Raam. Jaargang 1970(1970)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Peter van den Hoven Vught, zes kleurendiaas 1 voor A. klokslag 1945 toen ik uit de bomvrije bunker kroop was het 26 augustus zomer toen in 1557 de pest in een huifkar over het land trok en lijken open en bloot dagenlang in het stof bleven liggen bij het in ogenschouw nemen van de schade liepen zes van de zeven schepenen (en de sekretaris) op een trotylmijn at nr 26 op precies te zijn, waarvoor een twintigtal kilo al voldoende is om de vlam in het slagpijpje te slaan maar dat hoorde ik pas later toen sergant B. tussen de resten van de häftlingebarakken zijn geliefde operette draaide. 2 na de krijgsraad werden hulzen gevonden op de schietbaan en dorpsheksen bestookt vanuit haastig opgeslagen kampementen met 73 vaandels voetvolk en 53 kornetten ruiterij, waarbij 14 doden 5 gevangenen en 3 vermisten: een histories tweegevecht waarbij Nico het litteken en de maliënkolder kreeg die nu nog wordt bewaard naast de annalen van een later bekroonde frontjournalist: ‘drije van den vijanden sijn ons ontvlucht, snel, de rest ghingt getal dooden vermeeren.’ 3 gezonden vanuit gods eigen donderwagen: twee maanden schorsing wegens het in de fik steken van affiches in het kerkportaal razziaas volgden we sloten ons aan bij maarten van rossum en plunderden dit van God vergeven dorp Stephelinus (de zak) sloeg door, we stapelden gloeiende kolen op zijn hoofd en [pagina 51] [p. 51] lieten het volk kiezen tussen hem en éen der wondermerken van de h. trudo (de hemel kleurde paars en we sloegen in haast een kruis in de grond). 4 tegen de tijd dat hij zich terugtrok uit het openbare leven groeide er kamferfoeli op de hei en noemde hij haar (haar): tungri door vorsters werd op hem gejaagd, maar hij verdween in omliggende landouwen en braakte bij tijd en wijlen een mooi morgenrood dat zelfs plaatselijke schilders vermocht te inspireren. 5 van een afstand bezien ligt hier de fusilladeplaats niet ver van waar eens het krematorium stond en rookte temidden van kletterende hellebaarden, tankkettingen en geraamten die zich steeds weer opgraven vanonder anderhalve meter stof en een bad nemen in de douches of vijftig meter verderop de gemeentelijke poel van heilig chloorwater behalve swinters want dan vriest hier de opperhuid op kommando hartgrondig dicht. 6 van de andere kant van de snelweg moet nog vermeld worden dat men er daliaas en notabelen kweekt in de voortuinen, achter woekert eensgezind roddel en gezapigheid soms komt men er uit hoofde van een funktie nog een relikwie tegen, of iemand anders die het allemaal heeft overleefd. Vorige Volgende