Raam. Jaargang 1969

[p. 39]

P.H. Kerssemakers
Karnaval der dieren

Hoewel het troeteldier reeds lang verboden was
braken gillende klabakken vol pret de aarden potpoerrie,
begoten zielige juffers hun polsen met azijn,
bedroop het knaapje geheimnisvol zijn paarse knoop,
ontplooide de boerenblaaskapel vakkundig zijn servet
en staken nozempjes de draak met het meisje met de pet.
De woeste troepen waren nergens mee te stuiten
De burgemeester greep de notaris in zijn kruis
want alles kan in de pastoor zijn huis.
De oliebollen dropen tergend langzaam van 't plafond
Onder tafel zat meesmuilend de kastelein zijn hond.