Raam. Jaargang 1972(1972)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Kees Spermon 3 Gedichten 'n warm Graf zou 'k maar zeggen 1 Hij zegt interieur: wat heeft de wind de zee daarmee te maken. Hij geeft toe; als droefheid toch moet gaan zijn benen stijf zijn nek: geslachte gans waggelend naar de moederkoek, denkend aan rijpe tijd, geweest; in hoop geweest in hoop geweest in hoop. Alleen de straat vol zon nu houdt staande, spijkert zijn blinde vogel in de schaduw van een boom, de deuren bruin en groen en dan het geel. Een plaats een tijd twee-spannig pijnlijk krakend voertuig vervoert de sfinksen en zelfkrakers in hun makke beweging. Bestudeer ze; de wind, de zee, het interieur de droeve scheiding en wanhoop speelt boogie-woogie op het polaroid geheugen. [pagina 14] [p. 14] 2 Gewoon een moment gewoon een moment moet hij praten, bewegen. Lege schedelhulsbenen. Een moment zwijgen wat anders; klein geworden tot speldeknop rimpelloze bol van razend water. Spreekt hij soms in lucht of ademt hij wezenlijke onwil moe ziek ongeneeslijk. De boeien los. De boot vaart waar hij wil. Een moment horizon, een moment gezichtsbedrog. Hij wandelt stappen worgend de kasseien glimmend in de avond. Als hij dan toch huilt spreek hem niet tegen. Welk lied welke dans nietige begeleiding onder zich welk moment gekozen vleugelloos gaan. Binnen de perken van doelzaamheid speelt hij hink hink sprong één been één been twee been. Eindeloos beperkend zijn val even onschuldig als een tamme kraai. Als hij dan toch lacht geef dan niet toe. [pagina 15] [p. 15] 3 Een harakirimiddag geleden heden wat is het verschil, een leeg gehaald huis of herinneringen rood bloedend sputum. Een banaal woord als het andere niets uithaalt. De stad is schoon; boenwas-sterke geur. Conserve en meedogenloosheid gearmd ingeblikt in teorie. Tijd-capsule vol beperkingen. Toevalligheden ongenaakbaar geëtaleerd in diezelfde toevalligheden van niet aksepteren een klein gebaar genoeg om schouderophalend door de straten te gaan Beklagenswaardige dwerg speelt geslepen en treurig op de sluitspier- tafrelen van loslopend wild. Spaar me, spaar me schaarse voorbijgangers. Vorige Volgende