Haar poot vermangeld, haar vleugel opengereten, haar angel
weg
Ik raapte haar op, verwonderd over haar aandrang
om door te gaan, in weerwil van het dom brute
ding dat zich had voorgedaan
Ik ging na, herinnerde de fatale strijd
de doodangst op het gezicht van gewonde vrienden
& dezelfde domme drang om door te zetten
Ik werd kwaad om het ongelijke konflikt geleden
door wil en organisme
Ik werd gewoon, Ik werd onbezonnen, Ik werd
extra-vagant
Ik bekeek de bij, daar, in mijn palm liggend
Ik keek & bevool in een harde & wrange kreet
HOU OP!
Toen hield ze op met tegenspartelen en werd, hoe dan ook
plotseling wonderlijk gaaf, en ze verhief zich
en vloog weg
Ik staarde, Ik was ontzet, Ik was overweldigd
met verantwoordelijkheid en Ik wist niet waar te beginnen...
Vertaling: Gerard Belart
William Wantling - geboren en getogen in middenwesten van Amerika. Onmiddellijk na middelbare school als soldaat in koreaanse oorlog. In 1958 veroordeeld tot 5 jaar San Quentin voor heroine addiktie. Publiceerde 5 bundels poëzie, waarvan ‘het ontwaken’ zojuist bij Rap & Carell in Engeland is verschenen.