleutels weer in zijn zak. Hij draait zich om, loopt naar de rand van het toneel, blijft staan, streelt de banaan, schilt hem, laat de schil voor zijn voeten vallen, stopt het eind van de banaan in zijn mond, staart onbeweeglijk voor zich uit. Tenslotte bijt hij het eind af, draait zich half om en begint langs het voetlicht op en neer te lopen, in het licht, d.w.z. niet meer dan vier of vijf passen naar beide kanten, terwijl hij nadenkend de banaan eet. Hij trapt op de schil, glijdt uit, valt bijna, hervindt zijn evenwicht, bukt zich, kijkt naar de bananeschil en duwt hem, nog steeds gebukt, met zijn voet over de rand van het toneel de orkestbak in. Hij begint opnieuw heen en weer te lopen, eet de rest van de banaan op, loopt terug naar de tafel, gaat zitten, blijft een ogenblik onbeweeglijk zitten, slaakt een diepe zucht, haalt de sleutels uit zijn zak, houdt ze vlak voor zijn ogen, zoekt een sleutel uit, staat op, loopt naar de voorkant van de tafel, opent de tweede lade, haalt er een tweede grote banaan uit, bekijkt hem, sluit de lade, stopt de sleutels weer in zijn zak, draait zich om, loopt naar het voetlicht, blijft staan, streelt de banaan, schilt hem, gooit de schil in de orkestbak, steekt het eind van de banaan in de mond, blijft onbeweeglijk staan en staart wezenloos voor zich uit. Tenslotte krijgt hij een idee, stopt de banaan in zijn vestzak, zo dat het eind eruit steekt en loopt zo snel zijn benen hem dragen kunnen naar de fond van het toneel, in het donker. Tien seconden. Luide knal van kurk. Vijftien seconden. Hij komt met een oud register in het licht terug en gaat aan de tafel zitten. Hij legt het register op tafel, veegt zijn mond af, veegt zijn handen af
aan de voorkant van zijn vest, slaat ze ineen en wrijft zich in de handen.
| |
| |
(levendig).
Ah!
(Hij buigt zich over het register, bladert erin, vindt de aantekening die hij zoekt en leest.)
Doos... drrie... spoel... vijf.
(Hij richt het hoofd op en staart recht voor zich uit. Vol genot)
Spoel!
(Pauze.)
Spoeoel!
(Gelukkige glimlach. Pauze. Hij buigt zich over de tafel en begint de dozen te bekijken en te betasten.)
Doos... drrie... drrie... vier... twee...
(verbaasd)
negen! Grote God!... zeven... ah! De kleine rakker!
(Hij pakt een doos op en bekijkt deze.)
Doos drrie.
(Hij legt hem op tafel, opent hem en kijkt naar de spoelen erin.)
Spoel...
(Hij kijkt in het register)
...vijf...
(Hij kijkt naar de spoelen)
...vijf... vijf... ah! De kleine schelm!
(Hij neemt er een spoel uit, bekijkt deze.)
Spoel vijf.
(Hij legt hem op de tafel, sluit doos drie, zet die terug bij de andere, neemt de spoel op.)
Doos drrie, spoel vijf.
(Hij buigt zich over het toestel, kijkt op. Vol genot.)
Spoeoel!
(Gelukkige glimlach. Hij buigt voorover, plaatst spoel op toestel, wrijft zich in de handen.)
Ah!
(Hij kijkt in het register, leest de aantekening onder aan de bladzijde.)
Moeder eindelijk vrede... Hm... De zwarte bal...
(Hij richt het hoofd op. Staart wezenloos voor zich uit. Bevreemd.)
Zwarte bal?...
(Hij kijkt weer in het register en leest.)
De donkere verpleegster...
(Hij richt het hoofd op, peinst, kijkt opnieuw in het register en leest.)
Lichte verbetering in de toestand
der darmen... Hm... Gedenkwaardig... wat?
(Hij kijkt van dichtbij.)
Aequinoctium, gedenkwaardig aequinoctium.
(Hij richt het hoofd op, staart wezenloos voor zich uit. Bevreemd.)
Gedenkwaardig aequinoctium?...
(Pauze. Hij haalt zijn schouders op, kijkt weer in het register en leest.)
Afscheid van -
(Hij slaat de bladzijde om)
- de liefde.
Hij richt het hoofd op, peinst, buigt zich over het toestel, zet het aan en luistert, voorovergebogen, de ellebogen op tafel, de hand om het oor, naar het toestel gericht, het gezicht naar de zaal.)
(krachtige, tamelijk plechtige stem, kennelijk die van
| |
| |
Krapp lang geleden.)
Negenendertig jaar vandaag, gezond als een -
(Als hij gemakkelijker wil gaan zitten, stoot hij een van de dozen van tafel, vloekt, zet het toestel af, veegt dozen en register heftig van tafel, draait de band terug naar het begin, zet het toestel aan en gaat in dezelfde houding zitten luisteren.)
Negenendertig jaar vandaag, gezond als een vis, afgezien van mijn oude zwakheid, en intellectueel hoogstwaarschijnlijk op de...
(hij aarzelt)
...kop van de golf - of daaromtrent. Vierde deze rampzalige gebeurtenis, evenals de laatste paar jaar, rustig in de kroeg. Geen levende ziel. Zat met gesloten ogen voor het vuur het kaf van het koren te scheiden. Krabbelde een paar aantekeningen achterop een envelop. Blij weer in mijn krot te zijn, in m'n ouwe plunje. Moet tot mijn schande zeggen dat ik juist drie bananen gegeten heb en slechts met moeite heb afgezien van een vierde. Kwalijk voor een man in mijn toestand.
(Heftig.)
Moet afgelopen zijn!
(Pauze.)
Het
nieuwe
licht boven mijn tafel is een grote verbetering. Met al deze duisternis om mij heen, voel ik mij minder alleen.
(Pauze.)
In zekere zin.
(Pauze.)
Graag sta ik op om erin rond te lopen en dan weer terug te keren tot...
(aarzelt)
...mijzelf.
(Pauze.)
Krapp.
(Pauze.)
Het koren, wat bedoel ik daar toch mee, ik bedoel...
(aarzelt)
...ik neem aan dat ik die dingen bedoel die de moeite waard zijn wanneer al het stof - wanneer al
mijn
stof is neergedaald. Ik sluit mijn ogen en tracht ze mij voor te stellen. -
(Pauze. Krapp sluit een kort ogenblik de ogen.)
Buitengewone stilte vanavond. Ik luister en hoor geen geluid. De oude Miss McGlome zingt altijd om deze tijd. Maar vanavond niet. Liedjes uit haar meisjesjaren, zegt ze. Moeilijk, je haar als meisje voor te stellen. Wonderbaarlijke oude vrouw toch. Uit Connaught, denk ik.
(Pauze.)
Zal ik zingen wanneer ik zo oud ben als zij, als ik ooit zo oud word? Nee.
(Pauze.)
Heb ik als jongen gezongen? Nee.
(Pauze.)
Heb ik ooit gezongen? Nee.
(Pauze.)
| |
| |
Heb juist naar een oud jaar geluisterd, lukraak gekozen passages. Ik heb het niet in het boek nagekeken, maar het moet minstens tien of twaalf jaar geleden zijn. Ik geloof dat ik in die tijd nog af en toe met Bianca in Kedar Street leefde. Daar ben ik goed onderuit gekomen. Jezus, ja! Hopeloos geval.
(Pauze.)
Niet veel over haar, behalve een verheerlijking van haar ogen. Erg enthousiast. Opeens zag ik ze weer.
(Pauze.)
Onvergetelijk!
(Pauze.)
Ach, ja...
(Pauze.)
Verschrikkelijk, deze oude opgravingen, maar vaak zijn ze mij -
(Krapp zet het toestel af, peinst, zet het toestel weer aan)
- een hulp als ik mij opmaak om opnieuw...
(aarzelt)
...terug te kijken. Moeilijk te geloven dat ik ooit die jonge ezel ben geweest. Die stem! Mijn God! En die aspiraties!
(Kort lachen, waarbij Krapp invalt.)
En die voornemens!
(Kort lachen, waarbij Krapp invalt.)
Minder drinken, vooral.
(Kort lachen van Krapp alleen.)
Statistieken. Zeventienhonderd van de afgelopen achtduizend-zoveel uur uitsluitend in kroegen doorgebracht. Meer dan 20%, laten we zeggen 40 % van zijn leven in wakende toestand.
(Pauze.)
Plannen voor een minder...
(aarzelt)
...obsederend geslachtsleven. Laatste ziekte van zijn vader. Verslappen van zijn streven naar geluk. Volkomen falen der laxeermiddelen. Spot over wat hij zijn jeugd noemt en dankt God dat die voorbij is.
(Pauze.)
Een valse noot, dat.
(Pauze.)
Schaduwen van het opus... magnum. En ten slotte -
(kort lachen)
-keffen tegen de Voorzienigheid.
(Langdurig lachen waarbij Krapp
invalt.)
Wat blijft er over van al die ellende? Een meisje in een versleten groene mantel, op een perron? Niet?
(Pauze.)
Als ik-
(Krapp zet het toestel af, peinst, kijkt op zijn horloge, staat op en loopt naar de fond, in de duisternis. Tien seconden. Knal van kurk. Tien seconden. Tweede kurk. Tien seconden. Derde kurk. Tien seconden. Plotseling klinkt een beverig gezang.)
| |
| |
(zingt).
't Zonnetje gaat van ons scheiden,
't Avondrood kleurt reeds het ve-e-e-ld,
(Hoestaanval. Hij keert terug in het licht, gaat zitten, veegt zijn mond af, zet het toestel aan, luistert weer.)
- terugkijk op het afgelopen jaar, in de hoop dat ik het misschien al enigszins zie in het licht van mijn oude, toekomstige ogen, dan is daar natuurlijk het huis aan het kanaal waar moeder op sterven lag, laat in de herfst, na haar lange viduiteit
(Krapp schrikt op),
en de -
(Krapp zet het toestel af, draait de band een stukje terug, brengt het oor dichter bij het toestel, zet het toestel weer aan)
- op sterven lag, laat in de herfst, na haar lange viduiteit, en de -
Krapp zet het toestel af, richt het hoofd op en staart wezenloos voor zich uit. Zijn lippen vormen onhoorbaar de lettergrepen van viduiteit. Hij staat op, loopt naar de fond, in het duister, komt terug met een enorm woordenboek, legt dit op tafel, gaat zitten en zoekt het woord op.
(leest in woordenboek).
Staat - of toestand - van persoon - die weduwe - of weduwnaar - is - of blijft.
(Kijkt op. Bevreemd.)
Is - of blijft?...
(Pauze. Hij buigt zich opnieuw over het woordenboek en leest.)
‘Dichte weduwesluier’... Ook van dier, speciaal vogel... de vidua of wevervogel... Zwart gevederte bij het mannetje...
(Hij kijkt vol genot op.)
De wevervogel!
(Pauze. Hij sluit het woordenboek, zet het toestel aan en luistert weer.)
- bank aan de sluis van waar ik haar venster zien kon. Daar zat ik in de striemende wind naar haar eind te verlangen. Bijna geen mens te zien, alleen een paar habitués, kindermeisjes, kinderen, oude mannen, honden. Tenslotte heb ik ze goed leren kennen - o, ik bedoel natuurlijk van gezicht! Ik herinner mij vooral een donkere schoonheid, helemaal in gesteven wit, onvergelijkelijke boezem, achter
| |
| |
een grote kinderwagen met een zwarte kap, een somber vehikel. Als ik haar kant uit keek, waren haar ogen altijd op mij gericht. Toen ik echter de moed had haar aan te spreken - zonder aan haar te zijn voorgesteld - dreigde zij de politie te roepen. Alsof ik het op haar deugd had voorzien!
(Lachen. Pauze.)
Wat een gezicht had ze! Wat een ogen! Als...
(aarzelt)
...chrysoliet!
(Pauze.)
Ach, ja...
(Pauze.)
Daar zat ik toen -
(Krapp zet het toestel af, peinst, zet het weer aan)
- de blinden gesloten werden, zo'n vies bruin rolluik, terwijl ik juist een bal wilde gooien voor een wit hondje, dat trof toevallig zo. Ik keek net op en toen was het zover. Eindelijk alles afgelopen en voorbij. Ik bleef nog een ogenblik met de bal in mijn hand zitten terwijl de hond keffend tegen mij opsprong.
(Pauze.)
Ogenblikken. Haar ogenblikken, mijn ogenblikken.
(Pauze.)
Ogenblikken van de hond.
(Pauze.)
Tenslotte heb ik hem de bal gegeven en hij nam hem in zijn bek, voorzichtig, heel voorzichtig. Een kleine, oude, zwarte, harde, massieve gummibal.
(Pauze.)
Ik zal hem voelen, in mijn hand, tot op mijn sterfdag.
(Pauze.)
Ik had hem kunnen houden.
(Pauze.)
Maar ik heb hem aan de hond gegeven.
(Pauze.)
Ach, ja...
(Pauze.)
Spiritueel gezien een jaar van grote somberheid en armoede tot die gedenkwaardige nacht in maart, aan het eind van het havenhoofd, in de huilende wind, ik zal het nooit vergeten, toen alles mij plotseling duidelijk werd. Het visioen, eindelijk. Ik geloof dat ik dat vanavond vooral moet vastleggen, met het oog op de dag dat mijn werk volbracht en er misschien helemaal geen plaats meer is in mijn herinnering, goed noch kwaad, voor het wonder dat...
(aarzelt)...
voor het vuur dat het deed ontvlammen. Wat ik toen plotseling inzag was dat het geloof waarvan ik mijn leven lang was uitgegaan, namelijk -
(Krapp zet ongeduldig het toestel af, draait de band verder, zet het toestel weer aan)
- grote granietrotsen en het schuim dat in het licht van de vuurtoren
| |
| |
opspatte en de windmeter die snorde als eens propeller, mij eindelijk duidelijk dat de duisternis die ik altijd uit alle macht heb getracht te bedwingen in werkelijkheid mijn meest -
(Krapp vloekt, zet het toestel af, draait de band verder, zet het toestel weer aan)
- tot mijn laatste ademtocht onverwoestbare associatie van storm en nacht met het licht van het visioen en het vuur -
(Krapp vloekt harder, zet het toestel af, draait de band verder, zet het toestel weer aan)
- mijn gezicht in haar borsten en mijn hand op haar. Zo lagen wij daar, onbeweeglijk. Maar onder ons bewoog alles, en het bewoog ons, zacht, op en neer en van de ene kant naar de andere.
(Pauze.)
Na middernacht. Nooit zo'n stilte meegemaakt. De aarde zou onbewoond kunnen zijn.
(Pauze.)
Hier eindig ik.
(Krapp zet het toestel af, draait de band terug, zet het toestel weer aan.)
- op het meer, met de boot, dicht bij de oever gezwommen, toen de boot in de stroom geduwd en laten drijven. Ze lag op de bodem uitgestrekt met haar handen onder het hoofd en gesloten ogen. Felle zon, een lichte bries, aangenaam klotsend water. Ik bemerkte een schram op haar dij en vroeg hoe ze daar aangekomen was. Bij het kruisbessen plukken, zei ze. Ik heb weer gezegd dat het hopeloos was en geen zin had verder te gaan, en ze knikte, zonder haar ogen te openen.
(Pauze.)
Ik vroeg haar mij aan te kijken en na enkele ogenblikken -
(pauze)
- na enkele ogenblikkene deed ze dat, maar haar ogen waren slechts spleetjes, door de felle zon. Ik boog mij over haar heen, zodat ze in de schaduw waren, en ze gingen open.
(Pauze. Zacht.)
Lieten mij binnen.
(Pauze.)
Wij dreven het riet in en bleven steken. Hoe de rietstengels zuchtend bogen onder de boeg!
(Pauze.)
Ik ging op haar liggen, met mijn gezicht in haar borsten en mijn hand op haar. Zo lagen wij daar, onbeweeglijk. Maar onder ons bewoog alles, en het bewoog ons, zacht, op en neer en van de ene kant naar de andere.
(Pauze.)
| |
| |
Na middernacht. Nooit heb ik -
Krapp zet het toestel af, peinst. Tenslotte rommelt hij in zijn zakken, vindt de banaan, haalt hem eruit, bekijkt hem, stopt hem weer terug, rommelt, haalt de envelop tevoorschijn, rommelt, stopt de envelop weer terug, kijkt op zijn horloge, staat op en loopt naar de fond, in het donker. Tien seconden. Geluid van fles tegen glas, dan kort spuiten van sifon. Tien seconden. Geluid van fles tegen glas, zonder meer. Tien seconden. Hij komt met een wat onzekere gang terug in het licht, loopt naar de voorkant van de tafel, haalt de sleutels tevoorschijn, houdt ze vlak voor zijn ogen, zoekt een sleutel uit, opent de eerste lade, kijkt erin, voelt erin, haalt er een spoel uit, bekijkt deze, sluit de lade, stopt de sleutels weer in zijn zak, gaat zitten, haalt de spoel van het toestel, legt deze op het woordenboek, plaatst de ongebruikte spoel op het toestel, haalt de envelop uit zijn zak, bekijkt de achterkant, legt hem op tafel, zet het toestel aan, schraapt zijn keel en begint met de opname.)
Heb juist geluisterd naar die stomme idioot waarvoor ik mij dertig jaar geleden hield, moeilijk te geloven dat ik ooit zo stompzinnig was. God zij dank is dat tenminste voorbij.
(Pauze.)
Wat een ogen had ze!
(Peinst, merkt dat hij de stilte opneemt, zet het toestel af. Tenslotte:)
Daar zit alles in, alles, al de -
(Merkt dat dit niet wordt opgenomen, zet het toestel aan.)
Daar zit alles in, alles op deze oude mesthoop van een aardbol, alle licht en donker en hongersnood en zwelgerij van...
(aarzelt)
...de eeuwen!
(Schreeuwend.)
Ja!
(Pauze.)
Genoeg daarvan! Mijn God! Het had hem van zijn huiswerk af kunnen houden! Mijn God!
(Pauze. Vermoeid.)
Och, misschien had hij gelijk.
(Pauze.)
Misschien had hij gelijk.
(Peinst, merkt dit en zet het toestel af. Raadpleegt de envelop.)
Bah!
(Frommelt hem in elkaar en gooit hem weg. Peinst. Zet het toestel aan.)
Niets meer te zeggen, zelfs geen piep. Wat is een jaar tegenwoordig? Een bitter herkauwen en keiharde stoelgang.
(Pauze.)
Zwelgde in het woord spoel.
(Vol
| |
| |
genot.)
Spoeoel! Het gelukkigste ogenblik van de laatste vijfhonderdduizend.
(Pauze.)
Zeventien exemplaren verkocht, waarvan elf tegen groothandelsprijs aan openbare leesbibliotheken over zee. Bekend aan het worden.
(Pauze.)
Een pond, zes shilling en een paar penny's, acht waarschijnlijk.
(Pauze.)
Waagde mij een- of tweemaal buiten voor de zomer bevroor. Zat huiverend in het park, in dromen verzonken, brandend van verlangen naar het einde. Geen levende ziel.
(Pauze.)
Laatste hersenschimmen.
(Heftig.)
Dat moet uit zijn!
(Pauze.)
Bedierf mijn ogen met
Effie
weer te lezen, een bladzijde per dag, weer in tranen. Effie...
(Pauze.)
Had gelukkig met haar kunnen zijn, daar aan de Oostzee, en de dennen en de duinen.
(Pauze.)
Niet?
(Pauze.)
En zij?
(Pauze.)
Bah!
(Pauze.)
Fanny is een paar keer geweest. Uitgemergelde ouwe hoer. Kon niet veel doen, maar het was waarschijnlijk beter dan een trap in het kruis. De laatste keer was niet zo kwaad. Hoe speel je het klaar, zei ze, op jouw leeftijd? Ik antwoordde haar dat ik het mijn hele leven lang voor haar had opgespaard.
(Pauze.)
Ging eenmaal naar de vesper, zoals vroeger toen ik nog een korte broek droeg.
(Pauze. Zingt.)
't Zonnetje gaat van ons scheiden,
't Avondrood kleurt reeds het ve-e-e-ld,
Zoete rust - (hoest, dan bijna onhoorbaar) -
Nog door geen zorgen gekweld.
(Hijgend.)
Ben ingeslapen en van de bank gevallen.
(Pauze.)
Heb mij 's nachts soms afgevraagd of een laatste poging misschien toch niet -
(Pauze.)
Ach, zuip je fles leeg en ga naar je nest. Ga morgen verder met dat geleuter. Of laat het hierbij.
(Pauze.)
Laat het hierbij.
(Pauze.)
Ga in het donker in de kussens liggen - en dwaal. Dwaal de avond voor Kerstmis opnieuw in de vallei om hulst te zoeken, met rode besjes.
(Pauze.)
Dwaal opnieuw over de Croghan, op een zondagochtend, in de mist, met de teef, sta stil en luister naar de klok-
| |
| |
ken.
(Pauze.)
En zo voort.
(Pauze.)
Dwaal opnieuw, dwaal opnieuw.
(Pauze.)
Al die oude ellende.
(Pauze.)
Een keer was je niet genoeg.
(Pauze.)
Ga op haar liggen.
(Lange pauze. Hij buigt zich plotseling over het toestel, zet het af, rukt de band eraf, gooit hem weg, plaatst de andere erop, windt hem af tot de gewenste passage, zet het toestel aan en luistert voor zich uit starend.)
- kruisbessen plukken, zei ze. Ik heb weer gezegd dat het hopeloos wgs en geen zin had verder te gaan, en ze knikte, zonder haar ogen te openen.
(Pauze.)
Ik vroeg haar mij aan te kijken en na enkele ogenblikken -
(pauze)
- deed ze dat, maar haar ogen waren slechts spleetjes, door de felle zon. Ik boog mij over haar heen, zodat ze in de schaduw waren, en ze gingen open.
(Pauze. Zacht.)
Lieten mij binnen.
(Pauze.)
Wij dreven het riet in en bleven steken. Hoe de rietstengels zuchtend bogen onder de boeg!
(Pauze.)
Ik ging op haar liggen, met mijn gezicht in haar borsten en mijn hand op haar. Zo lagen wij daar, onbeweeglijk. Maar onder ons bewoog alles, en het bewoog ons, zacht, op en neer, en van de ene kant naar de andere.
(Pauze. Krapp's lippen bewegen. Geen geluid.)
Na middernacht. Nooit zo'n stilte meegemaakt. De aarde zou onbewoond kunnen zijn.
(Pauze.)
Hier eindig ik deze band. Doos -
(pauze)
- drie, spoel -
(pauze)
- vijf.
(Pauze.)
Misschien zijn mijn beste jaren voorbij. Toen er nog een kans op geluk bestond. Maar ik wens ze niet terug. Nu dat vuur in mij brandt niet meer. Nee, ik wens ze niet terug.
(Krapp staart roerloos voor zich uit. De band loopt in stilte verder.)
|
|