Raam. Jaargang 1970

(1970)– [tijdschrift] Raam– rechtenstatus



[pagina 52]
M. Kneepkens Amsterdam met goede vrienden uit vroeger jaren en verse rozen uit het vondelpark geplukt drink ik, lach ik, drijf ik de kilte uit mijn lichaam want ik bewoon mijn lichaam als een tochtend schip en s'avonds koers ik platvoetig langs de grachten als eerzaam nijlpaard in een nachtelijke tuin vol zwarte bloemen, uit zwart zaad gesproten en ledig mijn kelkjes in de hel van Americain en verder glazen bier in elk café en aangesproken over ajax' nederlaag weeklaag ik, zo beleefd als mogelijk is voor een Trojaan in Ballingschap en ik zie het schouwtoneel van duizend jaren Breero aan de slordige lipstick van de middeleeuwen de trotse wenkbrauw van de renaissance en van deze tijd het koude celluloid en ik oordeel koel als de ring van water om mij amsterdam, jij, poppekast bent de zoan van neptunus de rolmops de zoan van de zilte nimf haring die de kinkhoorn van de zeegroene overvloed torst Jan Klaassen, de enige ware.