Raam. Jaargang 1970
(1970)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
Michel van Nieuwstadt
| |
IIOpnieuw - attentie! Ineens staan slaperige knechten buiten, voor | |
[pagina 5]
| |
in de oprijlaan, meiden - laat ze larmoyant wezen en betraand - zich van kou verbijtend, in gore zijden nachthemden erachteraan; laat, om zich te verwarmen, hen hun armen om elkaars schouders slaan, en in griezelige groepjes, er waait gruis in hun ooghoeken, 't kiezelpad
afgaan; laat ze, mits 't geruisloos gaat, worden teruggeroepen; laar hen, als ze, omgekeerd terugkomen in de dienstvertrekken: weckflessen vol reine claudes en exquise konfituren stuksmijten, dat de muren druipen; laat hen de verschroomde koffiezetapparatuur droog doen stomen; kuipen bloed en pekel over de klassieke Oxfordbibliotheek leegstorten; Unoxsoepen aanlengen met vogelexkreties; flessen inkt mengen bij de bessen op sap. Traplopers en schilderijen brandende garderobe inrijen. De parketvloer openhakken en bankstellen als vervette schaatskoryfeeën in de diepte zien zakken. Het bureau met karboleum en de zeeën op de globe met Bordeauxwijn begieten. Gobelins, gordijnen vastnieten tot een landschap voor elektrische treinen... 'n Landschap? Een zwijnenstal. En Herkules is ook al ter ziele, mèt z'n piëdestal, z'n pendule. Laat ze nu nog maar serviezen vernielen - nee, versplinteren: 't zijn minder dan poppekiezen wat hier heel blijft. Onvertrapt krijgt 't oor van 'n theekopje daartussen de ivoren allures van 'n olifantstand. - Ga door! - Door, maar waarmee? (Eusapia Palladino gooit d'r tafeltje om. Magnetiseurs kiezen via de achterdeur, de wijste weg. Ektoplasma trekt zich, met gepaste schroom, terug in de wastafel. De korsettenkoning Curt Braun steekt z'n geheel in sterretjesbehang gehouden kantoor in brand, terwijl zijn astrologisch orakel Ursula Kardos hem koersdalingen voormiauwt. Gravin Cora-Gudrun von Haslingen zit vast, moet even gaan staan smoezen met haar broer. En Hanussen, de grote Hanussen gaat, hypnotiserend, zelf tegen de vlakte-)Ga naar voetnoot2) Nu valt er niets meer te ruïneren. Of 't moest zijn, dat, blind van woede, 'n woesteling nog 'n kollektie hoeden wou verknollen; of 'n ballpoint vinden zou, om de notenhouten plinten vol te krassen met obscene taalfouten en blote vrouwen; of op het behang ‘bed’ wilde laten rijmen met ‘jodevet’ - Wie moet, als 't morgen wordt, de dode stukken lijmen?
En het wordt morgen -: Zorg dat theotraal wenend,
achter 't huisorgel, kalend, een
sirene zit, atonale versies
van de vlooienmars spelend;
zorg dat niemand zich verveelt,
laat, met drietand en al, Poseidon
verschijnen, poedelnaakt in de hall;
laat, nauw hoorbaar boven het gelal
van de tuinknecht en het knallen
met de tong van chauffeur, keukenmeiden
scheurend hun baljurken barsten.
Er is een keur
zonsopgangen gecharterd: er moet zich een tedere- - ja, die ken ik: tussen twee in leder | |
[pagina 6]
| |
gestoken lesbiennes ontwikkelt zich een tedere liefdesscène... Goed, de tweede: er moet, omdat ze van hou vernikkeld - best, uitstekend: 'n paas zusjes, die van kou vernikkeld waren, steken zich van rok tot haren, met wat lucifers en kranten, tot 't fikt als 'n fakkel in brand. jeblief!
- Welke sluwe vos heeft hen lucifers verkocht? (De haan voelt zich miskend) Want die heeft een haan niet nodig. Hij die als de dag aanbreekt - kraait, met echo's na En het zonlicht zelf aansteekt - qualitate qua.Ga naar voetnoot3) |
|