Raam. Jaargang 1974
(1974)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
Mark Insingel
| |
[pagina 29]
| |
zin zich te wagen in zee (het land te verlaten)/ aan land te gaan (de zee te verlaten)? (Biedt het een mogelijkheid? Is er een oplossing?)
Uit haar slaap wordt ze wakker geschrokken door de wind, door de blinden, de deur, door het klotsen, de golven die vlak voor de deur, voor de blinden, door de wind waarin, Waar ben je?; luid de ene naam, de andere, de ene met de naam van de andere, de namen door elkaar, Waar ben je? roept ze krijst, naar de andere terwijl de ene vlakbij, roept ze krijst terwijl de andere vlakbij naar de ene, waant ze zich alleen met alle lichten aan? men luistert, kijkt, - het kind tot bij de zee misschien, Waar ben je? roept ze, Aan welke kant ben je?; vertwijfeld Welke kant is het? Welk is de kant van het leven? Waar is de kant van de dood?
Op leven en dood. Het leven van de ene, de dood van de andere. Het leven van beide, de dood van beide. De toekomst. Die haar eigen oplossingen vindt, die men zich niet kan voorstellen. Het geloof in de toekomst, de verandering, het leven, in het ene en het onverdeelde. Het geloof in de vernietiging, in de opbouw: Een land zonder grenzen. Een mens zonder namen.
Waar ze door galoppeert, waar ze door galoppeert, waar ze door galoppeert, om te bewijzen dat het niet bestaat, het schrikbeeld dat de dood tot leven en het leven dood maakt, tweeledig, tweezinnig, zinledig. Het heeft geen zin, Er is geen doel, Het heeft geen nut. Ze lachen We vonden je kleren, hou je ervan om in de middagzon? op een paard dat steigert? dat je dronken maakt? Je maakt rechtsomkeert, maakt rechtsomkeert, maakt rechtsomkeert, onophoudelijk flitst de schaduw van de poort vanaan je knieën omhoog naar je buik, naar je lippen. Kom je zo klaar? lachen ze. Wat is de zin? Wat is het doel? Wat is het nut? Wat is de voorkant van de poort? de achterkant? Is de voorkant de kant van de schilden? (De leeuwen twee aan twee en met de ruggen naar elkaar toe.) Zijn de schilden de zin van de poort? de leeuwen? de stijlen? Zijn de stijlen er omwille van de leeuwen? Zijn de leeuwen er omwille van de schilden? Zijn de schilden er omwille van de poort? Is de poort een schild? Dat uitdagend en weerloos midden op het land? Dat nutteloos, doelloos en zinloos? Dat een teken, een symbool, een waarschuwing? Dat gewoon een poort is, en die nauwelijks het uitzicht kan belemmeren?
Deftig te zijn, zich voornaam te gedragen, er geslaagd uit te zien, respektabel te zijn, zich te rechtvaardigen tegenover degenen die slagen (respektabel zijn), die deftig (die voornaam zijn), wier rijkdom rechtvaardigd wordt (die rijk zijn en rechtvaardig). Altijd de paadjes harken, de perkjes wieden, de paadjes en de perkjes afzomen, de bloempjes netjes scheiden en snoeien, de stoepjes schuren, de raampjes wassen, het koper vernissen. (Het doel in zicht, het einde nakend.)
Tot een reep van vlammen, en niet verschroeid, door de leeuwen verscheurd, niet vernietigd door de eenzaamheid is zij krankzinnig? een heldin? zien twee krankzinnigen een vrouw die door vlammen heen, tussen de leeuwen door? is de poort een proefstuk van heldhaftigheid? van waanzin? stelt deze daad (stelt dit visioen) iets voor? (stelt het een voorbeeld voor?) beantwoordt het aan iets? (wekt het verwachtingen?)
Zijn ze zich bewust van wat achter hun rug? van wat achter de rug van de ander? van wat zich in hen afspeelt achter hun onbewogen gezicht? achter dat van de ander? zijn ze zich hun houdingen bewust? (zich bewust dat ze zich, dat de ander zich een houding?) houden | |
[pagina 30]
| |
ze zich bewust onbewogen, dwingen ze zo elkaar om niet van het raam weg te gaan? Kan men zich voorstellen dat ze radeloos roepend achter het kind, achter de grote hond aanzitten, met grote passen door het hoge gras, onder de bomen door tot waar de weg begint staan ze te schelden, als grote honden die elkaar niet naderen, als grote honden tegen hun spiegelbeeld.
In dit laatste geval gaat die van bij de bomen naar binnen, die van op de overloop komt van de trap, ze lachen luid, ze trappen in de brij zodat het spat tot op deuren en ramen, ze grijnzen Heb je ons verwacht (Heb je op ons gewacht?), Heb je mijn blik niet in je rug gevoeld?, Had je niet het gevoelen dat ik alles hoorde?, Voelde je al niet wat? (Voelde je ons niet aankomen?), Je weet toch dat wij heel de tijd?, Wij zijn het die de brij, de hond, het kind. Heb je schrik van je eigen begeerte? Van je eigen visioen? Van je paard? Schrik je terug voor je paard? lachen ze.
Zo heel dichtbij komen dat je alles duidelijk gaat zien, dat je alles gaat horen, je ruikt het, je voelt het aan den lijve gevoeld wordt de vertrouwdheid vertrouwen gewekt (eens gewekt) wordt het vertrouwen vertrouwdheid wordt aan den lijve gevoeld (wordt ervaren) alsof het ruikt, je gaat alles verstaan, je leert alles doorzien, dit gaat heel ver.
Steeds verder afwijkend, geleidelijk, haast ongemerkt (gemerkt als het te laat is) ontstaan nieuwe verbindingen, een net dat van het vroegere is afgeleid maar dat volkomen andere richtingen zodat de misleiding geleidelijk groter (ergerlijker, gevaarlijker) wordt voor degenen die zich nog op de oude wegen/voor degenen die zich genoopt (gedwongen) voelen om de nieuwe die men goed of slecht, goed noch slecht, die men beter of slechter, niet beter/niet slechter, essentieel/niet essentieel verschillend naargelang het standpunt dat men inneemt (naargelang de situatie waarin men zich bevindt) klampt men zich halsstarrig vast/kiest men fanatiek voor/past men zich aan: blijft men ter plaatse staan terwijl rondom alles verwildert/blijft men de hele tijd onderweg zonder te willen aankomen/benut men (men zegt: wijselijk) de voordelen van de overgang.
Niet wenselijk, niet mogelijk. Wenselijk, niet mogelijk. Mogelijk, niet wenselijk. Mogelijk en wenselijk. Mogelijk in de herinnering (in de verbeelding). Wenselijk in de werkelijkheid.
Het boeit (nu eenmaal) zijn ze erdoor geboeid, ze gaan er onder gebukt, ze kunnen er niet onderuit, ze gaan eraan ten onder - Ik heb toch ook nog wat te verdedigen (Ik heb toch ook nog wat) - aan de verdovende middelen, de verdovende meningen, de verdovende mogelijkheden, de verdovende macht, aan de machteloze verdoving mateloos boeit het (nu eenmaal) zijn ze erdoor geboeid, ze gaan er onder gebukt, ze kunnen er niet onderuit, ze gaan eraan ten onder-
Aan de ene kant en aan de andere (in het ene kamp en in het andere), het zuivere, het ongerepte (het kwetsbare, beïnvloedbare, het tengere) beïnvloeden, inschakelen in de strijd om de verandering, de verandering om de vernieuwing, de vernieuwing om de restauratie, de restauratie om de bevrijding, de bevrijding om de opstand, de opstand om de opstanding van de doden, de opstand van de levenden, de bevrijding van de gevangenen, de restauratie van de oude vrijheden, de vernieuwing van de ideeën, de verandering van de toestand, de strijd om het kwetsbare, beïnvloedbare, om het tengere (om het zuivere, het ongerepte) kind kan geen twee heren dienen, komt uit | |
[pagina 31]
| |
het ene kamp of uit het andere, Staat het aan onze kant (kiest het voor ons)?
Wie staat aan mijn kant? vraagt het, Wie kiest voor mij?
In een zee van groene bladeren, in een zee van licht, in een zee van goud, van morgenstond, in een zee van vlaggen, in een mensenzee, in een zee van monden, in een zee van modder, wat betekent dat? wat drukt dat uit? wat deelt dat mee? wat vertegenwoordigt dat? wat vervangt dat? wat symboliseert dat? als zij in een zee van modder, in een zee van monden, in een mensenzee, in een zee van vlaggen, van morgenstond, in een zee van goud, in een zee van licht, in een zee van groene bladeren de armen uitstrekt en bevrijdend lacht, ze zingt zonder woorden, ze is helemaal naakt, ze is helemaal ongenaakbaar.
Worden voorrechten rechten genoemd? Worden rechten voorrechten genoemd? Wat wordt voorrecht genoemd? Wat wordt rechten genoemd? Is zij nog vogelvrij (blijft de jacht open) voor de frustraties, de angsten, het menselijk opzicht? Voor haar steigerend paard (de fascinatie van de toeschouwers die van heinde en ver stromen licht schijnt zij als een verschijning is schijn is Bedrog! roepen ze, en Verschroei haar! Verscheur haar! Vernietig!)
De enorme bedragen bedrog dagelijks geinvesteerd in het in stand houden van schaduw, de verdeling die van uur tot uur wordt aangepast, men denkt Het is nog niet zo ver; men denkt Het is voorbij; men denkt Men denkt Het is nog niet zo ver, Het is voorbij; voortdurend nadert en verwijdert zich, frustratie, angst en afgunst om dit één ondeelbaar ogenblik, om dit visioen.
Dus niet voor de massa: de massa die niet denkt, zij ondergaat, voor ons dus, die niet horen bij de massa. Maar zijn deze produkten niet voor iedereen zou deze drempelvrees voor denken moeten overwinnen, zou moeten durven/willen/leren kopen, zou moeten durven/willen/leren denken, de massa dus.- Wanneer de massa durfde/wilde/leerde denken, werden dan deze produkten nog verkocht?
Naar de begane wegen toe, naar de circuits, naar het vrijblijvende status-quo aller betrokkenen, naar het betrokken zijn van allen in de status van vrijheid (van onschendbaarheid), van evenwicht (stabiliteit), van wederzijds vertrouwen (legaliteit) waarbij elke onhandigheid wordt gewantrouwd, elke handigheid met lede ogen aangezien, protest wordt aangetekend tegen inbreuken, onwil wordt aangeklaagd, een niet loyale houding ten zeerste betreurd (het bedroeft ons).
Ik blijf (ik sta) erbuiten, denkt hij (denkt hij van zich zelf), haar in het oog houdend, ze zit met haar hoofd in haar handen, onophoudelijk maakt ze rechtsomkeert, maak ze zich zelf ongedaan, herbegint ze, Daar sta ik boven, denkt hij, languit en pijnlijk op de overloop, de sporen lopen door en langs elkaar, Misschien loopt alles uit in het gras, waar een appel valt, een pruim, een perzik, denkt ze, loop ik rond te rennen in een kooi, ben ik een dier waarop men proeven doet, Ben ik een dier waarop men proeven doet? schreeuwt ze; ze lachen, ze zijn in hun nopjes, hier wachten ze op: hoe ze de handen stijf voor het gezicht, ze slingert met het hoofd, ze snikt, radeloos en buiten zich zelf rent ze de kamer uit.
De eigendomsverhoudingen, de verhoudingen die zij hadden, die zij hebben (de eigendommen die zij hadden, die zij hebben), die de verhoudingen wijzigen (die de eigendommen wijzigen), de stabiliteit (de zekerheden) aantasten, de illusies, het eigendom gaat over van hand tot hand verhandeld, handelbaar, han- | |
[pagina 32]
| |
delswaar (Ik ben geen handelswaar; Jij bent onhandelbaar), manipulatie is raffinement van houdingen en handelingen, handelswijzen, hoe zij handelen, hoe zij handel drijven, hoe de verliezer betaalt (de betaler verliest). - (Geen vruchteloos gepieker, geen zwartgallige gedachten, geen tijdrovende besprekingen, geen onproduktieve bezigheden, geen defaitistische neigingen.)
Word ik verteerd door wroeging? vroeg ze terwijl ze languit, vlammen om haar heen, schaduwen op haar vel de hitte in de kamer de gestalten en langs de muren, langs de zoldering het likken, gloeien, knisteren, het zuigen, het hijgen, de wind in de schoorsteen en tussen de blinden, Het is misschien verdwaald, vroeg ze; Misschien verdwaalt het op dit ogenblik (vindt het dit huis niet terug) langs een of andere weg, bij een bos, langs de zee; Misschien strompelt het uitgeput voort langs de zee, dacht ze nog terwijl ze riep Vernietig mij! Verscheur! Verschroei!
Geven ze zich aan elkaar over wanneer ze toch van standpunt wisselen? Is er een tegenstrijdigheid in hun gedragingen? in hun gedachten? Is er een tegenstelling tussen hun gedachten en gedragingen? Is een vermindering van de winst verenigbaar met een vermeerdering van aanzien, van vertrouwen? Is een vermindering van aanzien, van vertrouwen, verenigbaar met een vermeerdering van de winst? Hoe is winst verenigbaar met vertrouwen? Hoe is vertrouwen verenigbaar met aanzien? Hoe is aanzien verenigbaar met winst? Hoe is voor hen alles verenigbaar wat vanzelfsprekend tegenstrijdig is? denkt ze. |
|