Raam. Jaargang 1972(1972)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Anton Korteweg Gedichten Ziek Er was maar weinig even leuk als ziek te zijn, door warme moeder toegestopt te worden en verwend, te kijken naar het steeds veranderend behang van beesten, tantes en vooral muilen, en je enige houvast - je dooptekst, door je vader eigenhandig met gloênde kool in hout en ziel gebrand - dan ook nog om te draaien: ki beh u ijb newu maan nepoereg, ijg tijz nijm. Zelfportret of Het Verlangen Hij trekt een gammel karretje, waarin z'n baas. Grijnslachend houdt die voor z'n neus een worst, bungelend aan een touwtje, hem zodoende niet tevergeefs tot hoge snelheid drijvend. Ik ben, ik ben die prentbriefkaartenbond. Met dit verschil dat ik niet weet waarnaar 'k zo ingespannen jaag, en wie mij voortdrijft. Ik weet slechts dat ik al een lange, hete weg heb afgelegd, zonder ooit van het landschap te genieten. [pagina 11] [p. 11] Toen ik een kind was Toen ik een kind was, dacht ik als een kind, ik sprak en voelde als een kleine broekeman. Nu, man, hetzelfde nog, plus het groeiend besef dat die befaamde spiegel duister blijft, altijd. The Beauty of the Medusa Iedereen was tante. Ook juffrouw P. noemde je schatje, knuffelde je tegen borsten en baard. Al kneep je je ogen stijf dicht, 's nachts kwam ze als een dronken kokkin, gehuld in fresia's en zachte honing. Zoekende je te verslinden, tante P. Vorige Volgende