Raam. Jaargang 1974(1974)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende J.G. Gaarlandt Gedichten De historie herhaalt zich Niets houdt de bloemen vast tegen de muur gedrukt angst om te vallen van hun dungezaaide voetstuk is er niet - ontstaan in een onbewaakt ogenblik op een grasveld tussen het gesteente, haast even onbewaakt werd ook je vader door je moeder ingehaald viel op een bed waar nooit tevoren zó gedroomd was de beslissing in onwijs gebeente. Meesters van het ongeziene noemen we de rechtopstaande bloemen en zijn achteloos met ze begaan - ik vraag je langzaam om je hand schop tegen stenen op het grasland en dring me op aan je bestaan. [pagina 33] [p. 33] Onhoorbaar voortgeschoven op een bord waarop het licht steeds minder wordt neem ik je stil een blokje om en om voordat we hand in hand gaan liggen. Over de laatste dingen nog te praten heeft geen nut we zijn al half in slaap we kijken tegen onze eigen ogen aan en overal zijn boten uitgezet die in de richting koersen van ons bed. Gerimpeld in de droom en ongewapend bevaren we elkaar ver onder water zon op zon af het wordt later en later. [pagina 34] [p. 34] Zoals dat gaat Ook de dagen zijn verzonken. December is het en nog lang geen tijd voor meer dan enige gesnoeide tederheid, het uur parasiteert. Koffie gedronken schuift het donker over de stoelen, de maan herneemt tussen de takken van de bomen z'n plaats. Doel en drijfveer staan bij de vuilnisbakken buiten op straat, het minimale is het dat ons minzaam welkom heet. [pagina 35] [p. 35] Hij heeft de wind eronder. Bij vlagen zeilt hij zeer nadenkend over zee, als extra wimpel hangt hij mijlen lang achter een schip. Zo is hij vliegend net geen mens. Goed in het pak zit hij aan vleugels vastgeplakt, de horizon gaat open als een rits, voor hem is naakt het netst gekleed wijsheid ‘maar mee te gaan waarheen het waait’. Onder de vissen heeft hij school gemaakt, zijn schaduw is een meter van hun dood vandaan, zij zijn het teken van zijn duiken. [pagina 36] [p. 36] De bladeren zijn van het gras geharkt er komen vogels uit de lucht gevallen - ze aarden in een ogenblik de merel de lijster de roodborst zijn overal thuis ze houden huis in tuinen, lichter dan licht bekwamen zij zich in de dood. Vorige Volgende