Raam. Jaargang 1972
(1972)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Gods SecretarisHier hebben we dan een ‘lastige’ auteur. Hij heeft het allemaal. En ik geloof dat hij dat zelf ook weet. In de middeleeuwen zou Pierre Borgue in het openbaar verbrand zijn. Door welke vorm van verdorvenheid of heiligheid, door wat voor geduldige studies of openbaringen heeft hij zich deze omvattende kennis van de fundamentele mensengeschiedenis eigengemaakt? Want ik voel me vooral aangetrokken door zijn weten. Deze man zou de theoloog van alle godsdiensten moeten zijn. (En ik denk dan ook aan de godsdiensten, die in de wandeling ‘primitief’ heten; er was zoiets als een paleolitische mystiek, zoals er een paleolitische gastronomie heeft bestaan, en we hebben nog alles te leren over deze religie aan de basis van alle religies). Ik ken niemand, die over betere geloofsbrieven beschikt dan Pierre Borgue om ons te introduceren bij die ‘eerste’ godheid, die zich tenslotte in al zijn heerlijkheid zal presenteren als onze laatste god. Daarom ook behoren de in Pierre Borgue's oeuvre optredende personages evenzeer tot onze levenskring als tot de werelden van de eerste en de laatste tijdperken. En dat is science fiction in de strikte zin van het woord. Behalve met de wereld boven ons onderhoudt Pierre Borgue - god weet hoe, door een singulier soort heiligheid of verdorvenheid, middels directe openbaring of als gevolg van geduldige studieuze arbeid - betrekkingen met het diepste, geheimste, duisterste in de mens. (Sommigen zullen zeggen: met hetgeen zich onder ons bevindt). Is deze heer zoiets als een nieuwe psychiater? Hij heeft - voor zover het om romanfiguren gaat (want ik veronderstel, dat hij, net als de meeste demiurgen daartoe heel wat minder in staat is in het leven van alle dag, gefrustreerd als hij wel zal zijn door verlegenheid, angsten, angstjes, en onvrede met de eigen persoonlijkheid, factoren, waar ik als uitgever van Pierre Borgue geen boodschap aan heb), - hij heeft dus, was ik aan het zeggen, vat op de geheimste sleuteltjes van de menselijke natuur. Zijn mannen, vrouwen en kinderen leiden een leven dat zich in de diepte afspeelt, een leven dat het leven der werkelijkheid in realiteit overtreft, een leven in duizeling. Men ziet ‘à travers’ deze temperamenten wat men gewoonlijk niet ziet, en wat wij zelfs niet plegen te zien ‘à travers’ onze eigen helderziendheid, in onze meest verheven geluks- of wanhoopsmomenten. Daarom geloof ik dat Pierre Borgue dankzij zijn geleerdheid omtrent god, die alles kan, en dankzij zijn kennis over de mens, die alles wil, veel macht gegeven is. En daarom zei ik dat hij een ‘lastig’ auteur is. Er is een communis opinio, die wil dat de taal van de wetenschap alleen te begrijpen is voor vakgeleerden. Daarom zal men er ook wel weer vanuit gaan dat de boeken van Pierre Borgue onleesbaar zijn voor velen: vakidioten, ignoranten, robotten en eenvoudige intellectuele klootzakken. Maar ik daag iedereen uit tot een experiment: lees deze boeken hardop. Er gebeurt dan iets, waar alleen de ‘hoge magie’ woorden voor heeft: een paar woorden worden geregistreerd, begrepen, en zelfs de meest oppervlakkige, meest bevangen en meest ‘dode zielen’ voelen zich aangesproken. Je ziet dit soort mensen, zelfs dit soort mensen, huiveren als voor een verloren paradijs, dat blijkbaar zelfs door hen kan worden betreurd. De woorden, de beelden, de zinnen van Pierre Borgue hebben die fantastische lading, omdat zij de triomfantelijke uitdrukking zijn van een grote innerlijke rijkdom, die een en al leven is. Zijn boeken hebben die kwaliteit (vertu), die met behulp van geheel andere methoden gezocht wordt door enige exponenten van een geheel andere moderne literatuur - door Nathalie Sarraute, Robert Pinget, Pierre Caminade en Claude Simon. Zij zoeken deze ‘vertu’ in een taal, die ontdaan is van al haar disfuncties. Er bestaat dus een ‘politiek van de taal’ naast een ‘theologie van de taal’. Het oeuvre van Pierre Borgue zal binnen enkele jaren gelden als het beste argument voor het bestaansrecht van althans deze Theologie.
Voor de mensen, tenslotte, die helemaal niet kunnen lezen zit er niets anders op dan hun eigen geschiedenis te borduren rond de titels van Pierre Borgue's boeken, te weten: Monsieur Encre, dat ik vorig jaar gepubliceerd heb, en Le vieux Dieu, dat ik nog dit jaar ga uitgeven. Zelfs zij zullen er niet zonder kleerscheuren afkomen, zoals je niet ‘onbevlekt’ ontsnapt aan de blik van iemand die op een bepaalde (Borgue's) manier door je heen kijkt.
Robert Morel
(Vert. Maarten Beks) |
|