Raam. Jaargang 1969(1969)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] P.H. Kerssemakers De vrouw op weg naar het einde De zwarte sluier, die haar schaamte borg werd willoos weggesmeten, nutteloos en leeg; gezonken in zijn spil, vernageld aan zijn hiel verkoos zij het plastic oorlogstuig en de raket verlaagde zich tot tricot marionet. De diamanten eeuwen verschrompelden behaagziek bedorven door haar blik, verzegeld aan haar borst. Haar dijen glommen zacht in oneerbiedig snarenspel, haar hoornen brilmontuur vermocht de jonge dag, onwetend, doch niettemin verflenst en bleek gelachen te boeien met zijn pracht. Haar strakgepunte boezem borg slechts baleinen en geschut; haar kanten gordel zoog hen tot zich, groen en ongekamd. Vermageringskuren baatten niet, collectes vingen bot. Hier baat slechts purperen gelaat en slaap'rig ogenblik d'impuls der dwazen en de golf van het moment Geen vlucht kan helpen, slechts de deemoed en de slok Zijn lot is tragisch, weifelt hij, doch rustig is zijn blik hij weet zich meer dan ooit de meester van zijn soort. Vorige Volgende